Samenvatting Doelgroepen 3:
Examen Juni
Hoofdstuk 1: Kinderen en jongeren met gedrags-en emotionele problemen
1.1: Omschrijving
1.1.1: Omschrijving van gedrags-en emoti onele problemen
۔ Matthys W. : worden als moeilijk of lastig ervaren
Ouders en leerkrachten zijn ongerust over hun gedrag → worden hier onzeker van →
weten niet meer hoe ze moeten omgaan met de kinderen
→ vooral negatieve gevolgen voor de omgeving
Wanneer spreken we van gedrags-en emotionele problemen?
۔ Scholte: wanneer ouders, leerkrachten en andere personen dit gedrag beschouwen als
strijdig met door hen en de samenleving gehanteerde normen en regels/ en of wanneer
deskundigen dit gedrag als problematisch beoordelen op basis van valide kenmerken van
psychisch (on)gezondheid
→ vooral rekening gehouden met het oordeel van de omgeving (ouders, leerkrachten), als
ook met geldende regels en normen en het oordeel van deskundigen
۔ De term gedragsproblemen wordt voornamelijk gebruikt bij KINDEREN → men bedoelt een
CONTINUÜM van: (= gaat over een heel grote groep)
o Druk
o Opstandigheid
o Agressief
o Prikkelbaarheid
o Uitdagend, driftig
o Vijandig
o Antisociaal
o Tot delinquent gedrag
→ heel veel verschillende uitingsvormen
→ van heel ernstig tot minder ernstig
→ van heel indringend aanwezig tot zeer kort voortkomend (situatie gebonden)
۔ Manieren van indeling:
o We moeten gedrag CATEGORISEREN in 3 soorten gedrag om te kunnen spreken van
probleemgedrag
→ Zichtbaar ongewoon of abnormaalgedrag (los van der ernst, oorzaak, context,
emotie)
Storend gedrag: incidenten die opvallen, naar anderen gericht, is vervelend en
waar de omgeving last van heeft (woedebuiten of hyper kinetisch gedrag)
Emotionele problemen: vallen minder op, kinderen en jongeren hebben er zelf
het meeste last (angst, depressie)
Somatoforme stoornissen: met lichamelijke klachten naar buiten komen
terwijl er sprake van iets is dat intern fout loopt (hoofdpijn, buikpijn)
, → Storend gedrag = EXTERNALISERND GEDRAG (=naar buiten gericht)
Liegen, agressie
→ Emotionele + somatoforme = INTERNALISEREND GEDRAG (=op zichzelf gericht)
Depressieve klachten, slaap- en eetproblemen, suïcidegedachten, ongelukkig,
krassen, angstig, onverzorgd,…
Wat is het onderscheid tussen gedrags- en emotionele problemen met gedragsstoornissen?
۔ LICHTE, TIJDELIJKE problemen → als reactie op nieuwe situatie
o Gedragingen die slechts in bepaalde situatie
o Of bij bepaalde personen voorkomen
۔ ERNSTIGE, LANGDURIGE problemen → ‘gedragsstoornissen’
o Oppositioneel-opstandig
o Stemmingsstoornissen
→ de ernst hiervan word bepaald doordat het gaat over langdurige of blijvende problemen
of over het samen voorkomen van meerdere problemen
۔ Gedragsstoornissen= benaming voor ‘ernstige gedragsproblemen of probleemgedrag’
o Omschreven binnen Diagnostic en Statistic Manual of Mental Diseases
(DSM IV-Tr → DSM 5)
o Minder situatie gebonden dan gedragsproblemen
o Maken deel uit van grote groep gedragsproblemen, maar niet alle gedragsproblemen
zijn ernstig genoeg om als gedragsstoornissen benoemd te worden
o Kinderpsychiatrische stoornissen → moet vast gelegd worden door deze psychiater
o Hierbinnen 2 soorten:
Oppositioneel opstandig gedragsstoornis
Normoverschrijdende gedragsstoornis
۔ 3soorten gedragsstoornissen :
1. OPPOSITIONEEL OPSTANDIG GEDRAG
= stoornis bij kinderen die zich bijna nooit aan de regels houden en zich vaak verzetten tegen
de vragen en opdrachten van volwassenen
→ Passieve, milde vorm van verzet: niet doen wat er gevraagd wordt en doorgaan met
hetgeen waarmee ze bezig zijn alsof ze de opdracht niet gehoord hebben
→ Actieve vorm van verzet → opdracht weigeren uit te voeren en brutaal zijn
Prikkelbaar en opvliegend gedrag
Klein incasseringsvermogen
Snel gefrustreerd en voelen zich snel beledigd
Schuld van gedrag ligt bij anderen
Gemengde stoornis van gedrag en emotie → Risico op antisociale gedragsstoornis of
angst-of stemmingsstoornis in latere ontwikkeling
2. ANTISOCIAAL GEDRAG (normoverschrijdende gedragsstoornis)
= normen en waarden worden overtreden en waarbij de antisociale gedragsproblemen het
sterkst naar voren komen
Liegen en stelen → schrik dat dit uitmondt in criminaliteit
, Vooral onbeheerst gedrag
Gedragspatroon dat hardnekkig blijft herhalen en fundamentele rechten van
anderen of bij de leeftijd passende normen en regels, geweld worden aangedaan (bv.
Vechten, spijbelen, liegen, agressie)
Handelingen waarbij duidelijk regels en afspraken worden geschonden
Berokkent vaak ernstige schade aan anderen op materieel, lichamelijk en psychisch
vlak
Zorgt voor onveilig gevoel
Problematisch functioneren op verschillende domeinen
Middelenmisbruik op risicovol seksueel gedrag → verhoogd risico op criminaliteit
Gedrag beoordelen in verschillende situaties om tot differentieatie te komen
Behandeling combinatie van:
o Oudertraining
o Cognitieve gedragstherapie
o Systematische behandeling
o Farmacotherapie
→ Diagnose: Binnen KINDERPSYCHIATRIE moet beantwoord worden
Mild: 1 situatie
aan criteria van DSM 5
Matig: minstens 2 situaties
- Symptoom moet ‘vaak’ voorkomen
Ernstig: 3 of meer situaties
- Ernst van stoornis naargelang het voorkomt in verschillende situaties
dus gedrag moet beoordeeld worden in verschillende settings
!Examen, puntjes per stoornis kunnen linken aan een casus!
Wanneer spreken we dan van jeugdigen met delinquent gedrag?
۔ = delicten die gepleegd worden door minderjarigen
o 12-18 jaar kan voor de jeugdrechtbank komen
o Jongeren die een als misdaad omschreven feit hebben gepleegd
o Voorzieningen maken onderscheid tussen:
Problematische leefsituatie (PLS)
Verontrustende situaties (VOS)
Misdaad omschreven feit (MOF)
o Jeugddeliquentierecht heeft herstelgerichte visie → op verantwoordelijkheid wijzen
o Maximum leeftijd voor ondersteuning is 23 jaar
۔ Delinquent gedrag: continuüm van gedragingen waarbij een inbreuk gedaan wordt op regels,
normen en wetten en/of schade berokkend wordt aan individuen of maatschappij → ook
antisociaal gedrag waarbij gedrag tegen de bestaande samenleving is gericht
Wat verstaan we allemaal onder strafbare feiten of delicten?
۔ Gewelds-en zedendelicten: agressie, moord, aanranding
۔ Eigendoms- of vermogensdelicten: oplichting, fraude, diefstal
۔ Vernieling en openbare orde delicten: vandalisme, huisvredebreuk, discriminatie
۔ Verkeersdelicten: rijden onder invloed, joyriding
۔ Drugsdelicten: gebruik van harddrugs
۔ Statusdelicten: spijbelen, drinken of kopen of alcohol onder 16 of 18 jaar
, → Ernstig delict = schade toegebracht aan personen of er is veel materiële schade
→ Geïsoleerde of groepsdelicten = aantal personen die betrokken zijn (GI = alleen, GR =
meerdere)
Zijn gedrags- en emotionele problemen ontwikkelingsstoornissen?
۔Ontwikkelingsstoornissen= ontwikkeling verloopt in 1 of meerdere domeinen vertraagd of verstoord
en vertonen vaak gedragsproblemen
o Het is wel een symptoom: gedrags- en emotionele problemen vertonen naar aanleiding
van ontwikkelingsstoornissen
۔Kinderpsychiatrische stoornissen
o Gedrags-en emotionele problemen + ontwikkelingsstoornis zijn GEEN synoniem voor
kinderpsychiatrische stoornissen → behoren wel tot het domein van de kinderpsychiatrie
۔Opvoedingsproblemen = het gaat om een verstoord interactieproces → moeilijke relatie kan bij het
kind leiden tot gedragsproblemen en bij de opvoeders tot moeilijkheden om op de gedragen van
het kind in te spelen (beter spreken van opvoedingsproblemen ipv gedragsproblemen)
o Probleemgedragingen worden uitgelokt en versterkt door de omgeving
o De manier van opvoeden en omgaan met kinderen bepaalt mee de wijze waarop het
kind gaat gedragen
1.1.2: Bijkomende aandachtspunten bij het omschrijven van gedrags-en emoti onele
problemen
۔ IJSBERGTHEORIE: instrument om gedrag en gedrags- en emotionele problemen beter te
begrijpen
o Gedrag bekijken als topje van de ijsberg
o Belangrijkste en grootste delen van ijsberg zit onder water en is onzichtbaar →
afvragen waar het zichtbare vandaan komt
۔ Gedragsproblemen (def.): gedragingen van een bepaald kind, die op een bepaald moment in
de tijd, door bepaalde personen uit de omgeving van het kind in een welbepaalde socio-
economische en culturele context opgemerkt en storend, ongewenst of ongewoon genoemd.
→ Hellinckx en Grietens onderscheiden elementen die helpen bij het beoordelen van gedrag,
zo proberen ze meer duidelijkheid te brengen in de omschrijving van gedragsproblemen +
zorgen voor objectiviteit
!!Enkel voor TOPJE van de ijsberg!!
Elementen onder vorm van criteria
= bij gedragsproblemen zijn deze criteria nodig om deze zo objectief mogelijk te gaan voorstellen
ONTWIKKELINGSPERSPECTIE = gedrag dat op de ene leeftijd aangepast is, dat niet meer op een
F andere leeftijd
→ Gepast gedrag:
- Nachtelijk huilgedrag baby 6 maanden
- Koppig gedrag 2-jarige
- Woedebuien kleuter 5 jaar
- Protestgedrag puber 13 jaar
→ Niet gepast gedrag: