Arbeids & organisatiepsychologie
HOC 1
Examen:
100% Multiple choice examen met giscorrectie (-0,25) → 45 vragen, 5 uit boek die niet uit les komen
Leerresultaten: (datums en namen niet kennen)
• Je kent de basisbegrippen en theorieën uit het vakgebied en kan aangeven waarom deze
relevant zijn bij het analyseren van gedrag in een arbeids- en organisatiecontext;
• Je kan de relevante basisbegrippen en theorieën in hun historische context plaatsen;
• kan basisconcepten en theorieën kritisch evalueren alsook onderzoek waaruit ze voortkomen
• Je kan op basis van de basisbegrippen en theorieën uitleg geven over het samenspel van
enerzijds de differentiële sterkten en zwakten van werknemers en anderzijds enkele formele
en informele organisatiekenmerken;
• Je kan praktische toepassingen van de basisconcepten en theorieën herkennen en duiden.
Overzicht cursus (7 hoofdstukken)
1. Inleiding en situering
o Achtergrond en geschiedenis
2. Basisdeterminanten van gedrag
o Waarom gedragen mensen zich op een bepaalde manier: Individueel en in groep
3. Diversiteit op het werk
o Diversiteit en discriminatie
4. Arbeidsmotivatie- en satisfactie
o Wat motiveert mensen, waarom zijn ze tevreden in hun werk?
5. Autonome werksystemen en jobdesign
o Hoe werk anders inrichten zodat motiverender werkt
6. Leiderschap
7. Werving en selectie
Situaties in media gelinkt aan cursus
• Zelfmoord tussen de Iphones door slechte werkomstandigheden bij Focconn
(leverancier apple) → netten op gebouw om mensen op te vangen die springen
• Slavernij bij Zalando → Militairregime → geen menselijke (humane) omstandigheden
→ bewakers en toiletten in midden van werkvloer
• Ryanair personeel → Als consument goedkoop koopt → is dat te zien in andere besparingen
en hierbij personeel → uitbuiting personeel
• HR-dienstverlener SD Worx → verwacht dat thuiswerk structureel ingevoerd zal worden
Sommige bedrijven willen niet doen → controle uitvoeren → anders werken ze niet
• Netflix → laat personeel onbeperkte vakantiedagen nemen, zolang werk maar gedaan is
→ Consequentie: mensen nemen minder vakantie, omdat ze het meer competitie creëert
• Uitspraak google WN “mannen zijn biologisch geschikter voor de top” → Stereotypen en
discriminatie → geslachtsongelijkheid en etnische verschillen
(migratie en geloofsachtergrond) → minder loon → diversiteit
• VUB → Quoata 1/3 vrouwelijke prof → invoeren om weerspiegeling in professoren gelijk te
stellen aan studenten → academische schaar → aanwerving
• Nieuwjaarsreceptie China vastgoedbedrijf → uitdelen bonussen zakken vol geld → Als
mensen zien dat andere goed beloond worden door hard werk, gaan ze het ook willen doen
• ¼ wil minder loon voor ideale job → Geld toch niet grootste drijfveer bij werk
• Verkiezingsstrijd US → argument Trump dat “ze het niet had” → wat maakt goede leider?
,H1: Inleiding en situering
Afbakening
Hoe waarde individu impact heeft op organisatie
Beide richtingen → hoe gaan inrichtingen in organisatie Invloed hebben op individu
Constante interactie tussen deze 2 → samenhang
Situering van de A&O-psychologie
• Consumentenpsychologie
• Producentenpsychologie (wat wij zien)
o Sociale psychologie (mens-mens)
o Arbeids- en organisatiepsychologie (mens-arbeid)
→ 3 onderverdelingen:
▪ Ergonomie → individu is constant en omgeving veranderen
(beeldschermwerk, aangepaste stoel, …)
▪ Arbeidspsychologie → omgekeerde van ergonomie → Job is de constante en
persoon aanpassen aan job (opleidingen, selectie (mensen zoeken die bij job
passen, …)
▪ Organisatiepsychologie → studie van gedrag binnen organisatiepsychologie
(teamwerk, leiderschap, …)
Historische en maatschappelijke evoluties (data en namen niet belang)
Wat heeft A&O relevant gemaakt/tot stand gebracht?
Invloed vanuit filosofie:
• Plato:
o Beschrijft ideale Staat als plaats waar individuen die taken toegewezen krijgen
waarvoor best geschikt
o 3 taken in ideale staat:
▪ Mensen die de andere moesten leiden (filosofen/politici)
▪ Wachters (politiemacht/controle)
▪ Overige mensen
o Iedereen heeft verschillende capaciteiten → testen wie bij welke taak past
→ selectieprocedures
o Stelt: geen twee personen exact gelijk geboren; mensen verschillen qua natuurlijke
begaafdheden
o Stelt militaire geschiktheidstests op om soldaten van ideale Staat te selecteren
• Juan de Dios Huarte y Navarro:
o Grote individuele verschillen (verschillen in vaardigheden)
o Voor verschillende jobs, heb je verschillende vaardigheden nodig
o Taak van de staat om goede testing te doen → zo mensen verplichten om bepaalde
domeinen te gaan studeren die meest overeenkomen met hun sterktes
o Verschillende beroepen vereisen verschillende vaardigheidspatronen
o 2 voordelen: Belang van goede professionele diagnostiek door de staat, zodat men
jongeren kan verplichten het kennisdomein te bestuderen waarvoor meest geschikt
▪ Voordeel voor staat
▪ Voordeel voor individu: geen tijd en moeite verspillen
o Vandaag de dag: (oriëntatieproeven naar interesses en capaciteiten) niet verplicht
maar toch in bepaalde richting geduwd → Mesen matchen o.b.v. capaciteiten
,Historische en maatschappelijke evoluties → psychologie als wetenschappelijke discipline
• Natuurwetenschappelijke methode:
o Observatie → hypothese → toetsing → verwerping/aanvaarding hypothese
o Dingen die je observeert systematisch gaan testen, hierop hypothese stelen (hoe je
denkt dat het in elkaar zit) en zo ga je zien op het aanvaard kan worden
o Vb. Milgram experiment (https://www.youtube.com/watch?v=xOYLCy5PVgM)
Psycholoog 2de WO → vroeg zich af hoe mensen zulke gruwelijke dingen kunnen
doen → Hypothese is dat niet iedereen slecht is, maar wanneer autoriteit er was ze
volgzaam waren → Mensen zijn gevoelig voor autoriteit → liet mensen naar labo
komen, zogezegd met leerexperiment meedoen → elektroshock als fout antwoord,
hoe meer fouten hoe meer volt → 65% ging door tot uiterste, omdat expert is gaan
mensen doen (mensen met autoriteit)
o VB. vandaag de dag: testing covid vaccin → groep echte en andere placebo →
hypothese dat de echte minder symptomen zullen vertonen
• Maatschappelijke ontwikkeling/ sociale invloeden:
o Toen mensen jagers waren was er niet veel nood aan menselijke psychologie
o Film Daans (industriële revolutie) → meer geproduceerd, meer fabrieken
→ grote groepen te werk stellen
o Beroep copiloot verdwijnt door automatisering (robotica) → nieuwe
maatschappelijke ontwikkelingen die werk anders maken → nood om na te denken
over werk
• Humanisme → opkomst
o Hier stond mens centraal → de focus (alle aandacht)
o Leven hier en nu belangrijk, niet om naar hemel te gaan later
o Mens als werknemer werd belangrijk
• Eerste academische ontwikkelingen:
o 1876: Wilhelm Wundt:
o Eerste psychologische labo → Leibzich → eerste plek waar gekeken werd naar
menselijk gedrag (psychologie) → bezig met basale processen (reactietijden,
experimenten, …) → 2 methodes:
▪ Experimentele methode
▪ Introspectie (hoe voelde je je tijdens experiment)
• Arbeidspsychologie – consumentenpsychologie → door 2 mensen opgezet:
o 1901: Walter Dill Scott
▪ Toespraak over psychologie en reclame → hoe het hem beïnvloedde
▪ Voor eerst commerciële activiteit linken aan psychologische inzichten
o 1912: Hugo Münsterberg
▪ Psychology and industrial efficiency
▪ Toepassen van empirisch – natuurwetenschappelijke methode op selectie
▪ Experimentele benadering van selectie
VB. Test om treinbestuurders testen → toestel met witte stip → persoon moet
met tak bolletje volgen
VB. Reactietijden in noodsituatie → peer knijpen → lichtjes en snel knijpen
▪ Kenmerken en kwaliteiten testen van mensen en kijken wat nodig is in job
, Methodologische invloeden
• Differentiële psychologie: (verschillen tussen mensen)
o Galton, Pearson: (neef Darwin)
▪ Sterke interesse in individuele verschillen
• Sommige mensje zijn beteer voorbestaan om goed in het leven te
staan
▪ Experimentele methode → meten bij mensen
VB. poster in labo hoever mensen kunnen zien, hoe goed hoeren, hoe sterk,
kleur van ogen, … → verschillen tussen personen
▪ Ontwikkelen van statistische technieken (gemiddelde, standaardafwijking,
correlatie) → verschillen tussen mensen beschrijven
▪ Basis voor selectiepsychologie (reden waarom we IQ-testen gebruiken)
o McKeen Cattell, Binet & Simon, Terman, Yerkes
▪ Nadien is complexer geworden
▪ Individuele verschillen in cognitieve vaardigheden
▪ intelligentie quotiënt
▪ Intelligentietests/cognitieve vaardigheidstest
o Guilford, Cattell:
▪ Individuele verschillen in persoonlijkheid
Evolutie van maatschappelijke beeld over de mens in een arbeidssituatie
(verhaal doorheen geschiedenis hoe visie op de werkende mens is ontwikkeld)
• Voor < 20 eeuw:
o WN’s volgt slaafs instructies en heeft geen eigen mening (film Daans)
o Mensen waren middelen en gaven niet veel om → tools om doel te bereiken
o VB. foxcon → ander initiatief was contract dat WN’s moesten tekenen → Als ze toch
deden kreeg familie geen uitkering en was foxcon niet verantwoordelijk
→ Org. neemt hierbij recht af van zelfbeschikking van personeel (nog niet weg)
VB. kledingfabrieken Bangladesh
• De rationeel-economische mens:
o Werknemer heeft vooral rationeel - economische motieven
o Mensen zijn lui en willen niet werken → moet ze controleren en incentives geven
o Taylor, scientific management → Talorisme, Fordisme
▪ Ingenieur in staalfabriek → kreeg van org. opdracht om productiviteit
omhoog te halen → werknemers ook beter van worden
▪ Riep 1 WN bij zich (Smith) en maakte afspraak → Taylor zei hoe moest
werken en luisteren → als je opvolgt zo meer verdienen en meer produceren
▪ Natuurwetenschappelijke methode om werk te bestuderen en op te delen
→ elk klein deeltje optimaliseren (hoe schuppen, hoe vaak karretje, …)
▪ Op wetenschappelijke manier werk bestuderen en optimaliseren
▪ Productiviteit steeg en Smith verdiende meer
▪ Werkmethoden moeten gebaseerd zijn op wetenschappelijke principes
▪ Selecteer, train en ontwikkel elke werknemer op een wetenschappelijke
manier
▪ Zorg ervoor dat de geplande werkmethode gevolgd wordt
▪ Managers analyseren en plannen, werknemers voeren uit → moeten
mensen (rationeel economische wezens) controleren en belonen
▪ Vandaag de dag: bandwerk → productieproces indelen en iedereen doet 1
klein deeltje bij BV. autoproducenten
▪ Niet enkel arbeider jobs → arts en chirurg → oogchirurg op lopende band →
elk station en chirurg doet een klein deel van de operatie