Fiscaal recht en arbeidsovereenkomsten
Prof. Dr. Axel Haelterman
Voorwoord:
• Docenten
– Axel Haelterman: axel.haelterman@freshfields.com
– Niels Bammens (3 colleges BTW, laatste drie colleges)
• Cursusmateriaal:
– Slides
– Wetboek
– syllabus: Vademecum Fiscale Falconis 2021 (beschikbaar maart, tegen de paasvakantie),
– Examen: schriftelijk: multiple choice met 1 open vraag (op 2 punten)
– Wetboek: op het examen?
o JA
o NIET GEANNOTEERD
o VERWIJZINGEN NAAR ARTIKEL (zie ook art…) en tab-stickers met vermelding naam
hoofdstuk/afdeling enz. mogen wel
o onderlijningen en fluo markering minstens hele woorden…..
• Doelstellingen van het college:
– algemene inleiding tot en overzicht van belastingrecht (Belgisch en internationaal)
– oog voor logica, consistentie en werking bijzondere fiscale concepten
– met duiding van economische relevantie (link “law and economics”)
– occasioneel: aandacht voor actuele of “state of the art” issues (smaakmakers of verzoeknummers…)
• Captatio benevolentiae….
• Overzicht van de behandelde leerstof:
– belangrijke inleiding van basisprincipes, grondwettelijk kader, overzicht van diverse belastingen en
algemene leerstukken
o substance over form, ruling
o omvat uitweidingen buiten de syllabus
– inkomstenbelasting
– BTW
– registratierechten en successierechten
– fiscal policy issues voor economen
– arbeidsovereenkomsten (1 uur les -> 1 examenvraag!)
, Deel 1: Algemene inleiding Basisprincipes
Oorsprong van de belastingen
• Oorsprong:
– noodzaak financiering overheidsuitgaven
o diverse vormen in het verleden
o thans meer dan 90% uit “heffing”
hoofdzakelijk belastingen en sociale zekerheidsbepalingen
• Verleden: loutere machtsuitoefening
• Magna carta 1215 (akkoord tussen Britse koning en de goede bevolking): “no taxation without
representation” -> nog steeds een basisregel.
• Lastenstijging versus politieke vrijheden en rechten
• Sedert Franse revolutie
– belasting slechts bij Wet (door het parlement gestemd)
– jaarlijkse toestemming, via rijksmiddelenbegroting
o Financiewet: inkomsten
o Uitgavenbegroting: uitgaven
o Cfr: “voorlopige twaalfden”…
• Stemrecht in functie van betaalde belasting -> niet conform de egalitaire benadering van het heden
– belastinguitbreiding: uitbreiding van kiezerskorps
• Thans:
– politiek instrument
o invloed diverse drukkingsgroepen (langs volksvertegenwoordigers)
– ook instrument van een sociale politiek en economisch beleidsinstrument
• In loop van 20e eeuw: enorme toename algemene belastingdruk
(Voor WOI: de totale belastingheffing van de overheid was +- 1,5% van het bruto nationaal product)
– verruiming rol van overheid: vereist financiering
– invloed wereldoorlogen (1 en 2)
– impact van inflatie van (voornamelijk) jaren ’70
o geen indexatie van belastingschalen -> voorheen hadden hoge inkomsten een belasting van
50-60% -> door de inflatie werden deze hogge inkomsten vaker gehaald maar de belastingschaal
werd niet aangepast.
o tendens tot vermindering proportionele belastingdruk
• Thans: limiet is bereikt sedert enige tijd (tariefschaal artikel 130 wetboek inkomstenbelasting)
– met perverse economische en psychologische effecten
– impact van de “loonwig” = het verschil tussen de loonkosten voor de werkgever en het nettoloon
dat de werknemer ontvangt.
-> Ofwel betaald men geen belastingen omdat men vervangingsinkomsten heeft ofwel een normaal
inkomen heeft en dan betaal je 47-48% belastingen ook al heeft men een gewoon salaris.
– mede onder druk van vergelijking met andere EU lidstaten
o tendens tot vermindering proportionele belastingdruk
hoewel voornamelijk in vennootschapsbelasting?
– hervorming van Ven.B.: zomerakkoord 2017
Actuele tendens: de Tax Shift
• Redenen voor de tax shift:
– Vermindering loonlasten (sinds 2016) -> voorla vermindering wergeversbijdrage.
– Maar in wezen ook: vergrijzingsfiscaliteit (o.a. pensioenleeftijd verhogen)
– Weg van taxatie van arbeid Door de vergrijzing
– Naar fiscale draagkracht van de niet (langer) werkenden
• Dus verschuiving naar:
– Vermogensinkomsten: (maar hier zitten we al hoog)
o Verhoging roerende voorheffing vooral
o Kaaimantaks (= door buitenlandse vermogensstructuren heen kijken) en speculatietaks
– Naar vermogensbezit?? (nee, tenzij onroerende voorheffing en taks op effectenrekening)
– Naar bestedingen en transacties:
o Accijnzen (vooral een stijging hiervan)
o BTW (maar opletten voor doorwerking in loonstijgingen wegens indexering)
,Actuele tendens: naar tax shift 2
• Blijvende druk voor vermindering belastingen op arbeid en verschuiving naar heffing op
vermogensinkomsten
• Studie van Hoge Raad voor Financiën
(vb. de Joule taks: de belasting was gevestigd op het energieverbruik per huishouden.)
• Studies van diverse instanties en politieke partijen
– Tax policy
• Basis ideëen:
– Duaal systeem: arbeidsinkomen progressief belast tot…[50perc]
o Daarnaast (Box 2), alle vermogensinkomsten aan vlak tarief 25% of 30%
o Ook meerwaarden op alles enz…
Nieuwe evolutie
• De regionalisering van de inkomstenbelastingen:
Om een beleid te voeren zijn er 3 belangrijke beleidsinstrumenten: economisch ontwikkelingsbeleid
(voornamelijk gericht op subsidies), een arbeidsmarktbeleid en een fiscaal beleid. Klassiek: in het
zuiden gericht op subsidies. Belastingen verminderen is een algemene maatregel: vaker in het
noorden van België. Regionalisering gaat traag!
– Niet de vennootschapsbelasting
– Wel de personenbelasting (van 50% die men betaald: 15% regionaal, 35% federaal).
o Tarief
o Onroerende inkomsten
– Wel de successierechten, registratierechten en andere reeks heffingen verbonden aan de eigen
bevoegdheden
Begrip “belasting”
• Begrip:
– een verplichte bijdrage opgelegd door de overheid volgens bepaalde regels van recht aan haar
onderdanen ten einde in het algemeen en zonder aanwijsbare tegenprestatie haar uitgaven te
kunnen doen.
• Ontleding begrip:
– een bijdrage opgelegd door en betaald aan overheid
o niet aan particulieren
o Grondwet en bijzondere Fin Wetten en Gem en Prov-wetten bepalen welke overheid kan heffen
(Federaal, Gew/Gem, Prov en Gem)
– verplichte bijdrage: als men zich in geviseerde situatie bevindt
Men kan zich hier niet aan ontdoen door te doen alsof men niet in deze situatie zit (Simulatie)
– geheven volgens wettelijke bepaling goedgekeurd door bevoegde “Parlement”
o democratische controle (legaliteitsbeginsel) (Art. 170 GW)
o jaarlijkse toestemming tot heffen van belastingen (Financiewet!) en doen van uitgaven
(Rijksmiddelenbegroting) (Art. 171 GW)
-> Cfr vandaag “voorlopige twaalfden” : men geeft maan per maand om hetzelfde te heffen/ uit te
geven als het vorige jaar.
o nationale fiscale wetgeving
diverse rechtsbronnen: wet, uitvoeringsbesluiten, administratieve rondzendbrieven
meer en meer effect internationale normen: dubbelbelastingverdragen; EG-Verdrag;
Europese Richtlijnen (vooral in BTW)
– opgelegd aan onderdanen op grond van band met grondgebied: territorialiteit
– niet specifiek bestemd voor bepaalde uitgave: politiek discretionair
• Onderscheid met andere bijdragen en heffingen:
– sociale zekerheidsbijdragen: <-> Over de jaren heen is er steeds, in
o verplicht maar specifiek: toenemende maten, meer bijkomende
viseren specifieke aanwending, bepaalde uitgaven financiering van sociale uitgaven lastens het
inning door parastatalen… budget dat gifinancierd is met de belastingen.
formele benadering in concreto uitgehold: overhevelingen, bijpassingen door schatkist,
autonome uitkeringsrechten
o SZ is geen belasting -> algemene beginselen van belastingrecht zijn niet van toepassing: geen
jaarlijkse wettelijke controle
, o zie debat financiering Soc. Zekerheid vanuit begroting
aanzet tot hertekening met daling sociale bijdragen en alternatieve fiscale opbrengsten
– retributies:
o vergoeding voor tegenprestatie van overheid in rechtstreeks en onmiddellijk belang begunstigde
(geïndividualiseerde dienst);
beroep op dienst uit eigen belang; gelijk aan kostprijs dienst of redelijke verhouding
vb. haven- en kaaigelden
Vb: de zuivelsector die betaalde een, door de minister, opgelegde bijdrage voor de financiering
van een organisme dat zich moest bezichthouden met de kwaliteit van de zuivelproducten. Op
een dag werd dat organisme afgeschaft (ingekampself in een andere afdeling). Op dat moment
wordt die retributie een bijdrage die door de regering wordt gebruikt waar het haar goed
uitkomt (belasting). Maar de retributie was ingesteld door een ministrieel besluit en een
belasting kan enkel worden ingesteld door een wet -> ongeldige belasting.
o gevolg: niet verplicht en specifiek
– verhaalbelasting: (meestal gemeentelijk)
o verplichte overheidsheffing n.a.v. specifieke prestatie ook wanneer belastingplichtige (BP) geen
specifiek voordeel uit haalt (onweerlegbaar vermoeden)
doch geen individueel beslissingsmoment voor de betaler
vb. aanleg riolering
– motief onderscheid belasting – andere bijdragen en heffingen:
o andere regels inzake geldige invoering, procedure, …
• Functies van belasting
– financiële
o 1850: 84 mio BEF; 1930: 8 miljard BEF; 1960: 101 miljard BEF; 1980: 1,3 biljoen BEF; 2001: 2,9
biljoen BEF 2008: 94,12 miljard EUR (3,8 biljoen BEF); 2019: 115,5 mia belastingen
o Totaal vermogen 2000 mia - roerend vermogen 1000 mia
o bnp 465 mia ? - schuld 475 mia?
o Fiscale en parafiscale (sociale bijdrage) ontvangsten in 2018: 203 mia: 44% van het bbp
o YB 65 mia inkomstenbelastingen
PB 48 mia personenbelastingen
Venn B 18 mia vennootschapsbelastingen
o BTW 35 mia
o Sociale bijdragen: 60 mia
o Douane en accijnzen: 12 mia (9 mia accijnzen)
– economische: stimulerend en ontradend
– sociale: herverdeling van inkomen en vermogen
Overzicht van belastingen in België (aangepaste cijfers)
• Inkomsten ten behoeve van het Rijk (totaal ong. 118 mia)
– Inkomstenbelastingen (55%)
o personenbelasting (ong. 40 mia)
o vennootschapsbelasting (15 mia)
o rechtspersonenbelasting
o belasting der niet inwoners (1,4 mia)
– BTW (28%: 31 mia): -> belangrijk
o ontvangst gedeeltelijk overgemaakt aan EU
– Accijnzen (9 mia/8%)
– Zegelrechten (en gelijkgestelde taksen) (2%)
o beurstaksen, taks op afgifte toondertitels
– Registratierechten (3%)
– Successierechten Vlaanderen 1,2 mia
– Successierechten (1,5%)
– Douanerechten (1,8%)
– Met inkomstenbelasting gelijkgestelde belastingen
o verkeersbelastingen en BIV
o taks op verzekeringskapitalen op 60jarige leeftijd