INLEIDING TOT DE PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN
Module 1: Terrein van de educatiewetenschappen
- Tekst "Pluraliteit van de pedagogiek": pp. 13-20
- Tekst "Opvoedingswetenschap tussen waarheid, bruikbaarheid en zinvolheid": pp. 57-66
(NIET: Historische beschouwingen p. 66 e.v.)
● Etymologie
○ Educatie [opvoeding] {1650} < frans éducation < latijn educationem, 4e nv. van
educatio [idem], van educare (verl. deelw. educatum) [grootbrengen, opvoeden], van
educere [naar buiten brengen, oprichten, opvoeden], van ex [uit, omhoog] + ducere
[leiden].
■ Wegleiden uit het ene, naar een andere visie
○ Pedagogie [opvoeding] {1495}. Grieks paidagōgíā ‘opvoeding’, afleiding van
paidagōgós ‘opvoeder, leraar’, eerder al ‘slaaf die toezicht houdt op de kinderen en
ze naar school brengt’, gevormd uit paĩs (genitief paidós) ‘kind’ en agōgós ‘gids,
brenger, leider’.
○ Agogie [optreden] {1490}, Latijn agere ‘handelen, doen, in beweging zetten’. Latijn
agere is verwant met Grieks ágein ‘drijven, leiden’.
● Onderscheid tss formele, informele en niet-formele educatie
● De pluraliteit van de pedagogiek
○ (Ped)agogiek = integratieve wetenschap
■ Zoveel mogelijk gebruiken van inzichten uit psycho, filo en socio (bv.
ontwikkelingspsychologie, soc theorieën over opvoeding als concept en
onderwijs als systeem)
○ Meervoudigheid v (ped)agogiek
■ Diachroon >< synchroon
■ (Ped)agogische werkelijkheid + (ped)agogische theorieën +
wetenschapstheorie (metaniveau)
● Meervoudigheid
○ Werkelijkheid: praktijk van educatie (opvoeding, onderwijs, vorming, opleiding en
training...), beïnvloeding van werkelijkheid gericht op ontwikkeling, leerprocessen en
gedragsverandering; toch gebaseerd op theorie (evt. persoonlijk en niet getoetst,
maar opvattingen, regels, principes...)
○ Ped. Theorie: verworven inzichten om (ped)agogische praktijk te veranderen;
resulteert in (ped)agogische theorieën die inzicht verschaffen in complexe relaties
tussen handelingen en educatie-effecten
○ Wet. Theorie: meta-theorieën (theorie over theorieën);
■ Relatie met praktijk? Moet wetenschap zich enkel bezighouden met feiten
(empirische discussie) of mag (moet?) ze ook uitspraken doen over
wenselijkheden?; Aard van de wetenschapstak…
■ Moet (ped)agogiek de opvoedingswerkelijkheid verhelderen, verklaren,
voorspellen, veranderen? Welke methoden gebruiken?
○ Paradigmatische pluralisering
○ Geen metatheorie mbt pedagogiek, eerder bundeling v theorieën
1
, ○ Heden: amper nog theorievorming gebaseerd op alle kenmerken v één stroming,
stromingen lopen door elkaar, bricolage theorieën met elementen uit verschillende
stromingen
● Ontstaansgeschiedenis pedagogiek
○ Vooral invloed v psychologie in het begin
○ Invloed: pervers machtssysteem (religie, hiërarchisch onderwijs) +/>< reactie tegen
machtsstructuren (pedagogiek als tegenreactie)
○ Vroeger betekende filosofie bijna gewoon theologie → religieuze invloeden in
onderwijs
○ In België: ontstaan v pedagogiek in universiteit v brussel, die anticlericaal is, die
tegen de kerkelijke visie op opvoeding is
● Empirisme en rationalisme (17e E)
○ Empirisme
■ Kennis komt voort uit ervaring
■ Waarneming is essentieel
■ Generaliseren is pas mogelijk als er regelmatig en veelvuldig observatie heeft
plaatsgevonden
■ Door systematisch en doelbewust te experimenteren, kunnen alg stellingen
worden geformuleerd
○ Rationalisme
■ Theoretische kennis centraal
■ De rede (het denken) als meest betrouwbare bron v kennis
■ Waarheid is niet zintuiglijk, maar deductief afleidbaar
■ ‘Obv feiten (waarneming) waaraan niet valt te twijfelen, kunnen conclusies
worden getrokken’
■ bv. Descartes
○ Pedagogische reflectie centraal
■ Reflectie over de aard v pedagogische kennis, normen en waarden in
opvoeding
● Verlichting (18e E)
○ Waarheid kan alleen bewezen worden met behulp v theorie
○ Opvoedbaarheid v individu en maakbaarheid v samenleving (milieu als bepalend)
○ Introductie v ‘volksopvoeding’
○ Rousseau (1712-1778)
■ Cultuurkritiek tegen kerkelijke en wereldlijke machthebbers
■ Iedere mens is v nature goed
■ Een opvoeder dient niets op te dringen, te bevelen of te verbieden
■ Een kind leert door de gevolgen v/h eigen gedrag, de opvoeder biedt enkel
mogelijkheden tot interactie en controle over het proces (voorloper
anti-autoritaire opvoedingsbeweging)
○ Pestalozzi (1746-1827)
■ Iedereen, ongeacht afkomst, stand of beroep, kan tot werkelijke humaniteit
worden gevormd
2
, ■ Methodiek v volksonderwijs
● Pedagogiek in de 19e E
○ Blijvende invloed v Verlichting
○ Romantiek
■ Naast kennis ook belang v onbewuste
■ Mensvisie die de wijze waarop mensen verschillen benadrukt
■ Uniciteit v ieder mens
■ Fröbel (1782-1852): via spel, speel- en leermateriaal ontwikkeling v kleuters
bevorderen
○ Reformpedagogiek
■ Tegen massale en methodisch starre volksonderwijs v 19e E
■ Vijf uitgangspunten
● Kindgericht, niet de leerstof of ontwikkelingsdoelen centraal
● Vertrouwen in natuurlijke ontwikkeling (tegen dwang en autoriteit)
● Belang v lichamelijke en kunstzinnige vorming
● Kinderen zijn v nature actief (belang v spontaan spelen)
● Individuele aard en belangstelling v kinderen + rol v/d gemeenschap
(samenwerken)
■ bv. montessori, freinet, dalton, …
● Pedagogiek als academisch wetenschap
○ Ernst Trapp, Rommert Casimir, Ovide Decroly, Jean Demoor
○ In eerste instantie toegepaste wetenschap (praktijk)
○ Langeveld (1905-1989)
■ Starten van ‘huis-tuin-en-keukenervaring’ (praktijk gaat theorie vooraf) •
Opvoeding vindt plaats in de omgang tussen kinderen en volwassenen •
Tegen ‘opvoeding in ruime zin’ (opvoeding versus vorming)
■ Gezag versus verantwoordelijkheid
● Pedagogische stromingen in de 20e E
○ Geesteswetenschappelijke pedagogiek
■ Centraal: opvoedend handelen in dagelijkse werkelijkheid
■ Inzicht via indringend en betrokken beschrijven van de werkelijkheid •
Praktische opvoedingsprobleem als uitgangspunt
■ Geen opvoedingsrecepten maar begrijpen wat er gebeurt
■ Kindwaardigheid als basiscriterium
○ Geesteswetenschappelijke pedagogiek aan de hand van drie onderzoeksmethoden
■ Hermeneutiek (interpretatieleer)
● Systematisch interpreteren van menselijk handelen
● Hermeneutische cirkel: hypothese > verbreding + bronnen >
interpretatie
■ Dialectiek
● These - antithese - synthese
● Debat tss theoretici
■ Fenomenologie
● Werkelijkheid nooit los van het belevend subject, de eigen
leefwereld
3
, ● Methode: eigen werkelijkheid > belevingswereld ander >
fenomenologische reductie
● Individuele beleving groeit aan belang
○ Empirisch-analytische pedagogiek
■ Toetsen v ideeën over opvoeding aan de realiteit
■ Empirische cyclus (oorsprong in nw)
● Obv specifieke gebeurtenis in pedagogiek een algemene theorie
proberen te formuleren
○ Kritisch-emancipatorische pedagogiek
■ Ontstaan als reactie op empirisch-analytische pedagogiek → diachrone
ontwikkeling v stroming
■ Opvoeding → vrijheid en zelfstandigheid in handelen, kritisch denken
■ Eigen keuzes en kritisch t.o.v. maatschappelijke verhoudingen
■ Niet per se introduceren v nieuwe technieken
● Pedagogische verscheidenheid
○ Pedagogische theorie
■ én wetenschap van opvoeding?
■ én dienstbaar voor opvoeding?
○ Pedagogische verantwoordelijkheid
■ Beschrijven wat er in opvoeding gebeurt
■ Ook opvoeding ‘optimaliseren’
● Dienstbaarheid
○ Verschillende opvattingen
■ Wat ‘opvoeding’ is en zou moeten zijn
■ Wetenschappelijkheid van pedagogische theorie
4