Thema 9: Goederen- en zakenrecht
1. Algemeen
Verbintenissenrecht: gaat over onderlinge
overeenkomsten
(Anderen hebben er geen baat bij)
><
Zakenrecht: gaat over eigendommen
(Iedereen moet dit respecteren)
(VB: laptop blijf van jou)
Goed vs. zaak:
Zaak: tastbaar materiaal voorwerp (VB: flesje water)
Art. 3.41 Goed: alle voorwerpen die vatbaar zijn voor toe-eigening, met inbegrip van de vermogensrechten
(Kan ook ontastbaar zijn)
(VB: aandelen bij Apple, schuld van 500€, auteursrecht)
Voorwerpen:
Art. 3.40
o Zijn lichamelijk of onlichamelijk
o In tegenstelling tot onlichamelijke voorwerpen kunnen lichamelijke voorwerpen zintuigelijk worden
waargenomen en worden gemeten middels een momentopname
2. Soorten goederen
Indeling volgens: gebruik of toe-eigeningsmogelijkheden:
Art. 3.43
Art. 3.44
Bankbiljet: maakt niet uit of je biljet 1 of 2 krijgt uit iemands portefeuille, de waarde blijft hetzelfde
Elektriciteit wordt pas nuttig als je het gebruikt
Art. 3.45
1
, Roerend of onroerend:
Beginsel: alles wat niet onroerend is, is roerend
Art. 3.47
Roerend: vandaag wel al belangrijker (schilderij, eigenaarsrechten, aandelen, bitcoin, …)
Onroerend: grond, huizen, … had vroeger meer waarde
1) Uit hun aard: eigenheid maakt dat het goed niet verplaatsbaar is
Grond en samenstellende volumes (VB: huis)
2) Door incorporatie: hangen vast aan onroerend goed
VB: kachel is roerend, tot het wordt geplaatst in huis
3) Door bestemming: ascessoria van goederen die door incorporatie onroerend zijn
VB: kachelbuis wordt onroerend vanaf bevestigd aan kachel
3. Zakelijke rechten
= Moet voorzien zijn in wet, je kan niet zelf zakelijk recht verzinnen
Bij verbintenissen wel mogelijk
o Eigendomsrecht
o Mede-eigendom
o Zakelijke gebruiksrechten (erfdienstbaarheden, vruchtgebruik, erfrecht en opstal)
o Zakelijke zekerheden (bijzonder voorrechten, pand, hypotheek en retentierecht)
Retentierecht: recht om zaken die je krijg mag houden tot wederdienst
(VB: garage mag auto bijhouden zolang je niet betaald)
Kenmerken van zakelijke rechten: creëren bijzondere rechtsband tussen titularis en goed:
Absoluut, tegenstelbaar aan iedereen: iedereen moet er respect voor hebben
o RG: roerend goed, bezit als publiciteit (tot bewijs tegendeel)
Er wordt geacht dat je eigenaar bent
VB: je pak een flesje water, men gaat ervan uit dat het jouw flesje is
o OG: onroerend goed, publiciteit via registratie bij kantoor Rechtszekerheid (vroeger: hypotheekkantoor)
Overgave via registratie (VB: huis overgeven via erfenis)
Volgrecht:
o Zakelijk gerechtigde volgt zijn zakelijk recht en kan opeisen tov. Ieder die het goed, onder zich houdt,
ongeacht waar
Als je bewijs hebt, kan je een goed terugvragen
VB: je kan door kassaticketje bewijzen dat het wel degelijk jouw flesje is
Recht van voorrang
o Goed terugnemen zonder dat je onderworpen bent aan de regels van ‘gelijkheid van schuldeisers’
o VB: beslag, faillissement (je breng auto naar garage, maar die gaat failliet wanneer je auto er nog staat. Nu
denk je shit mijn auto weg, want auto wordt geacht goed te zijn en wordt dus ingenomen. Omdat je
eigenaar bent geldt recht van voorang
Numerus clausus: geen andere zakelijke rechten dan die in de wet staan
2