Complete samenvatting van alle HOORCOLLEGES van Vastgoedeconomie 3 (VEMAEC31) (Incl. potentiële tentamenvragen)
34 keer bekeken 2 keer verkocht
Vak
Vastgoedeconomie 3 (VEMAEC31)
Instelling
Hogeschool Rotterdam (HR)
Een samenvatting van ALLE STOF die besproken is tijdens de HOORCOLLEGES van vastgoedeconomie (VEMAEC31) in jaar 3. Het aanschaffen van het boek is na het leren van deze samenvatting NIET meer nodig, omdat alle stof die getoetst gaat worden in de samenvatting behandeld wordt. Ik ben namelijk bij elk...
Hoorcollege 1:
Tentamen:
Het tentamen bestaat uit 11 open vragen. Op teams staat een reader, dit is een oefententamen.
Tentamenstof:
Artikelen, documentaires en podcasts op teams
Hoofdstuk 17-27 uit het boek
LET OP: Veel nadruk op hoofdstuk 20, 24 en 25
Boek voor extra punt:
Je kan één van de volgende boeken lezen en hierover in gesprek gaan met dhr. Anker voor een
volledig extra punt op het tentamen:
The almighty dollar
Waarom werken wij zo hard?
Balans van de Europese centrale bank:
In 1999 was ongeveer €900.000.000.000 genoeg om iedereen in Europa te betalen. Momenteel is er
bijna 10x zo veel geld in omloop!
Maar de koopkracht van de gemiddelde europeaan is niet x10 gegaan. Waar is al dat geld dan
gebleven?
- Vastgoed prijzen zijn enorm toegenomen
- Ook is er veel geld blijven hangen in de aandelenbeurs
,Geld:
Nominale waarde: De nominale waarde van een 2eu munt is €2,-
Wat staat er op het biljet of de munt?
Intrinsieke waarde: De intrinsieke waarde van een 2eu munt is misschien €0,40
Hoe duur is het om het te maken?
Vroeger was de nominale- en intrinsieke waarde gelijk aan elkaar. Vandaag de dag is de intrinsieke
waarde vrijwel nul.
Vertrouwen:
Dit betekent dat de waarde van geld anno 2022 volledig gebaseerd is op vertrouwen (in de financiele
instellingen).
↘ VERTROUWEN = ↗ INFLATIE
INFLATIE ↗ = ↘ VERTROUWEN
Als vertrouwen af neemt ontstaat er inflatie en als de inflatie stijgt, daalt het vertrouwen nog verder.
Inflatie:
Inflatie zorgt voor het omzetten van geld in goederen, wat er voor zorgt dat de goederen nóg
duurder worden.
INFLATIE GELD OMZETTEN IN ANDERE VALUTA’S DALENDE WISSELKOERS DUURDERE
IMPORT HOGERE INFLATIE
Inflatie leidt er ook toe dat mensen hun geld omzetten in een andere valuta. Het gevolg hiervan is dat
de wisselkoers afneemt en wordt de import duurder, wat zorgt voor hogere inflatie…
“Op het tentamen moet je het volgende uit kunnen leggen: Waarom zorgt hoge inflatie er vaak voor
dat de inflatie nog verder stijgt?”
, Inflatie tegen gaan:
Hoge rente zorgt er voor dat er minder wordt geleend en dus minder wordt uitgegeven. Dit zorgt er
voor dat de vraag naar producten en daarmee dus ook indirect de prijs en dus de inflatie zal
afnemen.
Ook moet de geldkraan dicht gedraaid worden! Er moet absoluut NIET meer geld worden bijgedrukt.
Daarnaast kan inflatie dalen als gevolg van dalende grondstof prijzen. Dit heeft namelijk als gevolg
dat de kostprijs van producten en diensten lager wordt, waardoor deze ook goedkoper aangeboden
kunnen worden.
Goederenruil:
Bij hoge inflatie neigt men naar goederen ruil
Functies van geld:
1. Ruilmiddel Ongedifferentieerde koopkracht
2. Reken eenheid Waardebepaling
3. Oppot middel Sparen (Deze functie verdwijnt als het ware door inflatie)
Aanbod van geld:
Chartaal geld Munten en bankbiljetten
Giraal geld Al het geld dat op bankrekeningen staat
Wederzijdse schuldaanvaarding:
Als er meer wordt geleend, dan stijgt de hoeveelheid giraal geld. Dit principe heet wederzijdse
schuldaanvaarding. Want als jij geld leent, “maakt” de centrale bank dit geld.
“Leuke tentamenvraag: Hoe creëert de centrale bank zo enorm veel geld? Want geld bijdrukken
helpt niet, want we hebben geen behoefte aan bankbiljetjes.”
Centrale bank koopt obligaties en brengt daar extra geld voor in omloop
Centrale bank leent geld aan overheden
Soorten geld:
M1 (Primair geld): Al het chartale en girale geld bij het publiek
M3 (Secundair): De hele binnenlandse geldmassa (M1 + kort spaargeld / deposito’s)
Vraag naar geld:
Theorie van keynes:
De vraag naar geld komt van verschillende categorieën:
1. Transactiemotief Voor het uitvoeren van transacties (Actieve kas)
2. Voorzorgsmotief Je houdt wat geld achter de hand voor als bijvoorbeeld je koelkast kapot
gaat (Inactieve kas)
3. Speculatiemotief Beleggen (Inactieve kas)
Het meeste geld gaat naar het speculatie motief
De actieve kas is onafhankelijk van de rente, de inactieve kas is afhankelijk van de rente.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bramhendriksp. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.