METHODISCH WERKEN IN DE
GEZONDHEIDSZORG
1. INLEIDING IN DE GEZONDHEIDSZORG
1.1 GEZONDHEIDSZORGSYSTEMEN
Gezondheidszorgsysteem Geheel van activiteiten dat als rechtstreeks doel heeft de
gezondheid te bevorderen, herstellen en behouden.
Een gezondheidszorgysteem dat goed werkt, kwaliteitsvol is:
- Competente zorgverleners
- Interdisciplinaire geïntegreerde gezondheidszorg
- Patiënt/ cliënt staat centraal
PROFESSIONELE ZORG IN LIJNEN
- Volgens dit model bepalen niet alleen objectieve
waarneembare klachten of iemand ziek of gezond
is.
- Ook de subjectieve klachten waardoor het individu
moeilijkheden ervaart om te participeren aan de
maatschappij, bepalen mee of iemand zich ziek of
gezond noemt.
- Subjectieve ervaringen worden gekleurd door
geslacht, leeftijd, godsdienst
1.2 GEZOND VERSUS ZIEK
Een ziekte hebben Is objectief vast te stellen. ‘ziektes’ zijn universeel en niet
afhankelijk van het individu, de cultuur of groep waartoe je
behoort.
Ziek zijn Verwijst naar de subjectieve ervaring van het ziek zijn en de
betekenis die het individu eraan geeft. (het perspectief van de
zieke op zijn ziekte)
Zelfzorg Het adequaat zorgen voor de eigen lichamelijke en geestelijke
gezondheid. Vb pijnstiller zonder voorschrift nemen
Alternatieve of Verzamelnaam voor geneeswijzen die niet in de opleiding tot
complementaire zorg arts/paramedicus behandelt worden. Er bestaan nog maar
weinig wetenschappelijke bewijzen voor de effecten van deze
zorg.
Alternatieve of = onconventionele geneeswijzen
complementaire zorg
1
,1.3 CURE, CARE EN GEZONDHEIDSBEVORDERING
Zorgsector Alle professionele aanbieders van zorg gericht op genezing of op langdurig
zorg of verzorging.
1.3.1 CURE
Curatieve zorg Richt zich zowel op fysiek als psychisch herstel of verbetering. Deze
‘cure’ vorm van zorg is meestal kortdurend.
De sociale zekerheid bekostigt deze vorm waardoor je een terugbetaling krijgt.
Vb: huisarts, tandarts, kine
1.3.2 CARE
Care of de zorgsector Gericht op langdurige verzorging of revalidatie, het voorkomen
van beperkingen en complicaties van ziekten of aandoeningen en
het ondersteunen van de kwaliteit van leven.
1.3.1 GEZONDHEIDSBEVORDERING
Ziektepreventie
Ziektepreventie Voorkomen van een ziekte of aandoening.
Onderverdeeld in drie fasen:
- Primaire preventie
Doel: specifiek gezondheidsprobleem of een specifieke aandoening voorkomen.
Bevat: activiteiten die voorkomen dat gezonde mensen een bepaald gezondheidsprobleem,
bepaalde aandoening/ ziekte of een ongeval krijgen.
Vb: vaccineren, gezondheidsbevordering, gezondheidsvoorlichting, mammografie
- Secundaire preventie
Men vermoedt dat de persoon in kwestie een aanleg heeft om een bepaalde ziekte of
aandoening te ontwikkelen of dat er een extern risico bestaat.
Door de vroegtijdige opsporing of tijdig ingrijpen kan men de aandoening verhinderen of de
gevolgen beperken.
Vb fopspeen gebruiken ipv duimzuigen
- Tertiaire preventie
Er is al sprake van een ziekte of stoornis.
Doel: gevolgen beperken door negatieve implicaties op diverse gebieden zoals sociale,
emotionele, cognitieve, perceptuele en motorische ontwikkeling zoveel mogelijk te
voorkomen.
Bevorderen van de zelfredzaamheid van patiënten.
Vb: een diabetespatiënt krijgt de opdracht een glucosedagboek bij te houden
2
,Gezondheidspromotie
Gezondheidspromotie de gezondheidstoestand van een groep mensen verbeteren
zonder individuele benadering.
- Instanties proberen info te geven over wat gezond en ongezond gedrag inhoudt
- Probeert aan gedragsbeïnvloeding te doen
- Vb: campagnes rond stoppen met roken, veilig vrijen, insmeren met zonnecrème
Gezondheidsbescherming
gezondheidsbeschermin Beschermen van individuen tegen schadelijke invloeden.
g
- Wordt gerealiseerd door de federale overheid in België
- Regelgeving met betrekking tot het werken met gevaarlijke stoffen, radioactieve
producten in het ziekenhuis
1.4 TOEGANKELIJKHEID VAN ZORG
= échelonering
Nuldelijnszorg
- Is de zorg die verleend wordt voordat mensen gezondheidsklachten of een hulpvraag
hebben.
- op het echelon nul bevinden zich zelf- en mantelzorg, zelfhulpgroepen.
- Deze hulpverlening is niet professioneel en is toegankelijk voor iedereen.
- De mantelzorger onderscheidt zich ook van vrijwilligers omdat vrijwilligerswerk wettelijk
geregeld is en uitgaat van een organisatie.
Bv; jongerenonthaal, teleonthaal, clb
Eerstelijnszorg
- Zorg die direct toegankelijk is
- Aan huis of in directe omgeving
- Professionales die breed opgeleid zijn
- Logopedist als eerstelijnszorg: mensen die op gesprek komen als advies, lesgeven als
logo, training geven aan beroepssprekers
Bv; huisarts, vroedvrouw, kine, tandarts, apotheker, verpleegkundige, verzorgende,
spoeddienst, dienst maatschappelijk werk
Tweedelijnszorg
- = gespecialiseerde hulpverlening.
- Deze lijn wordt gevormd door hulpverleners die slechts na verwijzing kunnen worden
geconsulteerd.
Bv; psychiatrisch ziekenhuis, logopediste, revalidatiecentrum, polikliniek, algemeen
ziekenhuis
Derdelijnszorg
- Universitaire ziekenhuizen, bieden minstens dezelfde dienstverleningen als een
algemeen
- Behandelt ziektes die een gespecialiseerde behandeling vereisen. Er is een beperkte
opnametijd
Vb; universitair ziekenhuis
3
, 2. EVOLUTIES EN TRENDS IN DE GEZONDHEIDSZORG EN MAATSCHAPPIJ
2.1 DE GEZONDHEIDSZORG KOMT BUDGETTAIR ONDER DRUK TE STAAN
- Een belangrijke ontwikkeling is de vermindering van het beschikbare budget in
verhouding tot de stijgende noden en complexiteit aan zorg.
- Gevolg: zorgprocessen worden anders georganiseerd. Creativiteit, innovatie en
digitalisering zijn belangrijk geworden om kwaliteitsvolle zorg te blijven verlenen.
2.2 DEÏNSTITUIONISERING
Ook deels geïnspireerd door besparingen, is zolang mogelijk thuis blijven wonen. De cliënt
moet de ondersteuning van de thuiscontext zolang mogelijk buiten de muren van een
organisatie leveren.
Zorg wordt hierdoor meer en meer in de eerste lijn verleend
2.3 CHRONISCHE ZORG
- De levensduur is verlengd= vergrijzing
- Toename aan chronische ziekten
- Chronische zorg impliceert een meer langdurige ondersteuning, gekenmerkt door
wisselende zorg en ondersteuningsnoden
- Bv: reuma, depressie, dementie, epilepsie, astma, diabetes
2.4 EEN INCLUSIEVE SAMENLEVING
Er is een verschuiving van exclusie naar inclusie
Exclusie: (deffectmodel)
- Duidelijk onderscheid tussen personen met en personen zonder beperking.
- Zorgbehoevenden werden afgezonderd in instituten en samengebracht met gelijken.
Integratiemodel:
- focus ligt op integreren van de persoon binnen zijn sociale netwerken en de
maatschappij
- persoon met een beperking moet zich aanpassen aan de norm
- persoon met een beperking is nog steeds een aparte groep binnen de samenleving
- die zij groep moet zich aanpassen aan de wij groep
Inclusie: (burgerschaps of ondersteuningsmodel)
een proces dat start bij het waarderen van de diversiteit binnen een gemeenschap: alle
burgers hebben een bijdrage te leveren
- men gaat opzoek naar positieve kanten en talenten die bij iedereen naast de
beperkingen aanwezig zijn
- Het is een permanent proces waarbij de beperking minder en minder belangrijk wordt
- Het is een fundamenteel recht dat alles te maken heeft met beloning (erbij horen) en
connectedness (verbondenheid)
4