100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Recht €10,48   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Recht

 7 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit is een samenvatting van het vak recht waarin alles staat wat tijdens de les werd verteld.

Voorbeeld 4 van de 47  pagina's

  • 25 mei 2022
  • 47
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (7)
avatar-seller
silkebastiaensen
RECHT
MODULE 1: RECHTSSTRUCTUREN

WAT IS RECHT?

= het geheel van regels die als doel hebben om de samenleving te ordenen 1 opgelegd
door de samenleving2 en zijn afdwingbaar door justitie3

 kenmerken van recht:

1. Geheel van regels
o Voorschriften (gedragsregels)
o Werking van instellingen
o Procedures om regels af te dwingen
o Procedures om recht te maken en te wijzigen
2. Om de maatschappij te ordenen
o Recht is zo oud als de mens
o Recht stuurt het handelen van mensen
o Voordeel van regels  duidelijkheid, ordening, structuur
o Regels bieden een oplossing voor conflicten
o Recht evolueert mee met de samenleving  weerspiegelt een tijdsgeest
3. De regels worden opgelegd door de samenleving
o Samenleving  de wil van het volk
 in een democratie is dit de overheid  zij zijn verkozen door de
samenleving om deze regels te maken
o Recht evolueert mee met de samenleving
o Recht is flexibel
4. De regels zijn afdwingbaar  dubbele betekenis
o Iemand kan jou verplichten om iets te doen OF niet te doen (bv. ik kan mijn
huisbaas verplichten om mijn boiler te maken)
o De overheid kan jou straffen / sanctie opleggen = strafrecht
 Andere:
o Religieuze voorschriften
o Moraal of ethiek (bv. goed en kwaad)
o Etiquette (bv. beleefdheidsregels)
o Spelregels voor sport en spel  je moet je hier aan houden want anders
wordt je bestraft door de mensen in je omgeving NIET door de rechtbank
MAAR wel als er slagen en verwondingen bijkomen (bv. bij rugby)
 Gelijkenis tussen rechtsregels en andere regels  het gedrag van mensen sturen
o Waarin verschillen rechtsregels van andere regels?
 Rechtsregels
 Opgelegd door de samenleving  door de overheid
 Van toepassing op ALLE mensen van die samenleving
 Het naleven van de regels is verplicht en kan worden
opgelegd via de rechtbank / justitie
 Andere
 Opgelegd door een bepaalde groep in de samenleving
 Enkel van toepassing op de leden van die groep (bv.
gelovigen, leden, deelnemers…)



1

,  Het naleven van de regels gebeurt op vrijwillige basis of op
basis van sociale controle
o Je kiest zelf om lid te worden van een groep en deze
regels te volgen en jij moet ook de kans hebben om
uit deze groep te stappen  bij recht kan je niet
kiezen om deze regels te volgen

REGELS OM EEN SAMENLEVING TE ORDENEN


TERRITORIALITEIT
 Grensoverschrijdend recht  2 soorten (internationaal recht EN supranationaal
recht)
o 1) Internationaal recht heeft 2 vormen
 Internationale verdragen tussen landen
 Internationale verdragen die worden afgesloten via internationale
organisaties of bijeenkomsten waar landen lid van zijn (bv.
Verenigde Naties, Raad van Europa, internationale conferenties)
o 2) Supranationaal recht  Europese Unie (27 lidstaten)
 Buitenbeentje binnen GOR
 De overheden van een land hebben een deel van hun bevoegdheid
afgestaan aan de EU
 Deze mensen worden verkozen door alle leden van de
lidstaten  democratie
 Supranationaal = boven het eigen land
 Voor sommige landen is dit soms moeilijk om te accepteren
o In eigen land  4 niveaus – vorm van gelaagdheid
 Recht op federaal niveau  1 grondgebied
 Maken beslissingen voor alle Belgen (bv.
coronamaatregelen)
 Federaal is 1 niveau met daaronder deelstaten ANDERS
spreekt men van een unitaire staat
 Recht op regionaal niveau  6 regio’s of
deelstaten
 3 Gemeenschappen
 3 Gewesten
 Recht op provinciaal niveau  10 provincies
 Recht op lokaal niveau  vele steden en
gemeenten
 Nationaal recht  regionaal niveau
o 3 gemeenschappen (Vlaamse Gemeenschap –
Franse Gemeenschap – Duitstalige Gemeenschap)
 Taalgebonden
 Persoonsgebonden
(bv. onderwijs)
o 3 gewesten (Vlaamse Gewest – Waalse Gewest –
Brusselhoofdstedelijk Gewest)
 Grondgebied
 Plaatsgebonden
(bv. milieu – openbaar vervoer)




2

,INHOUD (MATERIE)
= wat regelt dit wet

 Publiek recht = waar de rol van de overheid belangrijk is – de overheid actief
deelneemt aan het recht - de overheid is rechtstreeks betrokken bij de handeling
omwille van:
o Het ‘algemeen belang’ (bv. strafrecht, jeugdrecht)
o een rechtstreeks belang (bv. contacten tussen burger en overheid, het
innen van belastingen, de werking van de staat, gerechtelijk recht…)
o contacten tussen overheden onderling
o hier is meer gewicht aan omdat de overheid hier een grotere rol speelt
 Privaat recht = geeft kader en laat de rest over aan de burgers - regelt interactie
tussen burgers - de bescherming van ‘individuele’ belangen (bv. wij gaan je niet
verplichten om met elkaar te huwen maar als je het doet zijn dit de regels waar je
je aan moet houden)
 Belang van het onderscheid
o Publiek recht is gewichtiger (en vaak ook complexer) dan privaatrecht;
o Publiek recht kent nauwelijks onderhandelingsmarge.
 Mengvormen = situeert zich tussen publiek en privaatrecht door inmenging van
de overheid in wat oorspronkelijk het privaatrecht was (bv. gezondheidsrecht –
milieurecht…)


COMBINEREN
 Samenleving = heel wat te regelen  combineer territorialiteit en inhoud en het
plaatje is compleet
o Grensoverschrijdend & nationaal publiek recht (bv. wij hebben de
rechtbank die beslist over straffen en wat wel en niet mag MAAR
grensoverschrijdend hebben wij het leger van de EU)
o Grensoverschrijdend & nationaal privaatrecht (bv. wanneer een Duitser en
een Belg willen trouwen, met welke rechten moet je dan rekening houden?)


STRAFBAAR OF NIET
 Samenleving  is iets strafbaar of is het niet strafbaar?
o Wanneer is iets strafbaar? 2 voorwaarden
 Als in de wet staat dat het strafbaar is;
 “nullum crimen sine lege”
 En als de wet de bijhorende straf vermeldt.
 “nulla poena sine lege”
o Strafbaar feit = een misdrijf
 Op een misdrijf staat een straf (een hoofdstraf en een bij straf)
 Het strafrecht kan geen rekening houden met subjectieve zaken
(bv. grensoverschrijdend gedrag kan lastig zijn maar er moeten
bepaalde zaken voorkomen voor men deze kan bestraffen)
o Strafsancties
 Hoofdstraffen: deze kunnen gecombineerd worden
 vrijheidsberoving (bv. gevangenisstraf - enkelband)
 werkstraf
 geldboete




3

,  Bijkomende straffen (bv. rijverbod voor (on)bepaalde tijd – opnieuw
een rijexamen moeten doen – verplichten om je te laten
opnemen…)
o Belang van het onderscheid
 Strafrecht = de sanctie (NIET de handeling) is afdwingbaar 
strafrechtbank  het parket beslist of de persoon voor de rechter
moet verschijnen
 Niet-strafrecht = de handeling (NIET de sanctie) is afdwingbaar 
burgerlijke rechtbank (bv. jij betaalt je huur niet dan kan jouw
huisbaas de achterstallige huur afdwingen bij de rechter)
 Strafrecht = géén onderhandelingsmarge
o Mengvormen (2 soorten)
 Tuchtsancties  werkomgeving (bv. dokters die zitten bij een
bepaalde orde omdat zij een eed hebben afgelegd)
 of als vast benoemd ambtenaar
 of bij bepaalde beroepsgroepen
(bv. verbieden om het beroep nog uit te oefenen)
 Administratieve sancties  opgelegd door een administratie / een
overheid (bv. GAS-sancties bij openbare overlast)
 Er komt GEEN strafrechtbank aan te pas

OPGELEGD DOOR DE SAMENLEVING (OVERHEID)


OVERHEID
Overheid = een orgaan waar macht zit maar met openbaar gezag en die door de
samenleving gemandateerd is om recht te maken

o Verschillend van land tot land
 Westerse samenleving  democratie
 Andere continenten  andere vormen (bv. autocratie met een
dictator)
o Draagvlak voor het recht = de regeltjes / het draagvlak waar de overheid
zich aan moet houden


DEMOCRATISCHE OVERHEID
 Kenmerken:
o Machtsbasis  volk
o Vrije verkiezen
o 3 staatsmachten  deze zijn gescheiden
 Wetgevende macht = het volk = parlement of raad
 Uitvoerende macht = bestuurders = staatshoofd & regering
 Rechterlijke macht = hoven en rechtbanken = justitie
 Verkiezingen:
o


BELGIË
 Recht in België
o Europese Unie
 Europees parlement


4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper silkebastiaensen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 66579 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€10,48
  • (0)
  Kopen