Habitat = plaats waar en organisme zich bevindt in een leefgebied
Niche = functionele taak binnen die plaats in het leefgebied
Symbiose
o Mutualisme = allebei positief
o Commensalisme = een positief, een neutraal
o Parasitair = een positief, een negatief
Classificatie
o Domains = domeinen
o regnum = rijk
o fylum = afdeling
o Classis = klassen
o Ordo = orde
o Familia = familie
o Genus = geslacht
o Species = soort
Evolutie
Evoluties = veranderingen van organisme in de loop der tijd
Soort of species=
o Onderling voortplanten
o Vruchtbare nakomelingen krijgen
Paleonthologie = onstaan fosielen
o Snel organisme afsluiten van lucht
o Onder aardlaag bedolven
o C14 methode
o Geen gedrag waarnemen
Continue reeksen
o Kenmerken geleidelijk veranderen
o Door overgangsvormen
Embryologie
o Studie van ontwikkeling van organisme voor de geboorte
o Korte herhaling van evolutie
Anatomie = bouw van organisme
o Rudimentaire organen = overblijfselen van organen zonder functie
Biochemie
o Vergelijken van
DNA sequentie
AZ volgorde
Chemische processen en chemische samenstelling
Biografie = verspreiding van levende wezens
o Dezelfde soorten op verschillende plaatsen
Evolutietheorie van lamarck
o In veranderd milieu:
organen meer/minder gebruiken
, o Gebruik ontwikkeling
o Niet-gebruik degeneratie
o Doorgegeven aan nakomelingen
o MAAR dit zijn veranderingen door milieu-invloeden
o = modificaties
o = NIET erfelijk
o Het ontstaan van nieuwe kenmerken wordt er niet door verklaard!
Evolutietheorie darwin
o Dieren adapteren aan omgeving
o Basisprincipes van Darwin voor evolutiemodel
Grote potentiële voortplanting
Variatie in een populatie
Erfelijkheid
Selectie
Mutaties: leveren nieuw materiaal nieuwe eigenschappen
= toevallige verschijnselen
≠ doelgerichte veranderingen in een populatie aanbrengen
Kruisingen: nieuwe combinaties (mixing en crossing-over)
Natuurlijke selectie: bepaalt welke individuen overleven
Survival of the fittest = overleven van de vorm die het best is aangepast aan de heersende
milieuomstandigheden
Genetische drift
= willekeurige verspreiding van allelen
= door toeval op- en neerdrijven van allelfrequentie
allel kan verdwijnen of gefixeert geraken
Stichter-effect of Founder effect = de invloed van de stichtende individuen op de genenpool
van de populatie van hun nakomelingen
Isolatie soortvorming
o uiteendrijven van de continenten
o vorming bergketens
o vorming van een rivier die twee populaties van elkaar scheidt
Allopatrische soortvorming
o voortplantingsbarriere
sympatrische soortvorming
o = Soortvorming binnen eenzelfde ecosysteem
o gedrag niet meer op elkaar afgestemd
o paring niet mogelijk door verschillen in lichaamsbouw
o op verschillende tijdstippen geslachtsrijp
Artificiële selectie
o Het combineren van gunstige eigenschappen
o Het optreden van toevallige mutaties die gunstig zijn
6 rijken
o Archaebacteria
Groep van prokaryoten
Leven meestal in extreme omstandigheden
Metanogeen (pens herkauwers),
halofiel (zout water/meren),
, thermofiel (geisers, hot spots)
Meestal anaëroob
o Eubacteria
Prokaryoten, onvertakt
Saprotroof(teren op dood organisch materiaal)
Parasitair (teren op levend organisch materiaal)
Schadelijke en nuttige
o Protista
Eukaryoot (echte celkern), ééncellig •
Groepen:
Algen (4 phyla)
Protozoa
⇝ Plantae, Fungi, Animalia
Velen nuttig, andere dodelijk voor de mens
o Fungi
• Zwammen en gisten (‘eencellige schimmels’)
Heterotroof, eukaryoot
2 phyla:
Myxomycophyta (slijmzwammen)
Eumycophyta (echte zwammen)
o Plantae
Vroeger op basis van fotosynthese (zie blauwwieren!)
Vroeger ook schimmels
Hebben allemaal bladgroen (chlorofyl)
300.000 soorten, stijve celwand, meestal geen autonome verplaatsing
Wieren, mossen en hoger ontwikkelde planten
o Animalia
Geen fotosynthetische pigmenten
Kunnen zich meestal autonoom verplaatsen
Vervormbare celwanden
Overzicht dierenrijk (Animalia)
o Protozoa (ééncelligen)
o Porifera (sponsen)
o Coelenterata (neteldieren)
o Plathelminthes (platwormen: trematoden, cestoden)
o Nematoda (rondwormen)
o Annelida (gelede wormen)
o Mollusca (weekdieren)
o Arthropoda (geleedpotigen)
o Echinodermata (stekelhuidigen)
o Chordata (chordadieren)
Systematiek: de leer van de rangschikking van organismen en de reconstructie van
fylogenetische relaties.
Classificatie is het samenbrengen van organismen die verwant zijn in groepen of categorieën.
o Vroeger indeling op basis van uiterlijke kenmerken
o Nu op basis van fysiologische, biochemische eigenschappen
Meer opsplitsingen
, Indeling van domeinen en rijken
o hebben analoge organen met een gelijke functie
Taxonomie = De wetenschap van de studie van de principes die leiden tot deze classificatie
Plantenrijk (regnum plantae): groene organismen die zichzelf niet kunnen voortbewegen
Dierenrijk (regnum animalia): de niet groene organismen die zich wel zelf kunnen
voortbewegen
Fylogenie = de historische ontwikkeling van een organisme
Homologe organismen:
o Zelfde basisstructuur
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lukasm. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.