Gedragswetenschappen
8: relaties
8.1 soorten en relaties en hun kenmerkten
Geef een aantal voorbeelden van verschillende soorten relaties?
Je ouders en jij, tussen een leerling en leerkracht, werkgevers en werknemers
Mensen gaan op allerlei manieren met elkaar om: voor een lange tijd of kortstondig, intiem of eerder
oppervlakkerig, geheim of openlijk, toevallig of heel bewust, beroepsmatig (functioneel) of
persoonlijk, vrijwillig of gedwongen…
Enkele kenmerken:
8.1.1 Persoonlijke en functionele relaties
Persoonlijke relaties: ga je aan vanwege die andere persoon. Het is leuk en aangenaam om bij die
persoon te zijn. In zo’n relatie ga je heel gemakkelijk met elkaar om.
Geef enkele voorbeelden van persoonlijke relaties:
Je mama/papa en jij, tussen vrienden onderling
Doorgaans worden persoonlijke relaties vrijwillig aangegaan. Toch bestaan er uitzonderingen.
Tussen stiefmoeder en stiefkinderen, 2 vrienden die samen gaan sporten, schoonouders
Functionele relaties: ga je aan vanwege de functie die de andere personen vervullen. Ze zijn meestal
zakelijk. Het is niet altijd mogelijk om te kiezen met wie je omgaat.
Geef enkele voorbeelden van functionele relaties:
De buschauffeur= Je zegt misschien even hallo maar je hebt geen doel om een lange relatie met de
persoon aan te gaan, je doet gewoon vriendelijk omdat je iets nodig hebt van hem.
Soms staan mensen die een functionele relatie met elkaar hebben hiërarchisch tegenover elkaar.
Geeft daar een concreet voorbeeld van:
Een baas en werknemer
In de praktijk loopt het onderscheid tussen persoonlijke en functionele relaties soms door elkaar.
Collega’s kunnen elkaar na verloop van tijd als vrienden beschouwen. Regelmatige klanten van een
café kunnen de cafébaas op termijn als vertrouwenspersoon zien.
8.1.2 duurzame en niet-duurzame relaties
Duurzame relaties: Soms kan een relatie weken, maanden of jaren duren, zoals een ouder-
kindrelatie, een partnerrelatie
Niet-duurzame relaties: soms is een relatie van een korte duur, zoals een vakantieliefde of de relatie
tussen twee lagereschoolvriendinnen die in het middelbaar elk hun eigen weg zijn gegaan.
,8.2.3 primaire en secundaire relaties
Primaire relaties: zijn langdurige en gebaseerd op emoties. Zo is de relaties tussen geliefden of
tussen boezemvrienden diepgaand en intiem.
Secundaire relaties: zijn relaties tussen een postbode en een bewoner of een ober en een klant en
zijn dus eerder oppervlakkerig. Vaak is er een beperkte sociale interactie en is er zelfden spraken van
emotionele betrokkenheid.
8.2.4 vrijwillige en onvrijwillige relaties
Vrijwillig: In het Westen kiezen mensen voor een huwelijkspartner of een vriendschapsrelatie -.
Onvrijwillig: De relatie met de vriendin van je broer of de relatie tussen de bewaker en gevangene is
niet vrijwillig gekozen, maar eerder onvrijwillig.
Omschrijving van de relatie Soort relatie Kenmerken van de relatie
Moeder en dochter Een goede band 1) Persoonlijke relatie
2) Duurzame relatie
3) Primaire relatie
4) Onvrijwillige relatie
Partners In een gezonde en langdurige 1) Persoonlijke relatie
relatie 2) Duurzame relatie
3) Primaire relatie
4) Vrijwillige relatie
Leerkracht een leerling Een haat relatie naar de 1) Functionele relatie
leerkracht toe 2) Niet-duurzame relatie
3) Secundaire relatie
4) Onvrijwillige relatie
8.2 relaties opbouwen
De relaties die mensen aangaan, zijn geen onveranderlijke banden. Ze kunnen evolueren. Wanneer je
anderen ontmoet, is er in eerste instantie enkel een oppervlakkerige band. Maar als blijkt dat je met
die personen dezelfde interesses deelt, bouw je aan een meer diepgaande relatie. Een model dat
aangeeft hoe het proces verloopt, is het kern-schilmodel.
Small talk
schil
kern
De schil is je buitenkant. Je laat er weinig van jezelf zien en blijft aan de oppervlakte via neutrale
gesprekken. De kern toon je niet aan iedereen. Daar zit hoe je je voelt en wat je echt denkt.
Vooraleer je tot een echte vriendschapsrelatie komt, moet je 4 stappen:
1) Small talk: beide gesprekspartner blijven aan de oppervlakte. Er wordt geen
persoonlijke informatie uitgewisseld. Ze spreken niet over gevoelens of werkelijke
gedachte.
2) Psychologiseren: wanneer een gesprekspartner geïnteresseerd is, zal hij vragen stellen
over onderwerpen die tot de kern behoren.
3) Investeren en reageren: als de vragen gehoord en beantwoord worden, ontstaat er een
uitwisseling van persoonlijke informatie, waarbij de gesprekspartners proberen zo
duidelijk mogelijk te zijn over hun gevoelens en gedachten
4) Respect en vriendschap: als de gesprekspartner via investeren en reageren met elkaar
communiceren, dan ontstaat er respect voor elkaars gevoelens, gedachten en
meningen.
Respect
Bovenstaand model illustreert hoe oppervlakkige contacten kunnen uitmonden in duurzame,
diepgaande relaties. Dezelfde stappen doorloop je wanneer je een diepgaande, zakelijke relatie
uitbouwt.
, 8.2 de territoriumtheorie van Edward Hall
Wanneer je met anderen communiceert, bouw je een zekere afstand in tot die persoon. Die afstand
zegt iets over hoe intiem en persoonlijk je relatie met die persoon vindt. Afhankelijk van de
omstandigheden kan die afstand en dus ook de relatie steeds worden aangepast. Mensen die eerst
vreemden waren, kunnen na verloop van tijd bekenden en nog later echte vrienden worden.
Er zijn 4 zones waarin die ruimte kan worden verdeeld. Volgens Hall vertoon je in elk van die zones
ander sociaal gedrag en een andere manier van communiceren. Je kunt o.a. fluisteren of gewoon
praten en formele of informele woorden gebruiken.
1) Intieme zone
De intieme zone is gebied van de borstkas tot de uitgestrekte hand. Dat gebied beschouw je als je
privébezit. Binnen die zone kun je vertrouwelijke gesprekken voeren, emoties uitwisselen en fysiek
contact hebben met je gesprekspartner. Er is plaats om genegenheid en troost te bieden. Alleen
familie en goede vrienden zijn er welkom.
2) Persoonlijke zone
De persoonlijke zone is die van het dagelijkse interpersoonlijke contact die je gebruikt wanneer je
bekenden tegenkomt. De kleine afstand laat toe dat je goed kunt letten op elkaars
gezichtsuitdrukkingen. Ook fysiek contact, zoals een hand schudden, is nog mogelijk.
3) Sociale zone
In de sociale zone laat je mensen toe die je (nog) niet zo goed kent. De afstand maakt dat je met
elkaar kunt communiceren, maar dat fysiek contact onmogelijk wordt Enerzijds heeft dat als gevolg
dat je er over niet al te persoonlijke onderwerpen kunt praten. Anderzijds wordt het moeilijk om
elkaar binnen deze zone te negeren, zelfs als je niet zou willen communiceren.
Bv. leerkracht, directeur
4) Publieke zone
De publieke zone behoud je voor de algemene maatschappelijke contacten. Daarbinnen moeten wel
regels en normen van fatsoen gevolg worden. Dringen er vreemden binnen die zone, dan hoef je niet
noodzakelijk met het te communiceren. Als er toch contact wordt gemaakt, is die niet van
persoonlijke aard.
Bv. directeur geeft een speech voor de hele school
Tot welke zone behoren deze contacten tussen jou en…?
Een nieuwe leerling in de klas Publieke / sociale zone
Een van jouw ouders Intieme zone/ sociale zone
Je beste vriend(in) Intieme zone
Een onbekende op een receptie Publieke zone
Een leerkracht Sociale zone
In elke cultuur bestaan bepaalde ongeschreven normen die aangeven welke afstand je tegenover
anderen moet respecteren. Wanneer iemand de normen niet volgt en ongevraagd je intieme of
persoonlijke zone betreedt, kun je dat laten merken door verschillende vormen van non-verbaal
gedrag, zoals wegkijken of je omdraaien. Je kunt ook assertief of agressief reageren, door
bijvoorbeeld een stap achteruit te zetten.