Diversity and Community work samenvatting
Deel 1: diversiteit en identiteit
Diversiteit betekent verscheidenheid. Daarbij gaat het zowel om zichtbare kenmerken (zoals
geslacht, leeftijd en etniciteit) als om minder zichtbare kenmerken (zoals wensen, behoeften,
belastbaarheid, ziekte of handicap, competenties, werkstijlen, seksuele voorkeur en
karaktereigenschappen).
Identiteit is dat wat uniek of eigen is aan iets of iemand. Het kan daarbij gaan om zowel personen als
organisaties of landen. Het begrip identiteit komt in vele soorten voor. De meest bekende invulling
die aan het begrip wordt gegeven is iemands persoonlijke identiteit. Het kan daarbij gaan over de
officiële gegevens van een persoon (naam, adres, geboortedatum), maar ook zijn of haar karakter en
het beeld dat anderen van diegene hebben maken van de persoonlijke identiteit deel uit. Er wordt in
het laatste geval dan gesproken over het imago van iemand. Niet alleen personen hebben een uniek
karakter, ook organisaties bezitten deze. De uitzonderlijke kenmerken van een land of
bevolkingsgroep worden respectievelijk nationale en culturele of etnische identiteit genoemd:
"Nederland heeft een christelijke identiteit".
Diversiteit en ergotherapie
Er ontstaan problemen wanneer er weinig tot geen herkenningspunten zijn;
Relevante zaken worden te laat gesignaleerd.
Er is soms een verkeerd begrip en miscommunicatie, versterkt door beeldvorming en
vooroordelen.
Er is geen gepaste hulp.
Ergotherapie werkt rond en met het menselijk handelen. Door geen rekening te houden met
diversiteit (verschil tussen mensen/groepen), kan dat lijden tot praktijken die niet aansluiten bij de
cliënt, waardoor fundamentele rechten worden geschaad. occupational deprivation: personen
die niet de mogelijkheid hebben te participeren in betekenisvol handelen door factoren buiten
directe controle/wil van het individu (geografische isolatie, vluchteling, werkloos, geen toegang tot
openbaar vervoer).
Definitie diversiteit
Verwijst naar sociale, culturele en ethische diversiteit in de samenleving, naar verschillen in
persoonlijke en fysieke ervaringen, naar verschillen in talenten, interesses, activiteiten, visies, noden,
… Deze verschillen situeren zich in verschillende domeinen: gender, leeftijd, etnische origine,
seksuele oriëntatie, het hebben van een (werk)beperking, socio-economische achtergrond, religie,
politieke opinie, ….
Diversiteit en identiteit
Onze identiteit wordt gevormd via verschillende assen. Deze assen hebben verschillende
kruispunten.
, Dimensies van diversiteit
Etniciteit
Socio-culturele identiteit (externe
karakteristieken zoals nationaliteit, origine,
familie, religie, taal, cultuur, geschiedenis)
Sociale klasse
Economische en sociale positie (bv. middenklasse)
Levenscyclus
Kindertijd, puberteit, adolescentie,
volwassenheid, ouderdom, ...
Religie
Gender
Biologische (sekse) en gender (gaat over
gendernormen en man-vrouw relaties
(professionele) socialisatie
Primair (opvoeding), secundair (opleiding), tertiair (beroep)
Een caleidoscopische realiteit
‘caleidoscopisch viewing’ is geassocieerd met kijken door een caleidoscoop, kijken naar de kleuren,
en de manier waarop de kleuren en vormen veranderen maar toch verworven zitten in zichzelf. Met
elke draai beweging nemen de vormen en kleuren een andere vorm aan, met respect aan de andere
vormen en kleuren. Je ziet geen gekalibreerd, statisch patroon in de caleidoscoop, en geen enkel
beeld is dominant, het is volkomen dynamisch. Alle kleuren zijn geïncludeerd, inclusief het wit.
DOMINANTE VISIE CALEIDOSCOPISCHE VISIE
Binair (of-of) identiteit Meervoudige (en-en) identiteit
Een-dimensioneel Multi-dimentioneel
Statisch Dynamisch
machtsneutraal Kritisch tegenover machtsrelaties focus op
‘empowerment’ en ‘inclusie’
intersectionaliteit (Crenshaw)
Kruispunt denken: de (multidimentionele) realiteit vereist een nieuwe manier van denken.
Discriminatie is een complex fenomeen (en is meer dan de som van delen). We moeten verder gaan
dan binair denken dubbele discriminatie is meer dan 2 keer gediscrimineerd worden. het verhaal
van Sojourner Truth zit op het kruispunt van 2 dimensies: gender en etniciteit.
Discriminatie en racisme
Discriminatie ongelijke behandeling op basis van een bepaald kenmerk/karakteristiek.
o Direct en indirect (schijnbaar neutrale maatregelen die resulteren in een ongelijke
behandeling – bv. honden niet toegelaten sluit mensen met een blindgeleide hond
uit).
, Racisme inferioriteit van een ‘ras’ (etnische groep) ten opzichte van een andere groep
o Gelinkt aan onderdrukking
Systemisch racisme raciale ongelijkheden worden gecreëerd of in stand
gehouden door instellingen (overheid, bedrijven, scholen)
Everyday racisme racistische uitingen (klein en groot) die dagelijks
voorvallen, waardoor deze opstapelen en resulteren in het gevoel van
culturele inferioriteit of superioriteit. Dit heeft een impact op welzijn en
sociale cohesie.
Verschillend van bias (vooroordelen, stereotypering) = overtuigingen. Racisme is het
omzetten van overtuigingen naar handelingen (onbewust – bewust, schaal van ‘ernst’)
o Bv. in de avond straat oversteken omdat iemand van kleur je tegemoet komt
o Bv. een zwarte man neerschieten als agent omdat je ‘vreest voor je leven’
Intersectionaliteit
Sociale posities en identiteiten zijn complex
‘matrix of domination’ discriminatie op verschillende dimensies die onderling verweven
zijn.
Besef vereist kritische zelfreflectie
o McIntosh: witte privilege als onzichtbare knapzak: veelal onbewust, maar…
Versterkt dominantie en hiërarchieën in samenleving
o ‘witte, mannelijke, heteroseksuele privilege’
Bij intersectionaliteit ben je je ervan bewust dat mensen op meerdere assen kunnen afwijken van
‘de norm’, dat die assen elkaar beïnvloeden en dat dat iemands positie in de maatschappij bepaalt.
Iemand kan vrouw zijn en zwart. En lesbisch. En alleenstaand moeder. En ook nog slechtziend. Heb je
het plaatje? Voeg er dan nog even aan toe dat ze rijk is, erg rijk. Opeens is het plaatje anders. Want
iemand die rijk is, neemt een geheel andere positie in de maatschappij in dan iemand die arm is, ook
al zijn ze verder exact hetzelfde. Dat is, in een notendop, intersectionaliteit. Jouwe definieert het zo:
‘Onze verschillende identiteiten/categorieën van verschil (ras, klasse, gender, seksualiteit, etc.)
beïnvloeden elkaar op materieel, institutioneel en symbolisch niveau met als resultaat dat we op een
verschillende manier met discriminatie of machtsposities te maken krijgen.’
Witte privilege
Macht over het ‘normale’ (zie bv. huidkleurige pleisters die enkel in een blanke kleur te zien
zijn).
Macht over ‘het voordeel van de twijfel’ (bv. kredietwaardigheid nieuwe huurders, associatie
kleur – criminaliteit, …)
Geaccumuleerde macht (goede achtergrond, betere studies, …)