STAATSRECHT
Jens Baert
[BEDRIJFSNAAM] [Bedrijfsadres]
,DEEL I: KRACHTLIJNEN
INLEIDING
RECHT
Rationeel opgebouwd geheel van door de overheid uitgevaardigde en via sancties
afdwingbare normen die dienen tot organisatie, handhaving of herstel van de openbare
orde
Afdwingbaar = indien niet gerespecteerd, kan er worden opgetreden
PUBLIEKRECHT
Privaatrecht: beheerst situatie van en de relaties tussen particuliere (rechts)personen
Publiekrecht: beheerst situatie van en de relaties tussen overheid en particuliere
(rechts)personen en overheden onderling
Onderscheid? Niet altijd duidelijk
Publiekrecht
o Staatsrecht, bestuursrecht, belastingrecht, mensenrechtenrecht, strafrecht, recht
van de lokale besturen, delen van het omgevingsrecht, van het sociaal recht …
o Staatsrecht:
meest elementaire aspecten van de relatie tussen de burger en de staat
en de werking van de overheid
KERNBOODSCHAP
België is een meergelaagde, democratische rechtstaat in Europa
DE BELGISCHE STAAT
HET ONTSTAAN VAN BELGIË
HET ONTSTAAN VAN STATEN
oorspronkelijk ontstaan
o vanuit het niets (terra nullius) ; nu niet meer mogelijk, want elk stuk land
behoort tot een staat (op de Zuidpool na)
afgeleid ontstaan
o Zelfbeschikking na dekolonisatie (bv. Congo, Rwanda, Burundi, …)
o Secessie = bevolking scheidt zich met bepaald grondgebied af en richt eigen
overheid in (bv. Kosovo)
o Dismembratio = 1 staat wordt meerdere staten (bv. splitsing Tjsechoslowakije)
o Fusie = verschillende staten worden 1 nieuwe staat (bv. West- en Oost-
Duitsland)
,HET ONTSTAAN VAN BELGIË
België secessie
Foto: koning Willem van oranje (Verenigd Koninkrijk der Nederlanden),
genomen in Gent aan de Reep
Congres van Wenen (1814)
o Napoleon verslagen door de winnaars (Pruisen, GB, & Rusland)
o Er moest een bufferstaat komen in centrum van Europa om Franse
macht onder controle te houden
o Zuidelijke Nederlanden werd aan Noordelijke Nederlanden toegevoegd
= Verenigd Koninkrijk der Nederlanden o.l.v. koning Willem I
o 1815: grondwet niet democratisch , koning had veel macht, wetgever had
alleen beperkte bevoegdheden en men vertegenwoordigde de elite het meest
i.p.v. het volk)
o Zuidelijke provincies snel ontevreden:
Ondervertegenwoordigd & financieel benadeeld
Er liepen dingen mis (koning Willem mengde zich met onderwijs,
onderwijs werd in zuiden ingericht door katholieke kerk en waren niet
blij met bemoeienis van koning)
Persvrijheid van vandaag was er toen niet op dezelfde manier
gegarandeerd (mensen met mening die publieke opinie kon
beïnvloeden waren niet blij omdat ze de mond werden gesnoerd)
Noorden was protestants en Zuiden katholiek
Taalconflict: Franstaligen waren toen de underdog ; elites waren niet
blij, ze wouden dat frans in het bestuur moest komen ; Willem:
“bestuur moet in het Nederlands”
Economische verschillen: handelende noorden en industrialiseerde
zuiden
Monsterverbond kwam tot stand
o = resultaat van ongenoegen van koning Willem
o = doel = verzet tegen het Nederlands bewind
o Ontstaan ‘voorlopig bewind’
o 4 okt 1830: Belgische onafhankelijkheid uitgeroepen door het bewind
Secessie = afscheiden van Verenigd koninkrijk der Nederlanden
België kreeg steun van Frankrijk
BELGIË ALS STAAT
Staat is een rechtssubject (houder van rechten en plichten)
Zich onafhankelijk verklaren is niet genoeg om een staat te vormen juridisch gezien. Men
moet voldoen aan de constitutieve elementen v/e staat:
Permanente bevolking
o Elke staat moet beschikken over een vaste bevolking
o Staat kan ook gezag uitoefenen overe personen die niet zijn nationaliteit heeft
o 1 jan 2021: 11.507.163
Afgebakend gebied
o Gezagsuitoefening is exclusief
o Land- en wateropp. binnen zijn grenzen, net als ondergrond en luchtruim ;
territoriale zee (max. 12 zeemijl) behoort tot de kuststaten ; gezagsuitoefening
op territoriale wateren en luchtruim onderworpen door int’le verdragen
, o Deel oceanen + Zuidpool int’le verdragen
o Verdrag van Maastricht (1843)
Grenzen van België vastgelegd
o Grondgebied kan uitzonderlijk veranderen
Krachtens een wet, ruil, afstand of toevoeging
Effectieve overheid
o = entiteit die in staat is om wetten te maken, te besturen en recht te spreken
o Federale staat, deelstaten, steden, rechtscolleges, …
o Tijdelijke onderbrekingen van effectief gezag zorgt er niet voor dat de ‘staat’
verloren gaat
Vb. Libië (lang burgeroorlog) in sommige delen was er geen
effectieve overheid
Onafhankelijkheid
o Staat moet onafhankelijk kunnen opereren en met andere staten kunnen werken
en verdragen sluiten
o België heeft relaties met anderen, men heeft ambassades in het buitenland, …
o België kan verdragen sluiten met andere staten, maar ook onze deelstaten (vb.
Vlaamse Gemeenschap) kunnen verdragen sluiten. Betekent niet dat ze
onafhankelijk zijn, ze ontlenen hun gezag aan Belgische GW
Internationale erkenning
o Geen constitutieve voorwaarde
o Om gevolgen te hebben en om effectief als staat te kunnen werken is erkenning
nodig
o Erkenning is meer een vaststelling van bestaande staten van “ah hier is een
nieuwe staat”
declaratief = men aanvaardt een situatie zoals die al is
o Hierdoor verwerft men internationale rechtspersoonlijkheid
o Eenzijdig en niet verplicht, heeft terugwerkende werking , kan niet ongedaan
worden
o Expliciet als impliciet
o Politieke kwestie, weinig recht mee gemoeid
o Kan leiden tot grote complexiteit ene land werkt wel samen met die staat,
andere niet
o Staten erkennen geen regeringen (irrelevant welke regering het is:
democratisch of niet)
Actualiteit: In Afghanistan
België erkent Afghanistan en men werkte met de regering samen
9/11: Amerikanen sturen soldaten willen daar een nieuw regime maar
dat is mislukt men stuurde de soldaten terug taliban was direct
weer terug aan de macht wil men dan nog iets doen met
Afghanistan?
o België: Verdrag van Londen (1839)
Europese mogendheden erkenden België vrij snel, laten in 1839
erkende Verenigd Koninkrijk der Nederlanden ook België (was nog in
oorlog met België)
GEVOLGEN VAN DE KWALIFICATIE ALS STAAT
België = staat, dus nationaal- en internationaalrechtelijke gevolgen
België beschikt over rechtspersoonlijkheid