Milieutechnologie
Inhoudsopgave
Milieutechnologie ........................................................................................................................................... 1
Algemene inleiding ............................................................................................................................................. 2
Deel 1: Luchtverontreiniging............................................................................................................................... 4
A. Inleiding ................................................................................................................................................ 4
B. Gasvormige luchtverontreinigende stoffen ......................................................................................... 9
Deel 2: Waterverontreiniging en -zuivering ...................................................................................................... 43
Verontreinigende stoffen (Kwaliteitsparameters) ....................................................................................... 43
Vervuilingsparameters ................................................................................................................................. 46
Bronnen van waterverontreiniging .............................................................................................................. 49
Inwonersequivalent; Vuilvracht; Heffing op waterverontreiniging ............................................................. 50
Situatie i.v.m. oppervlakte- en afvalwater in Vlaanderen ........................................................................... 53
Afvalwater in het milieu............................................................................................................................... 55
Zuiveren van huishoudelijk afvalwater ........................................................................................................ 56
Zuiveren van industrieel afvalwater ............................................................................................................ 62
Deel 3: Bodemverontreiniging en- sanering ..................................................................................................... 74
Bodem.......................................................................................................................................................... 74
Bodemverontreiniging ................................................................................................................................. 77
Bodemsanering ............................................................................................................................................ 80
,Algemene inleiding
Milieuproblemen zijn geen recent fenomeen, maar worden wel steeds erger
• Vroeger: lokaal, regionaal (bv. Verzuring van de grond)
• Nu: mondiaal (bv. Klimaatopwarming)
Vanaf industriële revolutie (ca. 1750): verhoging arbeidsproductiviteit in industrie
(handarbeid è machines)
• Toenemend gebruik steenkool
• Staalproductie
• Mechanisatie industrie: (stoom)machines, gereedschappen
• Mechanisatie landbouw
Explosie groei wereldbevolking
• 1 miljard in 1830
• 2 miljard in 1930
• 6 miljard in 1999
• 9 miljard in 2050 (?)
• Tot begin 19e eeuw: trage stijging (ziekten, hongersnood)
• Begin 19e eeuw: Pasteur, ziektekiemen è verbetering gezondheidszorg, hygiëne,
ontwikkelingen geneeskunde (vaccins, antibiotica)
• Meer en beter voedsel (pesticiden, meststoffen) è meer productie è meer
milieuverontreiniging
Voorbeeld Paaseiland
Eiland ligt enorm afgelegen (3700 km van Zuid-Amerikaans kust)
• 1722: ontdekt door Nederlanders: geen levende ziel, maar wel overblijfselen van
eens bloeiende samenleving (standbeelden, hoofden)
Geschiedenis eiland:
1) 400 – 800 n.C.: Polynesiërs komen naar eiland; eiland is dicht begroeid
2) Gebruik van bomen o.a. als constructiemateriaal en om beelden te transporteren
3) 1600: geen bomen meer: moeilijke landbouw, erosie, ziekte, kloof tussen arm en rijk
Welke les trekken we hieruit?
• Samenleving geen aandacht voor milieu
• Bevolkingsaantal neemt toe, draagkracht eiland overschreden
• Ongelijkheid tussen arm en rijk
o Instorting van beschaving
Duurzame ontwikkeling
,WCED (World Commission on Environment and Development)
• 1987: eindrapport “Our Common Future” of “Brundtland rapport”
• Ontwikkeling die tegemoetkomt aan noden van vandaag zonder de mogelijkheid
van toekomstige generaties in het gedrang te brengen
Doorsnede economische groei, aandacht voor milieu en sociale rechtvaardigheid
• Economist: economische groei, goed gebruik van grondstoffen
• Ecologist: integriteit van natuurlijke systemen, efficiënt aanpak van
milieuverontreiniging
• Socioloog: rechtvaardigheid, culturele identiteit
Is een ideaal
Ecologische voetafdruk
= duurzaamheidsindicator
• Oppervlakte biologisch productief land en water nodig om verbruikte grondstoffen
te produceren en gegenereerde afvalstoffen te absorberen (per individu, land of
globaal)
• Uitgedrukt in mondiale hectaren
• Opm.: grondstoffen voor goederen en producten die worden uitgevoerd worden
opgenomen in ecologische voetafdruk van verbruikend land
Hoezo Luxemburg zo hoog? è Klein land è
hoge waarder per persoon (geen economy of
scale)
Indeling milieuproblemen
• Mogelijke indeling milieuproblemen
o Tijdsschaal: korte termijn, lange termijn
o Ruimteschaal: mondiaal, regionaal (verzuring), lokaal (ozonlaag)
Milieuwetgeving voor bedrijven
• Bijzondere wet 1980: gewesten bevoegd
Gevaarlijke, ongezonde hinderlijke bedrijven; zuivering afvalwaters è Soms wel
overlap (PROBLEEM)
• Omgevingsvergunningsdecreet (2014) (Vlaams niveau)
o NIEUW: geïntegreerde vergunningsverlening: stedenbouwkundige- en
milieuvergunning worden samen behandeld (zodat of alles, of niks
goedgekeurd wordt)
o Drie belangrijke uitvoeringsbesluiten:
, § Omgevingsbesluit
§ Vlarem II
§ Vlarem III
• Omgevingsvergunningsbesluit (2015)
o Bepalingen en procedures om omgevingsvergunning aan te vragen of te
wijzigen
• Drie types omgevingsvergunningen
o Omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of de
exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit
o Omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden
o Omgevingsvergunning voor het bijstellen van een verkaveling
• VLAREM II (1995): Besluit van de Vlaamse regering houdende algemene en sectorale
bepalingen inzake milieuhygiëne
o Milieukwaliteitsnormen en beleidstaken: lucht, oppervlaktewater, geluid, …:
immissies
o Indeling van inrichtingen in klasse I, II en III (Klasse I: grootste risico’s of
hinder)
§ Klasse I en II: vergunningsplichtig (provincie, gemeente)
§ Klasse III: meldingsplichtig (gemeente)
o Algemene milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen: emissies
o Sectorale milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen
o Milieuvoorwaarden voor niet – ingedeelde inrichtingen
• VLAREM III (2014): Besluit van de Vlaamse regering houdende bijkomende algemene
en sectorale milieuvoorwaarden voor GPBV – installaties
o GPBV’s zijn industriële installaties die een grote impact kunnen hebben op het
milieu en die onderworpen zijn aan de Europese regels inzake “Geïntegreerde
Preventie en Bestrijding en Verontreininging”
• Decreet algemene bepalingen milieubeleid (DABM) (1995): Decreet houdende
algemene bepalingen inzake milieubeleid
o Artikel V: Exploitatie van inrichtingen en activiteiten en erkende personen
Deel 1: Luchtverontreiniging
A. Inleiding
Historische achtergrond
• Luchtverontreiniging è niet nieuw, belang wel toegenomen
• Begonnen met ontdekking van het vuur
o Smelten goud, koper (4000 v.C.)
o Steenkool als brandstof (vanaf 1000)
§ 1300: Edward I: straf op luchtverontreiniging
o Midden 18e eeuw: industriële revolutie
o Eerste artikel: 1866
o Begin 20e eeuw: auto’s
o Eerste artikel CO verontreiniging auto’s: 1910
De atmosfeer: laagstructuur
T – profiel: