hoofdstuk 1: rol van de overheid in de
economie (doelstellingen en instrumenten van het economisch beleid)
1. De rol van de overheid in de economie
Gemengde economie
2 partijen: de overheid (G) en marktpartijen (M) zoals bedrijven, organisaties,
consumenten, … Dit zijn de bouwstenen van een gemengde economie. De overheid vult
de marktpartijen aan en corrigeert ze.
Hoe kan je de omvang van de overheidssector in een economie meten?
1. G0 in % van het bbp
(je gaat de overheidsuitgaven uitrekenen als een percentage van het bbp)
2. % van de werkenden die bij de overheid zijn
(je kan uitrekenen hoeveel procent van de mensen die een job hebben, voor de overheid
werken)
Hoe bereken je het bbp?
bbp = C + I + G + (E-Z)
Staatseconomie
Economieën waarbij de overheid de enige partij is. Er is geen rol weggelegd voor de
marktpartijen. Het is meer een theoretisch concept, in de praktijk kom je een staatseconomie
zeer zelden tegen. Er zijn wel landen die er dicht tegenaan leunen: China, Noord-Korea,
Rusland, …
Perfecte markteconomie
Economieën waarbij de marktpartijen de enige partij is. Er is geen rol weggelegd voor de
overheid. Het is meer een theoretisch concept, in de praktijk komt een perfecte markteconomie
nooit voor. Er is altijd wel ergens een rol weggelegd voor de overheid. Er zijn wel landen die
er dicht tegenaan leunen: Verenigde Staten, …).
2. Wat is overheidsbeleid?
Wat? Basiskenmerken in de definitie van overheidsbeleid:
- De overheid stelt bepaalde doeleinden/doelstellingen voorop.
- De overheid wil deze doelstellingen realiseren door bepaalde middelen/maatregelen in te
zetten.
- De overheid wil deze doelen, als het kan, binnen een bepaalde tijdsperiode realiseren.
Voorbeelden van overheidsbeleid
- Arbeidsmarkthervormingen
- Energiebeleid
,- Verhogen/verlagen van de belastingen
- Toekennen van subsidies
Efficiëntie versus effectiviteit versus doelbereiking
Synoniemen:
- Efficiëntie = doelmatigheid
- Effectiviteit = doeltreffendheid
- Doelbereiking heeft geen synoniem
Definities:
- Doelbereiking: de mate waarin het doel bereikt wordt. Heb ik mijn doel bereikt? Ja of neen?
- Effectiviteit: mate waarin het beleid/wat de overheid doet bijdraagt tot de realisatie van de
doelstelling. Wat ik doe, heeft dat nu eigenlijk bijgedragen tot het bereiken van de
doelstelling of niet?
- Efficiëntie: de goedkoopste manier om het doel te bereiken (de kostprijs verbonden aan
ingezette middelen/de kostprijs nodig om een bepaald doel te realiseren.
Examenvraag
Leg op basis van een zelfgekozen voorbeeld het verschil uit tussen efficiëntie,
effectiviteit en doelbereiking van een overheidsbeleid
Antwoord:
Legende:
- Effect-as: het te beïnvloeden fenomeen (bv. het aantal jobs, het aantal mensen in
armoede, de hoeveelheid zwartwerk, … => datgene wat de overheid wil beïnvloeden).
- T-as: de tijd die verstrijkt, de tijdperiode (bv. 5 jaar, T0 is vandaag en T1 is het einde van
de regeringsperiode.
- z = effect zoals het vandaag gemeten wordt (bv. het aantal jobs vandaag = 140 000).
- d = doelstelling die de overheid op het einde graag gerealiseerd zou zien (bv. 200 000).
- b = normale groei, de groei die er zou zijn als de overheid niets doet (bv. 160 000).
- c = het aantal jobs na het voeren van het beleid, het punt waar je uitkomt nadat de
overheid allerlei maatregelen uitgevoerd heeft zoals het verminderen van de loonkosten,
nachtarbeid eenvoudiger maken, … (bv. 175 000)
Golvende lijnen omdat er anders elke dag exact evenveel jobs zouden bijkomen (≠ realiteit).
Verklaring:
Doelbereiking: is het doel bereikt?
- Het doel was 200 000 jobs, we zijn maar geraakt tot 175 000. Het doel is niet bereikt. Er
is wel een mate van doelbereiking, maar als we het binair bekijken is het antwoord neen.
, Effectiviteit: is er effectiviteit, de mate waarin het beleid bijdraagt tot het realiseren van de
doelstelling.
- Het verschil tussen b en c is de effectiviteit. Door maatregelen te nemen stijgen we van
punt b naar punt c. De afstand tussen b en c is de effectiviteit van het beleid.
Efficiëntie: is het efficiënt geweest?
- Dat kan ik niet zeggen. Om dat te weten zou ik moeten weten hoeveel het gekost heeft
om die 15 000 jobs te creëren. Als het niets/zeer weinig gekost heeft, dan is het zeer
efficiënt geweest. Als het heel erg veel gekost heeft, dan is het niet efficiënt geweest.
Opletten op examen: je kan ook een tekening krijgen en het kan dan bijvoorbeeld zijn dat
punt b en c hetzelfde zijn op tijdstip T1. Dus stel dat b = c:
- Doel is niet bereikt als je het binair bekijkt, het doel was d en daar ben je niet geraakt.
- Geen effectiviteit. B is het punt dat je zou bekomen zonder iets te doen, c is het punt dat
je bekomen bent door wel iets te doen. Er is geen verschil: ze komen op hetzelfde punt
uit. Of je nu iets gedaan had of niet, het resultaat is hetzelfde.
- Over efficiëntie kan ik opnieuw geen uitspraak doen zolang ik de kosten niet weet.
Waarschijnlijk was het niet efficiënt, elke euro die je erin gestoken hebt is weggesmeten
geld.
Verantwoordelijkheid economisch beleid
De overheid is verantwoordelijk voor het economisch beleid, maar ze is niet de enige
actor/partij die verantwoordelijkheid draagt in economisch beleid.
- Overheid (= politieke overheden + administraties + centrale bank (= monetaire overheid)
- Kiezers (als je stemt neem je een bepaalde economische keuze)
- Parlement (het parlement stemt wetten)
- Belangengroepen (vakbonden en milieugroeperingen zoals bv. UNIZO)
- Buitenlandse instellingen
Examenvraag
Som 3 verschillende partijen op die verantwoordelijkheid dragen inzake economisch
beleid.
Internationale organisatie (in eigen woorden kunnen uitleggen):
IMF (internationaal monetair fonds)
Het IMF is een organisatie van 189 landen met als doel de monetaire samenwerking te
bevorderen, veilige financiële stabiliteit te verzekeren, de internationale handel te
vergemakkelijken, het bevorderen van hoge werkgelegenheid en duurzame economische
groei en het verminderen van armoede in de wereld. De missie van het IMF is de stabiliteit
van het internationale monetaire systeem waarborgen. Zij doet dit op 3 manieren: (1) het
bijhouden van de wereldeconomie en de economieën van de landen; (2) leningen aan
landen geven met betalingsbalansproblemen en (3) het geven van praktische hulp aan de
leden.
WTO (Wereldhandelsorganisatie)
De WTO is een internationale organisatie die zich bezighoudt met de regels van de handel
tussen landen. De kern van de WTO zijn de Wereldhandelsorganisatie-akkoorden.
Wereldbank
Wereldbank verleent financiële en technische hulp aan de ontwikkelingslanden over de
hele wereld. Het stelt tot doel om de armoede terug te dringen en de ontwikkeling te
ondersteunen. De Wereldbank Groep bestaat uit vijf instellingen beheerd door de lidstaten:
, The International Bank for Reconstruction and Development (IBRD), The International
Finance Corporation (IFC), The International Development Association (IDA), The
Multilateral Investment Guarantee Agency (MIGA) en The International Centre for
Settlement of Investment Disputes (ICSID).
BIS (bank for international settlements)
BIS heeft 60 centrale banken als lid. De missie van de BIS is om de centrale banken te
ondersteunen in hun streven naar monetaire en financiële stabiliteit, de internationale
samenwerking op deze gebieden te bevorderen en om op te treden als bank voor centrale
banken.
Nationale organisaties rond economisch beleid (in eigen woorden kunnen uitleggen):
Federaal planbureau
Het Federaal Planbureau is een onafhankelijke instelling van openbaar nut. Het maakt
studies en vooruitzichten over economische, sociale en milieubeleidskwesties. Ook wordt
de integratie van die beleidskwesties in een context van duurzame ontwikkeling
bestudeerd
Hoge Raad van Financiën
De Hoge Raad van Financiën zijn experten die fundamentele problemen van budgettaire,
financiële en fiscale aard analyseren en bestuderen én aanpassingen en hervormingen
voorstellen. Deze raad kan zowel op eigen initiatief als op vraag van de Minister van
Financiën en/of de Minister van Begroting optreden. Ze geldt als de ‘begrotingswaakhond’.
3. Doelstellingen van economisch beleid
Concrete economische overheidsdoelstellingen
- Stabilisatie
o Selectieve economische groei
o Optimale benutting van productiefactoren (A, K, L maar voornamelijk volledige
tewerkstelling)
o Lage inflatie
o Evenwicht betalingsbalans
- Herverdelen
o Rechtvaardige verdeling van de inkomens en vermogens
- Allocatie
o Bevredigende samenstelling van het nationaal product
Hoe meten?
Doelstelling Economische kengetallen
Bevredigend percentage van - Groeipercentage bbp (in constante prijzen) (*)
(selectieve) economische groei.
Optimale benutting van de beschikbare - Groeivoet van de werkgelegenheid, het
productiefactoren werkloosheidspercentage en de
activiteitsgraad
Redelijk stabiel prijsniveau - Groeipercentage van de (geharmoniseerde
consumptieprijsindex
- Groeipercentage van de bbp-deflator
Evenwicht op de betalingsbalans - Saldo van de handelsbalans (in % van het bbp)