Samenvatting Gezins- en contextbegeleiding
1. Gezins- en contextbegeleiding: een eerste situering
1. Het gezin: een poging tot definitie
Van Dale: ouders met hun kinderen, moeder of vader met kinderen.
o 2 generaties, al dan niet bloedverwantschap, één-oudergezin kan ook
Ruimere definitie: Alle samenwerkingsvormen die een herkenbare sociale eenheid op
microniveau vormen, met al dan niet verwante personen die duurzame (langdurig en
bestendig) en affectieve (emotionele) banden hebben en elkaar onderling steun en
verzorging verlenen.
Definitie in het Family Quality of Life model: Immediate family are those people who
are closely involved in the day-to-day affairs of your household and who support
each other on a regular basis. Family members may be related by blood of by close
relationship. (In het engels geen onderscheid in woordenschat tussen gezin en
familie)
2. De geschiedenis van het gezin
Dé geschiedenis bestaat niet.
Invloeden vanuit religie, politiek en maatschappelijke beeldvorming.
De geschiedenis wordt bij ons opgedeeld in 4 periodes:
- 1875 – 1945: Gezin is de hoeksteen van de samenleving
o Gezinnen zijn fundament van de samenleving
o Christelijk geloof bepaalt sterk het dagelijks leven van en in gezinnen
- 1945 – 1960: Gezin in wederopbouw
o Wederopbouw samenleving (door veel armoede): aandacht voor gezinsbeleid
(ondersteuning bv. door huisvesting)
o Gezinsgericht werken in de hulpverlening komt stilaan op gang
o Eerste allochtone gezinnen in Vlaanderen
- 1960 – 1980: Gezin onder druk
o Gezinstheorieën in volle ontwikkeling + verder ontwikkelde steun
o Concept gezin wordt echter uitgedaagd door de seksuele revolutie en de
emancipatie (van de vrouw)
o Kinderopvangdiensten rezen als paddenstoelen uit de grond
o Naast traditionele gezinnen ook nieuwe leefvormen
- 1990 - … : Gezin terug een hoeksteen?
o Alternatieve gezinsvormen
o Gezinsvervangende hulpverlening
o Belang van ‘het veilige gezin’, ‘terug naar de basis, naar ‘normaal’’
3. De gezinskenmerken
- Socio-demografische kenmerken (grootte, leeftijden, locatie, samenstelling, inkomenn
etnische achtergrond, opleidingsniveau…)
- Cultuurpedagogische kenmerken (moedertaal, opvoeding, opvattingen…)
- Affectieve kenmerken (emotionele, opvoedingsstijl, interacties, communicatie)
,Andere gezinskenmerken zijn vaak moeilijker te taxeren daarvoor zijn er vragenlijsten
zoals de Gezinsvragenlijst of de Ouder-kind interactie vragenlijst, afhankelijk van de
doelstelling.
4. Gezinsvormen
Kerngezin, LAT-gezin ( Living apart together), nieuw samengesteld gezin, LTA-gezin (Living
together apart), BOM/BAM, eenoudergezinnen, kangeroewonen, het uigebreide gezin (nog
een ander lid van de familie naast ouder en kind), mikado-gezin, co-ouderschap, holebi-
gezin, pleeggezin, alleenwonenden…
5. Gezins- en contextbegeleiding
Het hulpverleningslandschap is volop in verandering: de transitie van aanbodsgestuurde
naar vraaggestuurde zorg impliceert een meer flexibele zorg. MFC’s en FAM’s maakt deze
vorm van ondersteuning mogelijk. Gezins- en contextbegeleiding worden de
basisopdrachten van een opvoeder/begeleider.
Contextbegeleider: Gezinsbegeleider:
Focust op het kind/de jongere en zijn Ouders als primaire invalshoek, gezin als
context geheel
Bv. huiswerkbegeleiding aan huis (want Bv. financiële begeleiding in een gezin,
focus/vertrekpunt vanuit het kind) budgetbeheer
- Praktisch pedagogisch advies en - Permanente vraagverduidelijking en
begeleiding zorgafstemming
- Inclusie ondersteunen: informeren en - Expert i.v.m. gezinsondersteuning in
ondersteunen van andere contexten team en beleid
buiten het gezin - Informatie geven over impact
- Informatie geven over impact beperking (accent op inspelen op de
beperking (leren omgaan met, weten beleving bij de ouders)
waar ze aan toe zijn…) - Administratieve regelingen
In de praktijk is er natuurlijk een grijze zone
, 2. Family centered model
Gezins- en contextbegeleiding veronderstelt een “goede” manier van begeleiding, waarbij er
een volwaardig partnerschap is tussen het gezin en de gezinsbegeleider. Dit impliceert een
family-centered benadering.
Family-centered vs professionally-centered model
Van zodra ouders in gesprek gaan met een gezinsbegeleider, is het belangrijk om te beseffen
dat er in die ‘samenwerking’ 2 verschillende vormen van kennis betrokken zijn: die van de
ouders en de kennis van de deskundige. Deze 2 visies zijn fundamenteel verschillend van
elkaar. De gezinsbegeleider moet dus opletten door niet alleen met zijn eigen ogen te kijken
(professionally-centered model/expert model) maar ook door te vertrekken vanuit de
waarneming van de ouders (family-centered).
Bij een professionally-centered model neemt de hulpverlener de leiding: hij stelt de vragen,
neemt de beslissingen, onderneemt actie… Het heeft ook zeker een meerwaarde (bv. puur
medisch), maar in de ouder/gezinsbegeleiding is dit gevaarlijk. Je stelt je immers superieur
op waardoor ouders beginnen twijfelen aan hun eigen deskundigheid, zelfwaardering en
zelfvertrouwen.
In een family-centered model schakelt de gezinsbegeleider zich in als instrument van het
gezin, met geïndividualiseerde interventies, flexibiliteit en responsiviteit. Dany Baert
beschrijft volgende aandachtspunten die belangrijk zijn:
- Laat je niet leiden door een ‘blame-the-mother’ ideologie, maar probeer je te
verdiepen in de wijze waarop ouders binnen hun marge al het mogelijke doen om hun
kinderen de best mogelijke opvoeding te geven.
- Besef dat de ouders met wie hij/zij werk zichzelf meestal als machteloos ervaren.
- Sta stil bij hoe het moet zijn om als ouder geen resultaat te bekomen.
- Een gezinsbegeleider werkt niet met intentionele theorieën als ‘ze kunnen/weten het
wel maar willen het niet’
- Een gezinsbegeleider werkt niet lineair-causaal maar vertrekt vanuit een bredere focus.
Open visier
circulaire causaliteit = het ene is de oorzaak van het ander maar ook omgekeerd.
equifinaliteit = 1 oorzaak kan verschillende gevolgen hebben of 1 gevolg met verschillende
oorzaken.
Het parallelproces in de begeleiding van ouders
Met 2 soorten gezichten/visies kijken (vanuit ouders en vanuit deskundigheid). De visie van
de ouders weegt wel het meest door.
Werken met ouders betekent dat we ouders uitdagen hun gezin in beweging te zetten. Dit
gaat in tegen het evenwichtsprincipe of de macht van de homeostase. Mensen, dus ook
ouders, verkiezen dan ook het onaangename voorspelbare boven het aangename
onvoorspelbare. Besef goed dat ons goedbedoelde raadgevingen tot deze laatste categorie
behoren! Een gezin vanuit dit perspectief benaderen helpt om beter te begrijpen en
aangepast te handelen.