Cultuur en educatie
INLEIDING
● ‘Sociaal-cultureel’ = hermeneutische cirkel
○ Cirkelvormige toename v begrijpen tussen elementen, op zoek naar een zinvolle
betekenis
● ‘Sociaal’
○ Minstens met twee, de ontmoeting
○ De zorg voor gelijke kansen, de strijd tegen kansarmoede
● ‘Cultuur’
○ Een vorm om de uitwisseling tss mensen te beleven (c)
○ Wanneer de vorm de kwaliteit krijgt de moeite waard te zijn om waargenomen en
beleefd te worden niet alleen door de gemeenschap (sociale) maar ook door andere
groepen, buiten het functionele (C) (kunst)
HET BEGRIP CULTUUR EN ZIJN BANDEN MET DE EDUCATIE
● Vele definities (onderzoek v Kroeber en Kluckhohn, 1963)
● Oorsprong ထ agricultuur, colore
○ ‘Door het ploegen haalt men meer uit de akker’
○ Bijzondere aandacht v zichzelf en wereld rondom, verzorgen
○ Zorg dragen (koesteren, betrachten, kweken, beoefenen) + gevolgen ervan (achting
en eerbied ervoor tonen)
○ Cultum → huldigen v/d goden
● Gedachte v/h zorgdragen v/d natuur die voor de mens bewoonbaar moet worden
○ >< onderwerpen v natuur
○ Romeinen: natuur ontwikkelen als woonplaats v/d mens, zorg dragen v wat in het
verleden gemaakt is
○ Politieke dimensie: de polis wordt er beter van (H. Arendt)
○ Zorgzaamheid ထ ‘humanitas’, ‘cultura animi’, ‘gevormde geest’ (Cicero)
● H. Arendt: “Wat Cicero feitelijk zegt, is dat voor de ware humanist noch de zekerheid van de
wetenschapper, noch de waarheid van de filosoof, noch de schoonheid van de kunstenaar
absoluut kan zijn. Aangezien de humanist geen specialist is, wendt hij een smaak - en
oordeelsvermogen aan dat ontsnapt aan de dwang die elk specialisme ons oplegt. Deze
Romeinse humanitas gold voor mensen die in elk opzicht vrij waren, voor wie de zaak van de
vrijheid, van niet gedwongen te worden, beslissend was - zelfs in de filosofie, zelfs in de
wetenschap, zelfs in de kunst. Cicero zegt: in wat mijn omgang met mensen en dingen
betreft, weiger ik gedwongen te worden, noch door de waarheid, noch door de schoonheid.”
● Grieken: geen op creatie gericht woord v cultuur maar wel ‘paideia’ = opvoeding, vorming →
twee betekenissen
○ Sofisten: kennis en vaardigheden onderwijzen als op zichzelf staande technieken
zodat de mensen hun plan kunnen trekken
■ Ontwikkelen v kritische geesten die hun plan kunnen trekken
■ ထ empiricisme, tegen-Verlichting, collectivisme
○ Plato: de wet, dat wat moet zijn, terugkoppelen aan de fusis, de natuur
■ Invullen met ideaalbeelden
, ■ Leren filosoferen ten einde de Ideeën te kunnen aanschouwen als het wezen
van de werkelijkheid
● Twee benaderingen v agogisch denken en handelen (uit tegenstelling sofisten en plato)
○ Mensen technieken meegeven om zelf tot een levensopvatting te komen en ze zich
naar te gedragen, opvoeding tot mondigheid
○ Mensen ‘goede’ boodschappen meegeven waar ze zich zouden moeten naar voegen
■ Wat is goed?
→ boodschappen aanleren of mensen het leren leren
● Agogische paradox
○ Zolang dat er een agoog nodig is, is er een educatief probleem
○ Als de agoog zijn cliënteel zelfstandig leert denken, heeft hij geen werk meer
● Definitie v cultuur - E. Brugmans = “De cultuur verschijnt aan de afzonderlijke mens als een
geheel van ideeën, houdingen en gedragingen, en van de daarin opgesloten liggende normen
en waarden. Een geheel dat weliswaar ooit door mensen geschapen is en dat nog altijd door
mensen in stand gehouden wordt, maar dat slechts binnen nauwe grenzen en dan nog heel
geleidelijk door een nieuwe generatie veranderd kan worden”
● Agogiek als theorie van het veranderen → in cirkel v
○ De mens maakt cultuur
○ Cultuur maakt de mens
● Cultuur als maaksel (contingentie), kan steeds anders zijn
● Bestaat de natuur?
○ Natuur op een culturele manier bekijken? Cultuur als natuur van de mens?
○ Relatie tss cultuur en geschiedenis v ontwikkeling v/d menselijke hersenen
● Cultuur moet worden geproduceerd
○ Eens geproduceerd, eventueel als erfgoed bewaren
○ Cultuur verschilt v groep tot groep + niet elke vorm voor iedereen toegankelijk
○ Poging tot democratisering v cultuur
○ ထ klassehabitus, cultuur v stand, cultureel kapitaal, Mattheus-effect
● Huib Hinnekint en Renaat Roels: het sociaal-cultureel werk
○ Cultuurspreidende functie
○ = bijgedragen tot het scheppen van de noodzakelijke voorwaarden opdat iedereen,
waar hij ook leeft of werkt, in contact zou kunnen komen met de levende cultuur
over de grenzen heen van tijd en ruimte en er ook tot het er deel aan hebben
○ Cultuurbewarende functie
= cultuurproducten (de materiële cultuur), alsook kennis en vaardigheden (de
geestelijke cultuur) worden bewaard, opdat ze zouden kunnen worden doorgegeven
doorheen de tijd
○ Cultuurscheppende functie
= dat nieuwe of vernieuwende creaties tot stand worden gebracht, ook het kritisch
beschouwen behoort hiertoe
○ Doel: bevorderen v culturele participatie
■ Culturele participatie = steunt op de gedachte dat de cultuur door mensen
wordt gedragen en doorgegeven (in communicatief handelen) van generatie
tot generatie, van gemeenschap tot gemeenschap; de gedachte ook dat