1. Fenomenologie
1.1 Voorkennis
1. Aandrijfkracht
2. Trillingsbron
3. Resonantieruimte
Stemplooitrilling (= golfvorm)
1. Lucht komt van onder de stemspleet
2. Duwt de stemplooi open onderaan
3. Vanboven opent de stemplooi ook
4. Luchtstroom gaat in versnelling (= Bernoulli effect)
5. Stemplooi sluit onderaan
6. Stemplooi sluit bovenaan
1.2 Stemstoornis, stemprobleem: what’s in a name?
Een stemstoornis is wanneer de stemkwaliteit, toonhoogte, en/of luidheid afwijken van wat beschouwd wordt als
een normale stem.
Maar wie beschouwd wat een normale stem is?
→ er ontbreekt iets aan de definitie
Dus: Telkens wanneer de stem niet werkt, presteert of klinkt zoals normaal, zodat de communicatie wordt
belemmerd, of telkens wanneer u tijdens of onmiddellijk na het spreken een vreemd gevoel in uw keel ervaart, zoals
moeite of pijn.
,1.3 Symptomen
1.3.1 Auditief waarneembare symptomen (beluisteren op Canvas)
- Hoorbaar door de luisteraar
- Bv. heesheid, monotonie, hoorbaar inademen…
- Stemklank en -kwaliteit
• Ruwheid of schorheid: onregelmatigheid in het stemgeluid
• Wilde lucht, ruizigheid: hoorbare luchtontsnappingen
• Gespannen stemkwaliteit: verhoogde inspanning
• Krachteloosheid, zwakte: zwakke stem
• Stembreuken: plots wegvallen van de stem
• Instabiliteit: variabele toonhoogte, luidheid…
• Vocal fry: laagste stemregister, krakerig
• Afonie: geen klank, fluisterstem
- Toonhoogte en luidheid
• Abnormale toonhoogte dysfonie = een slecht stemgeluid
• Abnormale luidheid
• Beperkt toonhoogtebereik
• Beperkt dynamisch of intensiteitsbereik
• Tremor: regelmatige schommeling van luidheid, bibber in de stem
- Resonantie, articulatie, prosodie
• Hypernasaliteit
• Hyponasaliteit: bij verstopte neus
• Kelige resonantie: te weinig gebruik maken van mond-, keel- en neusholte
• Cul de sac-resonantie: alsof je iets in je mond het te zitten, een warme aardappel in de mond
• Monotone spraak: eentonige spraak
- Adem
• Hoorbaar inademen
• Inadequate/ongepaste adempauzes
- Andere
• Keelschrapen: men heeft het gevoel dat er iets in de keel zit
• Hoesten: schadelijk voor het stemplooislijmvlies
• Vocale tics: onwillekeurige, plotselinge, terugkerende, snelle en stereotiepe bewegingen of geluiden
Bv. grommen, kuchen, hoesten, de keel schrapen of snuiven, ook zinloze woordjes of zinnetjes
herhalen
,1.3.2 Sensorisch waarneembare symptomen
- Voelbare veranderingen in de keel (patiënt)
- Lichamelijke gewaarwordingen die de patiënt voelt tijdens of na de stemgeving
- Tekenen van discomfort of pijn in d keelregio
- Keelpijn, krop in de keel, kriebel
- Storende ‘keelsensaties’
• Pijn, irritatie, droog, branderig
• Globusgevoel (= gevoel van krop in de keel), spanning hoest
• Prikkelgevoeligheid
• Overtollig slijm in de keel
- Verminderede vocale belastbaarheid
• Spreken/zingen = vermoeiend
• Beperkte vocale uithouding
• Snel buiten adem zijn
• Onderzoek laryngeaal discomfort
1.3.3 Visueel waarneembare symptomen
- Zichtbare afwijkingen tijdens laryngoscopie
- Stemgedragingen
- Stemplooinoduli, stemplooistilstand
- Weinig kaakval, hoog ademen
- Aspecten van stemgedrag (logopedist)
• Ademtype
• Spreekhouding
• Zichtbare spanning
• Articulatie
, - Laryngoscopisch beeld (NKO-arts)
• Stemplooilaesies
• Stemplooisluiting
• Stemplooitrilling
1.3.3.1 Visueel waarneembare symptomen met betrekking tot stemgedrag
- Ademtype
• Costo-abdominaal of buik-flankenademhaling
➢ Spreken en zingen
• Thoracale ademhaling
➢ ‘gewone’ conversationele spreeksituaties
• Oppervlakkige of claviculaire ademhaling
➢ Onvoldoende ademsteun voor fonatie
➢ Overmatige spanning veroorzaken in en rond larynx
- Spreek-/zanghouding
• Goede lichaamshouding en een evenwichtige spanningsopbouw van belang voor stemproductie
- Spanning larynxgebied
- Articulatie
1.3.3.2 Symptomen met betrekking tot het aspect van de stemplooien en de stemplooisluiting
Stemplooilaesis
- Stemplooinoduli of -knobbeltjes
• Overmatig stemplooicontact
• Verdikkingen op de rand van de stemplooi
• Soort van eeltvorming
• Zandlopervorm
- Laryngitis of ontsteking van de larynx
• Rode stemplooien
• Zwelling van de stemplooien
• Slijmvorming
• Kan acuut optreden
- Stemplooipoliep
• Meestal unilateraal
• Kan stemplooisluiting hinderen
• Afhankelijk van locatie