Architectuur Geschiedenis 2020
KAROLINGISCHE RENAISSANCE EN HAAR ERFENIS (AFL 1)
BASISMODELLEN VAN DE CHRISTELIJKE ARCHITECTUUR
- Vienne, tempel van Augustus, 1e eeuw n.C.
- Orange, theater van Augustus, 2e-3e eeuw n.C.
- Rome, Pantheon, 2e eeuw n.C.
Betonbouw achter marmer bekleding, muren en de koepel van het pantheon zijn van beton
In de 4de eeuw na christus komen de basismodellen van de christelijke architectuur tot stand na de
val van het WRR en vormen een continuïteit.
We bespreken 3 basismodellen: basilica, baptisterium, martyrium
1. Basilica
= vergaderzaal, plaats waar een christelijke gemeenschap bijeen komt
- Rome, Santa Sabina, 5e eeuw n.C.
Kunnen benoemen
Schip, middenbeuk, zijbeuken, arcade (zuilenrijen met bogen) , lichtbeuk (rij ramen), (de
middenbeuk mondt uit op de) apsis/absis, narthex
Longitudinaal plan (over een lange as)
- Rome, Santa Cosma e Damiano, 6de eeuw
- Ravenna, Sant’Apollinare, 5de-6de eeuw
- Vienne, St Pierre, 5de/11de eeuw
- Zamora, San Pedro de la Nave, 7de eeuw
Grondplan: ‘uitstekende armen’= dwarsbeuk/transept
Afgeschraapt interieur! : de afwerking is er afgehaald, de afwerking en kleur is weg, men dacht bij de
restauratie dat het gebouw primitief moest ogen
- Oviedo, Santa Maria de Naranco, 9de eeuw
Voormalige aula van Ramiro I
=> Heeft ook een afgeschraapt interieur
,2. Baptisterium (doopkerk)
= voor het doopritueel (doopkerk)
- Rome, S Giovanni in Laterano, 4de eeuw (Italië)
Achthoekig (getallensymboliek: 8= getal van oneindigheid => het oneindige leven)
Barrokdecoratie
Groot doopbekken voor volledige onderdompeling
Centrale ruimte met daarrond het ambulatorium (ruimte errond)
centraalplan, centraalbouw
- Rome, Santa Costanza, voormalig keizerlijk mausoleum (Italië)
centraal plan
Cirkelvormig
- Ravenna, mausoleum van de Ariaanse christenen, 5de eeuw (Italië)
- Marseille, baptisterium St Victor, eind 4de eeuw (Frankrijk)
Apsis: uitholling van de muur
(achthoekig) kloostergewelf
- Milaan, baptisterium van de H. Ambrosius, 4de eeuw (Italië)
- Albenga, baptisterium, 5de eeuw (Italië)
spaarnis: uitholling van de muur, maar je zit nog in de dikte van de muur
- Fréjus, baptisterium, 5de eeuw (Frankrijk)
Basilica en baptisterium komen samen voor omdat ze samen een eigen rol spelen in verschillende
rituelen van het kerkelijk jaar.
Zo zijn er de dubbele kathedralen of kathedraalgroepen in de bisschopssteden van de vroege
middeleeuwen, een verschijnsel dat enkel vanuit de liturgie kan verklaard worden. De kathedraal
(letterlijk de “zetel” of kathedra van de bisschop) bestond uit een groep kerken, naast elkaar gelegen:
(vaak) twee basilica’s, de ene gewijd aan de H. Stefaan of de Apostelen, de andere aan Maria, en
vervolgens een baptisterium (centraalbouw), gewijd aan St. Jan-de-Doper. De groep kon wel nog
talrijker zijn (in Metz, 7de eeuw, waren er zes, waarvan er één tot de latere kathedraal Saint-Etienne
uitgroeide). Pas later versmelten de verschillende kerken tot één: in Italië kan men naast de kathedraal
nog steeds een apart baptisterium zien (in Pisa, Firenze, Parma…).
- Centula (Abbéville), St Riquier, 8de eeuw
- Metz, kathedraal St Etienne, 7de eeuw
,3. Martyrium
= martelarenkerk, grafarchitectuur: plekken waar een martelaar wordt herdacht, bewaarplaats van
relieken
Centraal bouw (het gebouw wijst naar het westen)
Combinatie van martyrium en basilica: vergaderzaal en herdenking van een martelaar
- St Pieter, Rome, 4de eeuw
2 cirkels rechtsboven = keizerlijke mausolea, waar de
martelaar begraven wordt
Vereren van heilige/martelaar
Overeenkomst met grafruimten uit Keizerrijk:
laatantieke mausolea
→ Nemen vaak centraal bouw aan (rond, achthoekig,
kruisvorm, klaverblad)
- Terminologie:
Vaak centraal plan, maar kan een veelheid aan vormen aannemen. Meer-beukig: 5-beukig
schip (middenbeuk + 2 zijbeuken) + dwarsbeuk/transept. Apsis (naar westen door
omstandigheden), transept tussen schip en apsis. Altaar op graf van St. Pieter op scheiding van
apsis en transept → basilica-martyrium (nieuwbouw)
Eerst kapel met relieken → veel succes → basilica toegevoegd
Abdijkerken/basilica’s gelegen op begraafplaats → relieken worden toegevoegd, ze worden
uitgebreid met een crypte (= overwelfde ruimte, niet noodzakelijk onderaards gelegen: eerst
bovengronds → ondergronds) die dient voor bewaring en tentoonstelling van een reliek
→ Al snel wordt crypte geïntegreerd in basilica zelf, en in nabijheid van koor gelegen (voor
Pelgrims toegankelijke ruimte)
- Auxerre, Saint-Germain, crypte, 5de eeuw
Aanvankelijk was hier een overwelfde grafkapel (crypta) aanwezig voor de H. Germanus (in
448 gestorven in Ravenna). Tussen 493 en 545 bouwt koninging Clotilde hier een basilica bij.
Het geheel wordt in de 9de eeuw uitgebreid; de crypta is door stijging van het grondniveau
rondom dan reeds half ondergronds.
- Jouarre, abdijkerk, crypte, 7de eeuw
De bestaande abdijkerk (basilica) krijgt op het einde van de 7de eeuw een (bovengrondse)
uitbreiding aan de oostzijde, bij het koor: het betreft een aantal grafkapellen voor belangrijke
personen en oratoria voor relieken (o.a. die van de stichter, Ado).
ad sanctos= bij
, KIJKEN NAAR HET ROMEINSE IMPERIUM (AFL 2)
Karolingische periode = een algemene heropbloei op politiek, economisch en literair vlak in Noord-
West-Europa
Renaissance = heropleving van de 15de en 16de eeuw in Italië
Deze twee tijden hebben de interesse voor en het kijken naar het Romeinse keizerrijk/imperium
gemeen. Dit is de tijd van Karel de Grote.
In Aken ligt één van de belangrijkste paleiscomplexen van Karel de Grote (door zijn aangroeiend rijk).
Palts-complex (Palts is een verbastering van palatium = het keizerlijke
paleis, de palatijn, één van de 7 heuvels van Rome)
In de centrale kern staat er nog een belangrijk achthoekig kerk met
ambulatorium (centraalbouw, paltskapel) met daarbij een voorhof.
Daarnaast waren er nog restanten van een lange galerij (2 niveaus) die naar
een aula of troonzaal met hoofd-en zij-abscissen liepen.
De paltskapel (ligt in de kern en heeft een voorhof met 18eeuwse huizen)
Verwijst die naar het Romeinse imperium?
In de tijd van Karel de Grote, is het Ja. Voor de elite van het hof en zeker ook de geletterde elites
(ministers en Karel de Grote). De ministers zijn namelijk ook abten dus voor hen is het duidelijk
Romeinse architectuur en symbolische kunstvoorwerpen zullen dit nog versterken.
De bronzen wolvin/berin (vb van een kunstvoorwerp)
Dit beeld verwijst naar de bronzen wolvin uit Rome (Romeinse wolvin).
Het voorhof zou een ceremoniële functie gehad hebben. Er zou een ruiterstandbeeld gestaan hebben
dat Karel de Grote helemaal uit Italië heeft laten brengen (uit Ravenna). Een ruiterstandbeeld, de
heerser met zijn paard en de rijksappel (iets keizerlijks, Romeins, verwijzing naar Rome). Een
paleiscomplex met een ruiterstandbeeld ervoor is aan elke middeleeuwse pelgrim in Rome bekend als
het paleis van Constantijn, het Lateranen complex (tekening 16e eeuw). Men dacht dat het Constantijn
was. Het paleis is door Constantijn (de keizer die het Christendom toelaat) aan de bisschop geschonken
dus de Paus. Deze schenking heeft een symbolische waarde. Heel de Middeleeuwen lang gaan de
Palsen zich daarop beroepen om het claimen dat ze met het paleis ook de wereldrijke macht kregen,
tenminste over Italië.
Conflict tussen keizer en Paus (Constantijn zou beiden wereldrijke macht gegeven hebben)
De keizer heeft wereldrijke macht omdat hij een afstammeling is van Constantijn. Het standbeeld in
Aken profileert Karel de Grote zich met als opvolger van Constantijn, een claim op de Christelijke macht
over heel het westen.
(Het ruiterstandbeeld is van zijn plaats gehaald in de 16e eeuw en werd naar de top van het Capitool
gevoerd, daar zeggen ze dat het niet Constantijn is maar Marcus Aurelius) Maar voor de Renaissance
en de Middeleeuwen is dit Caballus Constantini (de wereldrijke macht van de keizer).
In het jaar 800 gaat de Paus Leo III, Karel de Grote tot keizer kronen. → Ook al zijn ze concurrenten
en claimen ze allebei de wereldrijke macht door de keizer Constantijn (de ideale Christelijke keizer, hij
laat het Christendom toe). Dankzij het Christendom overwint hij de slag bij de Milvische brug 313