STRAFRECHTELIJK BELEID
LES 1: OPZET EN INLEIDING
1. Opleidingsonderdeel en wetenschapsdiscipline
Waarom is strafrechtelijk beleid een opleidingsonderdeel?: initieel was er geen nood aan
strafrechtelijk beleid, niemand was hiermee bezig verschillende redenen:
- Beleidsmakers hebben doorheen tijd bijzonder weinig aandacht gehad voor dit topic.
Nu anders! Strafrechtelijk beleid is overal aanwezig. Focus van beleidsmakers zelf om
na te denken en beleid te ontwikkelen over reactie op criminaliteit was er niet
expliciet.
- Wetenschappers hebben te weinig materiaal over de keuzes die gemaakt worden op
beleidsniveau. Geen specifiek onderzoek naar. Later kijken naar hoe keuzes werden
gemaakt in de strafrechtsbedeling. Keert in jaren 80. De Ruyver: er zijn keuzes in het
strafrechtelijk beleid, maar gebeurt weinig expliciet. wetenschappelijke aandacht
gekregen.
Strafrechtelijk beleid is een discipline van de jaren 90. Is ook moment waar het meer
zichtbaarheid heeft gekregen in het algemeen, niet enkel op schoolbanken. Publieke
discussies over veiligheid, zichtbaarheid in praktijk.
2. Een definitie
De studie van keuzes en gedragslijnen die betrekking hebben op de handhaving van de
strafwet en andere reacties op criminaliteit.
Discretionaire ruimte: ruimte die je krijgt van het kader waarin je je bevindt, om keuzes te
maken. Kan individueel of in beleidslijnen (zo gaan we dingen doen, binnen de ruimte die we
hebben). Hoe omgaan met strafbepalingen/ met de strafwet? In de toepassing/ keuzes die
gemaakt worden maken het reëel. Verschil tussen op papier en de uitwerking. Beleid gaat
opzoek naar de beste oplossing, binnen de contouren van de wet. nadelen: als uitvoerder
heb je veel mogelijkheden en potentie om ongelijk te handelen (wat voor ene goed is, is dit
voor andere niet) Voorbeelden:
- Strafuitvoering: vroeger bijna volledig onbeperkte discretionaire ruimte (MvJ).
Evolutie naar meer wetten en regels. Discretionaire ruimte van MvJ is minder, nu ook
SURB. Regels van SURB staan in de wet, enkel voor straffen boven 3 jaar. MvJ wil dit
ook voor straffen onder 3 jaar, maar dan zit je ook in wettelijk kader met minder
discretionaire ruimte tot gevolg.
- Straftoemeting: vroeger was rechter ‘bouche de la loi’, zonder discretionaire ruimte.
Vandaag veel ruimte (binnen strafvork) om individualisering binnen strafwet te
initiëren. Nu discussie over dispariteit te reduceren, over inperking van discretionaire
ruimte.
- Vervolging: legaliteit en opportuniteit. OM moet keuze maken als er naar de
rechtbank wordt gegaan. Moet OM veel keuzes krijgen? Moet OM de zaak niet
verplicht overmaken aan de rechtbank? Hierbij staat legaliteitsbeginsel voorop.
Rechter moet in die systemen oordelen, niet OM. In België opportuniteitsbeginsel:
, seponeren indien niet nodig om voor de rechtbank te brengen. Grote discretionaire
ruimte aan OM.
- Opsporing: politie weinig tot geen discretionaire ruimte, want vaststellingen moeten
gebeuren. Discretionaire ruimte zou geen mogelijkheid mogen zijn. Vandaag groeit
discussie om politie meer ruimte te geven om ook te seponeren.
Handhaving: hoe ga je die sturen en organiseren?
Andere reacties op criminaliteit: anders dan strafwet, maar inzetten op andere zaken (Vb.:
armoede, ontwikkelingssamenwerking, …) kunnen beleidsmatige gevolgen hebben.
Strafrechtelijk beleid eng: handhaving van de strafwet via strafrechtsysteem.
Strafrechtelijk beleid breed: gaan we iets strafbaar stellen of decriminaliseren? Keuze om
iets strafbaar te stellen of niet is ook strafrechtelijk beleid. Preventie en nazorg zijn ook
strafrechtelijk beleid.
3. Strafrechtelijk beleid als handhaving van de strafwet (enge visie)
Kijken naar hoe machinerie draait: hoe zit strafrechtsbedeling in elkaar? Hoe verloopt
handhaving van de strafwet?
Instrumentele en rechtsbeschermende handhaving: hoe strafrechtelijk beleid inhoudelijk
vormgeven. Wat zijn normen om te bepalen als uw strafrechtelijk beleid goed is?
- Instrumenteel: belangrijk dat strafrechtelijk beleid efficiënt en effectief zijn.
Belangrijk dat het ook echt gebeurd, dat het presteert, dat het doet waarvoor het
dient. Dominante wijze van vandaag, het moet werken. Vb.: te veel sepot, te weinig
uitvoering gevangenis, … zijn niet efficiënt. Handhaving staat in functie van de
naleving van de wet en moet effectief zijn.
- Rechtsbeschermend: handhaving moet op een faire manier gebeuren en waarbij de
basisrechten van de betrokken burgers gevrijwaard worden. Komt in spanning te
staan met snelheid, effectiviteit en efficiëntie. Aandacht voor rechtsbescherming
neemt toe in strafrecht. Vb.: rechten van gedetineerden worden belangrijker.
Doelstellingen van de strafrechtsbedelingen: wat is intrinsiek eigen aan bepaald systeem
(common law systeem, continentaal systeem)? Als we iets beslissen dan kijken als dit past
binnen de wijze van ons systeem? 2 elementen die leiden tot systemen die er anders uitzien
en die intrinsiek anders van aard zijn:
- Policy implementing; bedoeling van handhaving is instrumenteel, handhaving van
norm staat centraal. Je hebt de norm en systeem moet ertoe leiden dat de norm
gehandhaafd wordt. Systeem kenmerkt zich top-down hiërarchie van politie tot
rechter. Weinig discretionaire ruimte in functie van de implementatie van de norm.
Weinig plaats voor relativiteit en discussie, weinig ruimte voor onderhandeling. Wat
betrokkene zegt is niet belangrijk, enkel kijken als de norm overtreden is of niet. (Vb.:
iemand pleit schuldig, dat doet er niet toe. Kijken als norm overtreden is). Hoger
beroep is hier zeer logisch: als het de eerste keer niet goed is, dan heeft rechter iets
niet goed gedaan (Continentaal systeem)
- Conflict solving: door misdrijf is er verstoring van maatschappelijke orde. Finaliteit is
om die maatschappelijke orde/ conflict op te lossen. Maar hoe dit gedaan wordt, is
niet zo belangrijk. Rol van strafrechtelijk systeem is minder uitgesproken. Rumte voor
, discussie. Hier doet het er wel toe wat persoon zelf zegt. Hoger beroep is dan minder
belangrijk. Problem sovling is veel belangrijker. Belangrijk dat er een uitspraak komt
om maatschappelijke orde terug te herstellen. Oplossing vinden voor conflict is veel
belangrijker. Minder hiërarchisch. (Common law)
Als er keuzes moeten gemaakt worden binnen strafrechtelijk beleid, dan kijken als het
binnen systeem past? Vb.: discussie over guilty plea (onderhandeling) binnen ons
continentaal systeem.
4. Reactie op criminaliteit - criminele politiek (brede invulling)
Individualiserende en normerende functie: hoe reageren op criminaliteit? Niet enkel
inhoudelijk component van strafrechtelijk beleid.
Vb.: Politieke plannen met betrekking tot veiligheid, detentiebeleid, … Zaken die duidelijk te
maken hadden met handhaving. Idee was dat dit plannen van regering zijn en alle ministers
hun bijdrage aan kunnen leveren/ projecten/ input kunnen geven. Strafrechtelijk beleid
breder opzetten.
Vb.: Parlementaire commissie mensenhandel zegt in te moeten zetten op andere domeinen.
Ook andere ministers hebben rol te spelen in kader van mensenhandel.
In brede definitie kunnen ook andere ministers iets betekenen in strafrechtelijk beleid:
“Criminele politiek”.
Als je minder kijkt naar louter handhaving en machinerie moet draaien, dan kan je andere
accenten leggen in criminele politiek meer gericht op personen, dan op de norm. Zoeken
naar beste oplossingen voor bepaalde personen of groepen of fenomenen (vb.: ander beleid
voeren voor seksuele delinquenten, …).
Ook (de)criminaliseren: keuze om iets strafbaar te stellen of niet.
Toekomstgerichte visie: maatschappij en betrokkene veranderen. Niet enkel norm
handhaven, maar ook dingen willen veranderen/ dingen doen.
5. Visie op criminaliteit en strafrechtsbedeling
Verleden: gericht op de daad en norm moet bevestigd worden. Wie het gedaan heeft, blijft
een abstract persoon. Weinig aandacht voor de persoon zelf. Machinerie moet goed draaien
in functie van de overtredingen, maar wie het gedaan heeft is minder belangrijk. Beleid is in
functie van ernst en utilitaire overwegingen: systeem beter laten draaien en grote
overtredingen van de norm moeten prioriteit krijgen. Voorspelbaarheid, want gewoon norm
volgen. = klassieke visie.
Toekomst: meer gericht op de toekomst en de persoon. Beleid in functie van individu, groep
of fenomeen. Individualisering in de toepassing van de strafwet. Je gelooft dat je
maatschappij kan veranderen door je beleid. Je wil mensen veranderen en doel is minder
criminaliteit = oog op verandering.
, 6. Grenzen
Is elke vorm van keuze denkbaar? Zijn er dingen die je niet kan binnen je keuzes met
betrekking tot beleid? Wetsregel bepaalt de beleidsruimte: duidelijke grenzen.
Discretionaire ruimte kent ook grenzen. Je kan doen binnen de grenzen, wat je wilt. Je zit
wel vast binnen het kader. De regel bepaalt wat mogelijk is, deze geeft geen of wel
discretionaire ruimte.
Is dit onbeperkt?: er zijn beperkingen! Want er zijn hogere ordes dan ons land.
Internationale regelgeving: rechtsbeginselen, verdragsverplichtingen (vb.: Salduz). Je kan je
beleid niet organiseren zoals je zelf wil, want soms heb je druk door internationale
verplichtingen. Daarnaast ook verplichtingen om bepaalde zaken wel te doen: vb.:
mensenrechten.
Eigenheid van de reactie op criminaliteit: zijn het zaken die passen binnen ons systeem? Past
het binnen hoe een land intrinsiek aan strafrechtelijk beleid doet?
- Nederland: geen afschaffing van opportuniteitsbeginsel, want is intrinsiek aan ons
systeem. Grens die men zichzelf oplegt. Geen legaliteitsbeginsel in Nederland.
- België: discussie over guilty plea in ons systeem. Onderhandelen over schuldig
pleiten, staat voor velen als intrinsiek tegenstrijdig tegen ons systeem. Evolutie naar
meer onderhandelingssystemen binnen ons strafrecht. Vb.: minnelijke schikking door
OM, onmiddellijk inning bij politie, verruimde minnelijke schikking door OM (voor
veel meer misdrijven mogelijk en later in de strafrechtsketen mogelijk, ‘afkoopwet’).
- Israël: private gevangenissen is strijdig met grondwet. Grenzen die men zelf trekt.
Systemen worden hybrider: policy implementing systeem kent ook elementen van conflict
solving. Handhaving die wat afstand doet van de norm en onderhandelen komt vaker voor.
7. Actoren, fora en instrumenten
Afhankelijk van hoe je strafrechtelijk beleid invult explosie van actoren, fora en
instrumenten. Altijd maar meer actoren, fora en instrumenten, want strafrechtelijk beleid
heeft zich steeds uitgebreid.
Vroeger wetgever als enige actor. Nu voornamelijk MvJ en ook andere ministers. Nu veel
meer! Parlementaire onderzoekscommissies als bijzondere actor: heel verschillende
invullingen en doen vaststellingen en aanbevelingen aan verschillende autoriteiten. Vragen
naar functioneren van justitiediensten en politiediensten, hoe reageren we op fenomenen…
Heel belangrijke actor in strafrechtelijk beleid, want heeft specifiek tot doel om te
reflecteren over aspecten van strafrechtelijk beleid. Zijn katalysatoren van veranderingen in
strafrechtelijk beleid.
Fora’s nemen ook toe en accenten verschuiven. Verschillende plaatsen waar aan
strafrechtelijk beleid wordt gedaan. Rol en invulling van strafrechtelijk beleid is ook
gewijzigd.