HOOFDSTUK 1 HOUT
1. Inleiding
Waarom hout als bouwmateriaal?
- Beschikbaarheid en transporteerbaarheid
- Bewerkbaarheid
- Relatief sterk -> relatief grote overspanningen
- Prijs
- Natuurlijk (tekening, kleur, textuur) en hernieuwbaar
= alleskunner -> multi-inzetbaar (constructie en niet-constructie)
- Restwaarde na ‘sloop’
Te gebruiken als vol hout of als afgeleide materialen
2. Duurzaam bosbeheer en certificering
1970: ‘Grenzen aan de groei’ bezorgdheid over de uitputting van de natuurlijke energiebronnen ->
duurzaamheidsbeweging komen op gang (vb. Greenpeace 1971)
Eind 1980: Besef dat bescherming en behoud van het milieu gezamenlijk belang is.
Duurzaam bosgebruik in tropische bossen.
2000: Duurzaam bosbeheer voor alle bossen
Duurzaam?
- Ecologisch verantwoord
- Respect voor sociaal-culturele aspecten -> inheemse volkeren
- Economisch haalbaar
= INTEGRALE aanpak met meerdere facetten
Keurmerken/certificaten
FSC = Forest Stewardship Council
= Internationale organisatie in 1993 opgericht door milieu- en mensenrechtenorganisaties, inheemse
bevolkingsgroepen en bedrijven uit de houthandel
-> Certificering van bossen
-> Labelen van houtproducten
10 principes FSC voor goed bosbeheer
1. Nationale wetten, internationale afspraken/overeenkomsten en principes en criteria van FSC
respecteren.
2. Gebruik en eigendom van het bos moeten zijn vastgelegd en rechtsgeldig zijn.
3. De (gebruiks)rechten van inheemse volkeren moeten erkend en gerespecteerd worden.
4. Handhaven en verbeteren van lange termijn sociale en economische welzijn bosarbeider en
lokale gemeenschappen.
5. De bosproducten en -diensten moeten efficiënt worden gebruikt.
6. Bescherming ecologische functie en biodiversiteit van het bosgebied.
7. Er moet een duidelijk beheerplan op schrift staan, waarin doelen en middelen uiteengezet
zijn.
8. Controle van sociale, economische en ecologische gevolgen van activiteiten in bos
9. Bossen met hoge natuurwaarde moeten behouden en op hun waarde ingeschat worden.
10. Plantages -> aanvulling en geen vervanging natuurlijke bossen (moeten ook voldoen aan
principe 1-9)
,FSC en duurzaam bosbeheer zijn niet beperkt tot controle van het bos
-> Controle van verschillende partijen betrokken in Chain of custody
= handelstraject bos-zagerij-eindproduct
-> beheersplan opstellen met regels, begeleiding en controle:
- Uitgekiend wegennet
- Scholing bosarbeiders + eerlijke verloning
- Veiligheidsmaatregelen en werkomstandigheden
- Bescherming van kwetsbare en unieke bosgebieden
- …
Chain of custody
Andere labels dan FSC -> PEFC (Programme for Endorsement of Forest Certification Schemes), CSA,
SFI,…
3 certificaten in België
Tot. Opp. gecertificeerde bossen in België: meer dan verviervoudigd tussen 2004 en 2016
In 2016 was 1/3 van totale volume van primaire houtproducten op Belgische markt gecertificeerd
(verdubbeling sinds 2012)
3. Het materiaal hout
3.1 Houtstructuur
Groei van de boom
Boom is op druk (eigengewicht) en buiging (wind) belaste kolom = spanningen waaraan hout goed
kan weerstaan
Trek loodrecht op lengterichting (dwars op vezel) treedt zelden op in natuur -> minder weerstand
-> hout is anisotroop = eig zijn richtingsafhankelijk
Naaldhout (Softwood) = Coniferous -> = conus -> kegeldragers (dennenappel)
- Overleven in bar klimaat en weinig vruchtbare grond
- Vaak dunne rechte stam, kruin in kegelvorm, open takkenstructuur
- Zuinig om met water
• Kleverige naalden met klein mantelopp
• Afstoten van lagerliggende takken (ipv naalden te laten vallen)
Loofhout (Hardwood) = Deciduous = de + cadere -> afvallen
- Overleven in meer gematigde klimaten
- Weelderige bolvormige kruin met veel bladeren
- Dikkere minder rechte stam
- Laten bladeren vallen in winterperiode (bescherming tegen overgewicht sneeuw + minder
- vochtverlies)
,Houtsoorten
Naaldhout (zachthout, softwood) Loofhout (hardhout) hardwood) Tropisch hardhout
Vuren (fijnspar), Eik, Berk, Beuk, Esdoorn/ahorn, Azobé, Basralocus,
Grenen (grove den), Kastanje, Linde, Populieren, Meranti, Bankirai,
Oregon (douglas), Notelaar Merbau, Iroko/Kambala,
Lariks/lork Robinia/Acacia
Houtanatomie (celniveau)
Groei van de boom (wortels + stam + kruin):
Sappen (water met voedingsstoffen en mineralen = anorganisch) worden via
1. spinthout vanuit wortels naar boven gepompt (opwaartse sapstroom)
2. In de bladeren worden sappen m.b.v. zonne-energie en koolzuur omgezet in nuttige
voedingsstoffen (suikers), waarbij zuurstof vrijkomt = fotosynthese
3. Voedingsstoffen gaan via bast terug naar de wortels (neerwaartse sapstroom)
Vallende bladeren en schors worden door bacteriën terug omgezet in anorganisch materiaal
SAPSTROOM VS KOOLSTOFKRINGLOOP
Opname anorganisch mat door wortels,
omgezet in
organisch mat (boom zelf en bladeren)
Organisch mat valt af en wordt terug omgezet
in anorganisch mat
, Boom groeit in hoogte (primaire groei, aan de punten takken) en dikte (secundaire groei, in
cambium) -> na tijd verplaatst sapstroom zich naar buiten (valt meer naar binnen toe stil) ->
verkerning
Kernhout (donkere kleur)
- Vorming van looistoffen, harsen, … (gaan zich hechten op
celwand => sterker)
- Vaten worden afgesloten (thyllen)
- Vorming bederfwerende middelen
- Verdikking celwand
Celwand = basis sterkte hout
Microfybrillen = bouwblokken celwand = cellulose ketens -> natuurlijke polymeren:
Cellulose: 40-50% (secondary and outer layer)
• semi kristallijne ketens van glucose = vezels
• (trek)sterkte celwand
• Gevoelig voor water en chemicaliën
Hemicellulose (middle layer): 25-40% (loofhout) 20- 30% (naaldhout)
• korter & sterker vertakt dan cellulose -> elasticiteit
Lignine (primary wall): 20-25% (loofhout) 30-40% (naaldhout)
• complexe crosslink moleculen
• fungeren als cement -> duurzaamheid & mechanische (druk)sterkte
• Gevoelig voor zuren
+ organische & anorganische bestandsdelen:
5-10%
Vetten, looizuur, harsen, mineralen (0,5%): Si,
Ca, K, Na, Mg, P
Primary wall: afzetting houtstof + lignine
(≈ cement) voor versteviging, druk↗
Secondary wall: bestaat uit cellulose (trek ↗)
en hemicellulose (elasticiteit ↗)
Composiet: lagen met verschillende
eigenschap