HOOFDSTUK 1 ; INTRO EUROPEAN HISTORY
Historicism = het idee dat wat eerst in Europa gebeurt, zich met de tijd (=historisch) elders
verspreidt. Er zou dan maar één moderniseringspad zijn
°19e eeuw wordt vaak beschouwd als de tijdperk dat de idealen van de verlichting (18e eeuw) in
praktijk zette
(Steven pinker) :
18e eeuw , tijdperk van verlichting werd als brug gezien tussen de 17e eeuw —>
wetenschappelijke revolutie en rede (newton) & 19e eeuw —> politiek, socio-economisch en
culturele veranderingen (industrialisatie, secularisatie, verstedelijking, democratisering..)
Modernisering = de transformatie van een traditionele, landelijke, agrarische samenleving naar
een seculiere, stedelijke, industriële samenleving
Verandering op macro niveau : rationalisering, industrialisatie en verstedelijking (feodalisme naar
kapitalisme), natie-staten, democratie…
Micro niveau : individualisme en de rede ipv traditie en gewoonte
•Can we have objective historical knowledge?
Het is de bedoeling dat we zo objectief mogelijk redeneren en alle aspecten benaderen, maar het
is moeilijk om afstand te houden van onze eigen standpunten/opvattingen. Onze eigen
opvattingen komen vaak in soort vragen die we stellen wanneer we geschiedenis bestuderen
Is modernity a chronological or a qualitative category?
Modernisering is een contant proces en het is relevanter om over modernisering als proces te
praten dan moderniteit als een toestand. Het is niet historisch, het duid geen ‘periode’ aan, het
duid een kenmerk van historische gebeurtenissen aan, het is dus kwalitatief.
•What do we mean by modernity?
de transformatie van een traditionele, landelijke, agrarische samenleving naar een seculiere,
stedelijke, industriële samenleving.
Constant proces van innovatie en verandering
Met veel processen die daarmee samenhangen zoals industrialisering, secularisering,
democratisering….
•Why do we speak of multiple modernities?
Omdat moderniteit niet 1 gedefinieerd globaal proces is, het gebeurt anders naargelang
de plaats en de tijd en elk land heeft bij wie van spreke haar eigen moderniteit, zoals
Chakrabarty kritiek had op historicisme en dat moderniteit in India zich anders heeft voort
gedaan als in Europa.
•Why study modern European history?
Om perspectief te krijgen, verandering te begrijpen en hoe het heden tot stand is
gekomen
Om de uniformiteit van de Europese geschiednis beter te bestuderen en de verschillen
zien in de verschillende historische processen binnen Europa in de verschillende landen
—> industrialisatie is niet hetzelfde in heel Europa, Rusland vs UK
,Hoofdstuk 2 European history : French Revolution
Einde van 18e eeuw (1780), vervolg van de verlichting in Eu —> mens en rede VS traditie en kerk,
opkomst van een middenklasse en gedrukt materiaal moedigen politiek bewustzijn aan
Amerika wordt onafhankelijk van de kolonisatie van Groot-Brittanie (geen belastingen meer)
Glorious revolution in engeland, vervanging katholieke koning door protestante —> moet dus
rekening houden met parlement, katholiek niet want goddelijk recht op regeren
Frankrijk was nog geregeerd door het ancien regime … =
3 sociale klassen/standen - kerk , bidders (clerus) - adel, militair- derde stand, gewone
mensen ook bourgeoisie (98% franse bevolking) (er was wel de mogelijkheid voor sociale
mobiliteit tussen standen, landeigendommen kunnen niet gelijkgesteld worden met socio-
economische groepen en soms waren bourgeois rijker dan adel)
Louis XVI baseerde zijn autoriteit op goddelijk recht om te heersen
Hij gaf speciale privileges aan de eerste en tweede stand
De derde klasse (arbeidsmannen en boeren) waren de enigen die belastingen betaalden aan de
Koning en de andere standen (wnr er slechte oogst was hadden boeren soms helemaal niks meer)
Aanloop revolutie
Economisch MAAR! Toen verzonk Frankrijk in de schulden wegens 1) steun aan de
Amerikaanse revolutie en haar 2) langdurige oorlog met Engeland 3) hardcore uitgave aan paleis
Versailles Louis XIV Slechte oogsten, hongersnood en nu al zware belastingen en
inkomensongelijkheden
Politiek : problemen met de provinciale parlementen (feodaal systeem, kleine parlementen zoals
bij ons nu gemeenteraad), omdat ze bezwaar konden maken tegen besluiten vd koning —>
belastingen voor de aristocratie. Ze daagden de koning uit voor zijn goddelijke macht om te
regeren
Deze waren provinciale hoven van beroep met een rechterlijke macht
(Parlements ”= bron van verzet tegen absolutistische regel
= provinciale hoven van beroep (rechterlijke macht)), een groeiende uitdaging voor de goddelijke
rechten van de koning
Koning Louis benoemde Jacques Necker tot minister van financiën —> hij herverdeelde het
belastingstelsel (hij won aan publieke steun door de financiën van de regering te publiceren) ,
Louis wou een grondbelasting innen op alle grondbezitters en de assemblee des notables
verwerpt het voorstel en om dit te omzeilen organiseert hij de staten generaal
Louis was hiervoor wel een beetje bezorgd en riep de “Staten-Generaal” bijeen = een vergadering
van met vertegenwoordigen van de drie standen (eerste keer in 175 jaar)
Elke stem is gelijk
Aangezien de twee hogere standen hun privileges wouden behouden, en eerlijke
vertegenwoordigen onmogelijk was (omdat derde stand 98% is vh volk) heeft de derde stand de
vergadering afgebroken !!! En riep zich uit tot de nationale assemblee —> ze zweerden dat ze een
nieuwe grondwet zouden ontwerpen, met of zonder de andere standen (la constitution)
Louis was dan tegen de twee hogere standen zo van ja ga naar nationale assemblee, en hij
ontsloeg Necker —>
TOEN werden super veel Parijzenaars mega kwaad en bestormden ze de Bastille gevangenis =
symbool van koninklijke macht en wapenmagazijn (1789) begin van de revolutie robespierre
grote figuur en leider in de ‘reign of terror’ (ook assemblee generale)
De opkomst verspreidde zich over heel het land en werd het feodale systeem afgeschaft
,De assemblee maakte een verklaring van de rechten van de mens en burger : individuele
vrijheden en rechten deel uitmaakten en fundamenteel waren van de menselijke natuur. —>
*Gelijkheid voor de wet
* Vrijheid van willekeurige opsluiting
* Fiscale gelijkheid (gelijkelijk verdeeld op basis van betalingsvermogen)
* Vrijheid van denken, mening en religie
De regering moest enkel bestaan om die te beschermen. Volkssoevereiniteit 1789
afschaffing feodalisme
Veel adelen vluchtten het land omdat hun privileges afgeschaft waren . Ze smeekten dan aan de
leiders van andere landen om Frankrijk binnen te vallen en de orde te herstellen.
Louis was nog altijd DE figuur van de constitutionele monarchie, maar begon te vrezen.
Hij probeerde in 1791 het land te vluchtten maar werd gevangen, toen was het vertrouwen van het
volk in hem helemaal geschonden… hij werd in de gevangenis gezet en zijn fam ook, beschuldigd
van verraad
Na een proces, werd de Louis publiekelijk onthoofd = einde van duizendjarige monarchie —>
franse republiek september 21 liberté, fraternité , égalité 1792
Andere monarchie buurlanden voerden oorlog met Frankrijk omdat ze bang waren dat de revolutie
zich ging verspreiden (radical stage)
In al die chaos is opeens Napoleon gekomen om de leiding over te nemen , als keizer die de
democratische waarden van de revolutie zou verdedigen. —> keizerrijk en geen republiek meer
Toen was er veel chakalaka, 3 verschillende grondwetten en 5 regeringen in 10 jaar, gevolgd door
decennia afwisselend monarchie en revolutie (le directoire) TOT de volgende republiek in 1871
Revolutie 3 fases
1) gematigde etappe
—> grondwet van Frankrijk, niet meer feodalisme en koning der fransen en niet van Frankrijk (=
het territorium = feodalisme)
—> eerste nationale assemblee
DUS hervorming kerk-staat relaties
—> creatie republiek
2) de radicale etappe
—> Spanningen lopen uit
—> marie-antoinette wordt gepeteerd
—> Gewelddadige opdrijvingen , nieuw kalender, nieuwe jaarrekening, ze wouden echt alles
omvergooien en veranderen (de revolutionaristen) niet gwn lalala andere koning
—> liberte fraternité égalité
3) de directie etappe
—> la bascule : de wil van het volk respecteren, soevereiniteit en ook tegenevolutionisten (clerus
en adel) tegen houden/controleren
—> institutionalisering voor stabiliteit (raad, parlement,regering..) scheiding van bevoegdheden
-
4) napoleon
—> eerste consultant
—> publiek onderwijs
—> controle over arbeiders
—> uitbreiding openbaar bestuur
—> controle uitvoerende macht over wetgevende
—> ‘benoeming’ napoleon via referendum , oorlog napoleon want voldeed niet aan bepalingen
—> coalitie van geallieerden tegen Frankrijk
,•Napoleonic wars (1802-1814)
Nalatenschap revolutie
Van absolutie monarchie en feodalisme, naar revolutie, naar dictatuur van Napoleon
Economisch : particulier grondbezit werd mogelijk door verkoop van kerkelijke gronden
—> Adel bezat nog 20% van het land
—> liberalisering van de markt , gilden konden niet meer de lonen bepalen
—> trage industrialisering, blijft ‘primitief’ tov UK, door oa de revolutie = geen tijd om te
industrialiseren en de revolutie steunde de boeren en zo kwam er geen vooruitgang in de
landbouwtechnieken omdat ze bleven vertrouwen op de oorspronkelijke arbeidsmethoden.
Politiek
—> Volkssoevereiniteit geen goddelijke heerser, regering met legitimiteit
—> ontstaan van ‘publieke sfeer’ : ruimte voor openbaar debat over de samenleving en politiek
—> schoolopvoeding, opkomst van de pers
—> verlichting idealen : vrijheid geijkheid, soevereiniteit
—> politieke deelname van de arbeidersklasse
—> secularisatie
—> nationalisme, king of the French not king of France, grenzen van europa opnieuw maken
—> ongelijkheid : arme mannen en alle vrouwen hadden nog steeds geen kiesrecht = egalité ? Ik
denk het niet.
En ook van etniciteit en ras : (gelijkheid, broederlijkheid, vrijheid) dus moest iedereen gelijk zijn
maar dat was niet zo, de mensen die gekoloniseerd waren door Frankrijk (Haiti) waren slaven en
niet gelijk behandeld als de fransen.
- Herstel van de slavernij onder Napoleon - hoopt de koloniale handel op gang te brengen
Hoofdstuk 3 European History, Conservative Europe
Bourgeoisie = rijken door kapitalisme, houders van kapitaal
Adel = rijken door grond en bezit , feodalisme
Aristocratie = oude adel
Wat was de oorzaak van de franse revolutie ?
1 —> marxistische interpretatie : een klassenstrijd van de bourgeois tegen de adel
- klassenbewustzijn is trechter naar revolutie
Ongeldig door historisch bewijs : - fout onderscheid tussen de feodale aristocratie en de
kapitalistische aristocratie, Marx legt teveel nadruk op het economisch aspect
- economische klassen waren niets afzonderlijk als in de klassenstrijd, de bourgeois waren geen
ontkiemende kapitalisten
- De revolutie vertraagde het industrialisatieproces
- De bourgeois hadden geen klassenbewustzijn, en door het provincialisme in het ancien regime
(allemaal kleine verschillende ‘gemeentes’) zorgde voor grote variatie tussen lokale culturen
- De bourgeois had eigenlijk geen revolutionaire ambities
2 —> door een overwinning van de van de verlichting : centraal argument = revolutie ging niet
over sociale klassenconflicten en meer over de betekenis en toepassing van normen en ideeën,
rede en rechten
, Weinig wetenschappelijke consensus over enig direct verband tussen verlichtingsideeën en
revolutie : nieuwe wijn in oude flessen = koning gewijzigd door het volk maar er zijn maar weinig
wijzigingen aangebracht in het landgoederen systeem en de van de onderdrukkingsstructuren
- de boeken van Rousseau en Locke = verlichtingsschrijvers , de wil van het volk en niet meer
die van GOD, sociaal contract = wat de mensen willen en hoe ze de macht willen verdelen in de
maatschappij (Francois Furet)
- Overdrijven dat de macht/kracht van de ideeën oorzaak is, vanwaar kwamen deze ideeën, ze zijn
niet autonoom ? Ze hingen niet gewoon in de lucht. Ze hebben een afkomst en die wordt niet
benadrukt
3 —> de sociale en ideeëntheorie linken : een focus op de interactie tussen politieke en sociale
geschiedenis
- Door afschaffing feodalisme, opkomst van handelsklasse (door kolonisatie en handel om het
land economisch en militair sterk te maken), men was nu vrij om te handelen , ervoor niet —>
sociale mobiliteit werd mogelijk
- Dit ging samen met het meritocratisch denken van de bourgeois, nu was je reden om rijk te zijn
door je verdiensten, en niet door erfenis van land.
= verlichting = vrijheid = merictocratie want je kan zelf verdienen = volkssoevereiniteit
Conservatieve tegenreactie op franse revolutie van andere landen
Edmund Burke : change in order to preserve : UK wou de dingen bij hun veranderen om
een revolutie zoals in Frankrijk te vermijden. “regering wordt niet gemaakt op grond van
natuurlijk rechten. Overheid is een manier om menselijke wijsheid te vervullen om in
menselijke behoeften te voorzien.” De wil en passies van de mensen moeten door een
hogere macht in toom gehouden worden en onderworpen.
Argumenten :
1) franse revolutie is een te radicale scheiding van haar eigen verleden (te hardcore in 1x)
2) Rechten zijn niet universeel, maar ze hangen af van de context van een bepaalde
geschiedenis
3) Maatschappij is een historisch bouwwerk, geen product van een menselijk ontwerp,
niet fan van verlichting
4) Rechten moeten worden afgewogen met plichten (belastingen betalen bv)
- DUS hier conservatisme is niet omverwerpen, het is behouden, maar wel veranderen
om te kunnen behouden
- Omarm de moderne elementen om de traditionele kracht te stabiliseren
—> door ambtenarij in te voegen ging alles omgekaderd worden en gingen de
revolutionairen gekalmeerd worden (bureaucratische administratie)
—> door centralisatie en verhoogde controle en censuur
Congress of Vienna
—> 1815 congress van Wenen, vredespact : Frankrijk, Pruisen, Rusland, Oostenrijk en GB
+ Zweden, Spanje en Portugal (nederlaag napoleon waterloo)
2 grote doelen: 1) internationale vrede herstellen
2) herstel van de stabiliteit in Frankrijk + de monarchen in alle
betrokken landen in stand houden (tegen het frans imperialisme, en de macht van de