Potentiële examenvragen Religie
Hoofdstuk1: Symbool vs. teken: religieuze taal
1a. Wat is het verschil tussen univoque en equivoque taaltekens?
Univoque: als het eenzinnig of eenduidig is, of als dusdanig wordt beschouwd.
Equivoque: als het meer dan één betekenis heeft.
1b. Geef een voorbeeld van een univoque en een equivoque taalteken.
Univoque: hond
Equivoque: gerecht, arm, college
2a. Wat is het verschil tussen univoque en analoge taaltekens?
Univoque: als het eenzinnig of eenduidig is, of als dusdanig wordt beschouwd.
Analoog: vergelijkt twee begrippen met elkaar en beklemtoont hun onderlinge overeenkomsten, maar
tegelijk ook de verschillen.
2b. Geef een voorbeeld van een univoque en een analoog taalteken.
Univoque: koe
Analoog: gezonde lucht
3a Wat is het verschil tussen equivoque en analoge taaltekens?
Equivoque: als het meer dan één betekenis heeft.
Analoog: vergelijkt twee begrippen met elkaar en beklemtoont hun onderlinge overeenkomsten, maar
tegelijk ook de verschillen.
3b. Geef een voorbeeld van een equivoque en een analoog taalteken.
Equivoque: gerecht, arm, college
Analoog: gezonde lucht
4. Wat zijn volgens Annick de Witt de kenmerken van een traditionele “worldview”?
o inzet voor de gemeenschap
o respect voor traditie en maatschappelijke orde
o nederigheid en bereidheid tot zelfopoffering
o waardering voor discipline/strenge gedragsregels
5. Wat zijn volgens Annick de Witt de kenmerken van een moderne “worldview”?
o rationaliteit, kritisch denken
o individuele creativiteit
o mensenrechten, waardigheid van de mens
o democratie, fairness
o wetenschappelijke, technologische en economische vooruitgang
6. Wat zijn volgens Annick de Witt de kenmerken van een postmoderne “worldview”?
o respect voor de meningen en perspectieven van anderen
o inzet voor sociale rechtvaardigheid
o zorg voor het milieu
o stelt de moderne status quo in vraag
7. Wat zijn volgens Annick de Witt de kenmerken van een integratieve “worldview”?
o overstijgt dualisme en polariteiten
o leidt tot innovatie en efficiënte communicatie
o universele existentiële waarden
o zeer zelfreflexief
o sterke waardering voor en verbondenheid met de natuur en het bestaan in zijn geheel
8a. Is het woord “arm” in het Nederlands equivoque of univoque?
equivoque
8b. Geef de reden waarom u kiest voor equivoque of univoque?
Equivoque: als het meer dan één betekenis heeft.
Arm: lichaamsdeel of laag niveau van rijkdom
9a. Het woord “gerecht” heeft in het Nederlands meer dan één betekenis. Zijn deze betekenissen het
resultaat van homonymie of van polysemie?
Hymonymie
9b. Geef de reden waarom u kiest voor homonymie of polysemie.
Homonymie: dezelfde uitspraak, verschillende betekenissen zonder verband.
, 10a. Wat wordt bedoeld met de sensus literalis van een woord?
De letterlijke betekenis (= de fundamenteelste en meest voor de hand liggende (vaak materiële)
betekenis van de woorden)
10b. Geef een voorbeeld.
Ik heb een brief geschreven naar mijn moeder
11a. Hoe noemt men niet-letterlijke interpretaties (geef twee woorden)?
Figuurlijke/ overdrachtelijke betekenis
11b. Geef een voorbeeld.
Schepping in 7 dagen
12. Geef een voorbeeld van een paradox en een oxymoron.
Paradox: leven uit de dood
= Twee woorden die elkaar lijken tegen te spreken, worden op elkaar betrokken en bij nader toezien
wordt bevestigd dat ze elkaar inderdaad tegenspreken.
Oxymoron: oud nieuws
= Twee woorden die samen gebruikt worden, spreken elkaar zonder meer tegen.
13. Geef een voorbeeld van een metonymie en een tautologie.
Metonymie: een glas drinken, een paper schrijven
= Een woord wordt gebruikt om naar iets te verwijzen dat er nauw mee verbonden is.
Tautologie: eenzaam en verlaten, met pracht en praal
= Hetzelfde wordt met twee woorden uitgedrukt.
14a. Is de uitspraak “Pieter is gelijk aan een leeuw” een metafoor?
Nee = een vergelijking
14b. Beredeneer uw antwoord.
Metafoor = Een tekst (zin) waarin op een onverwachte manier twee realiteiten met elkaar worden
vereenzelvigd (niet vergeleken); hierbij kan echter uit de context worden afgeleid dat de vereenzelving
niet letterlijk en bovendien slechte partieel bedoeld is (naast ‘is’ wordt dus tegelijk ‘is niet’
verondersteld); het feit dat open blijft in welk opzicht en met het oog op welk punt de partiële
indentificatie gebeurt, creëert een spanning die constructief tot de metaforische betekenisvorming
behoort.
14c. Geef de correcte formulering van deze uitspraak als metafoor.
Pieter is een leeuw
15a. Wat betekent de uitspraak: “Een symbool is het non-aliud (het niet-andere) van het gesymboliseerde”?
Bij een symbool vormen het gesymboliseerde en het symboliserende (het symbool) een zo nauw
verweven eenheid dat ze niet los van elkaar kunnen bestaan en dat ze in elke specifieke combinatie van
beide uniek en onvervangbaar zijn. Het is dus ook niet mogelijk om meerdere symboliserende voor
hetzelfde gesymboliseerde te hebben.
15b. Verhelder uw antwoord aan de hand van een voorbeeld.
Vb. een cadeau: Omdat een cadeau nog afwezig is, geeft men iemand een cadeaubon die later kan
worden omgeruild voor een echt cadeau.
16a. Is een foto van een persoon een teken of een symbool of geen van beiden?
Een teken.
16b. Beredeneer uw antwoord.
Het teken en het betekende zijn duidelijk van elkaar gescheiden en bestaan naast elkaar.
Een teken is een indicator van iets dat verschilt van datgene waarnaar het verwijst.
Een teken maakt een afwezige realiteit aanwezig.
De realiteit die ene teken tegenwoordig stelt, is ook als dusdanig (zonder het teken) toeggankelijk voor
de zintuigen.
De nadruk ligt op het materiële aspect: een ding.
Een teken toont iets.
Er is een losse band tussen het teken en wat het betekent: er kunnen veel verschillende tekens zijn voor
dezelfde betekende realiteit.
Iets dat een teken raakt, raakt het betekende niet (noodzakelijk).
Een teken kan een realiteit helder en correct weergeven.
Een teken is af.
Statische relatie.
Een teken is ‘lebos’ (zonder leven).
17a. Is een verkeersbord van een persoon een teken of een symbool of geen van beiden?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper shanylievens. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €25,49. Je zit daarna nergens aan vast.