2: Energie
Een systeem is een geheel van een of meerdere voorwerpen. Alles buiten het systeem noemen we
de omgeving van het systeem. Bij een open systeem is er energieoverdracht tussen het systeem en
zijn omgeving mogelijk , bij een gesloten systeem is er geen energie overdracht mogelijk.
KINETISCHE ENERGIE
een voorwerp dat beweegt, kan arbeid verrichten omwille van zijn snelheid. Een bewegend voorwerp
bezit kinetische energie. Hoe groter de snelheid en de massa van dat voorwerp, hoe groter de
kinetische energie van dat voorwerp.
We definieren de kinetische energie Ekin van een voorwerp met een massa m en snelheid v als:
Ekin = ½ m*v2
W= Ekin2- Ekin1
als de snelheid in toestand 2 groter is dan in toestand 1 dan neemt de kinetische energie
toe. Als de snelheid kleiner is in toestand 2 neemt de kinetische energie af.
Ekin = een scalaire grootheid
grootheid symbool eenheid Symbool eenheid Verband tussen
de eenheden
energie E 1 joule 1J 1 J = 1 N*m= 1
1 kilojoule 1 kJ kg*m2/s2
1 elektrovolt 1 eV 1 kJ = 1000 J
1 eV = 1.60*10-19 J
POTENTIËLE ENERGIE
een systeem voorwerp-aarde of een systeem veer bezit de mogelijkheid of de POTENTIE om arbeid
te verrichten. Deze systemen bezitten potentiële energie.
1) POTENTIËLE GRAVITATIE –ENERGIE
een voorwerp dat op een zekere hoogte boven het aardoppervlak kan arbeid verrichten omwille van
zijn toestand. Het systeem voorwerp-aarde bezit potentiële gravitatie energie. Hoe hoger de afstand
tussen het voorwerp en de aarde en hoe groter de massa van dat voorwerp hoe groter de potentiële
gravitatie-energie van het systeem.
We definieren de potentiele gravitatie energie Epot van een systeem voorwerp-aarde als:
Epot= m*g*h
h= hoogte boven het aard oppervlak
Epot = scalair
POTENTIËLE ELASTISCHE ENERGIE
hoe groter de lengteveranddering en hoe groter de veerconstante hoe groter de potentiële
elastische energie van het systeem
Een systeem is een geheel van een of meerdere voorwerpen. Alles buiten het systeem noemen we
de omgeving van het systeem. Bij een open systeem is er energieoverdracht tussen het systeem en
zijn omgeving mogelijk , bij een gesloten systeem is er geen energie overdracht mogelijk.
KINETISCHE ENERGIE
een voorwerp dat beweegt, kan arbeid verrichten omwille van zijn snelheid. Een bewegend voorwerp
bezit kinetische energie. Hoe groter de snelheid en de massa van dat voorwerp, hoe groter de
kinetische energie van dat voorwerp.
We definieren de kinetische energie Ekin van een voorwerp met een massa m en snelheid v als:
Ekin = ½ m*v2
W= Ekin2- Ekin1
als de snelheid in toestand 2 groter is dan in toestand 1 dan neemt de kinetische energie
toe. Als de snelheid kleiner is in toestand 2 neemt de kinetische energie af.
Ekin = een scalaire grootheid
grootheid symbool eenheid Symbool eenheid Verband tussen
de eenheden
energie E 1 joule 1J 1 J = 1 N*m= 1
1 kilojoule 1 kJ kg*m2/s2
1 elektrovolt 1 eV 1 kJ = 1000 J
1 eV = 1.60*10-19 J
POTENTIËLE ENERGIE
een systeem voorwerp-aarde of een systeem veer bezit de mogelijkheid of de POTENTIE om arbeid
te verrichten. Deze systemen bezitten potentiële energie.
1) POTENTIËLE GRAVITATIE –ENERGIE
een voorwerp dat op een zekere hoogte boven het aardoppervlak kan arbeid verrichten omwille van
zijn toestand. Het systeem voorwerp-aarde bezit potentiële gravitatie energie. Hoe hoger de afstand
tussen het voorwerp en de aarde en hoe groter de massa van dat voorwerp hoe groter de potentiële
gravitatie-energie van het systeem.
We definieren de potentiele gravitatie energie Epot van een systeem voorwerp-aarde als:
Epot= m*g*h
h= hoogte boven het aard oppervlak
Epot = scalair
POTENTIËLE ELASTISCHE ENERGIE
hoe groter de lengteveranddering en hoe groter de veerconstante hoe groter de potentiële
elastische energie van het systeem