BEGRIPPENLIJST DIFFERENTIËLE PSYCHOLOGIE
HOOFDSTUK 1: INTERESSES
Verschillen in aard van interesses Artistieke, sportieve, ondernemings- interesses à Bv. 1 sport
beoefenen dus breed interessegebied
Verschillen i.v.m. de intensiteit sommige mensen hebben 1 anderen meerdere hobby’s à hoe
meer hobby’s, hoe breder interessegebied, minder tijd steken
in 1 hobby
Motivationeel aspect Je zal je beter inzetten voor iets, als je er geïnteresseerd in bent,
je zal meer tevreden zijn.
Predicatieve validiteit van interesses Men wil mensen sturen naar werkomgevingen, studies etc.
waarin ze geïnteresseerd in zijn, interesses onderzoeken om te
voorspellen waar ze thuishoren.
Interesses als oriënterend vermogen Als je mensen hun interessegebieden kent, kun je daarmee
verder werken om mensen te helpen (her)oriënteren.
R: Realistische/ praktische mens- en Interesses in meer manuele dingen (met de handen)
omgevingstype - Graag buiten bezig, buiten werken
- Geïnteresseerd in de omgang met technische dingen
I: Intellectuele/ onderzoekende men- en Sterk bezig met dingen te begrijpen, analyseren te
omgevingstype doorgronden
A: Artistieke mens- en omgevingstype Mensen die zelf zeer artistiek zijn of mensen die ene sterke
appreciatie hebben voor artistieke zaken.
Zoals mensen appreciatie hebben voor musea, kunst, muziek
etc., zijn er mensen die ontroerd geraken door een mooi
uitzicht uit het raam
S: Sociale mens- en omgevingstype Jobs die anderen voorop plaatsen:
- Mensen die in de zorg werken
- Mensen die in het onderwijs staan
- Mensen die als trainer werken
O/E: Ondernemende/ enterprising mens- en Mensen die graag in actie komen, die graag organiseren…
omgevingtype
C: Conventionele mens- en omgevingstype Mensen die interesse hebben om te werken volgens allerlei
regels
Taxonomie Omvat de basiscomponenten; een soort grootste gemene deler
van het terrein dat men wil bestrijken
Basisassumpties van Holland - Beroepskeuze: expressie van persoonlijkheid
- Interessevragenlijsten: persoonlijkheidsvragenlijsten
- Stereotypen over beroepen: hebben psychologische
en sociologische betekenis
- Mensen met eenzelfde beroep: hebben gelijkend
persoonlijkheidsprofiel & persoonlijkheidsontw.
- Dezelfde beroepsbeofenaars zullen relatief gelijkaardi
reageren, problemen oplossen & situaties
structureren
- Tevredenheid met het beroep, stabiliteit in de
uitoefening & prestatie à functie van P(erson) –
E(environment) match
1
,Werkassumpties van Holland - Mogelijk personen te beschrijven met 6 theoretische
menstypen
- Idem voor omgevingen (beroepen, opleidingen)
- Personen zoeken omgevingen die hen toelaten om
uitdrukking te geven aan hun geprefereerde
actiiteiten, belangstellingen & waarden
- (Criterium)gedrag is de resultante van de interactie
tussen persoon & omgeving
RIASOC – lettercodes We kunnen iedereen van elke omgeving de similariteit gaan
onderzoeken met elk van de 6 interessetypes.
Self – directed search Volgens dit model kunnen mensen worden opgedeeld worden
in 6 basistypen (RIASOC). Het individue gaat zelf aan de slag met
zijn interessepatronen.
1ste instantie: test levert je enig info over je interessepatroon
Kerncomponent: dat mensen zelf met hun interessepatroon
gaan exploreren
Consistentie van lettercode Verwijst naar de ordening van de letters in de code (P/O),
waarbij de klemtoon vooral ligt op de eerste 2 letters in de
code.
- Eerste 2 letters: geven aan wat echt primordiaal is
voor de persoon of voor de omgeving
primordiaal Doorslaggevend, cruciaal.
Differentiatie Gaat kijken hoe gedifferentieerd een lettercode is: als je 1 letter
hebt die eruit springt is het relatief gemakkelijk zo’n iemand te
oriënteren om die 1 primair interessetype zijn.
RIASOC – congruentie Centraal in Holland’s theorie à machting tussen P en O, we
moeten streven naar congruentie tussen P- en O-profielen
Incongruentie Wanneer de omgeving weinig aandacht heeft voor de
karakteristieken die personen belangrijk vinden.
Zener – Schnuelle – index Meest gebruikt om congruentie uit te drukken (scores van 0 tot
6)
Subjectieve fit Bv. “Denk je dat je op je plaats zit in je studierichting?” à
persoon denkt na en maakt een inschatting
Objectieve fit Een berekening bv. aan de hand van de Zener-index. Je hebt
een bepaalde omgevingscode & dan fa je met een formule die
2 gaan combineren.
Supplementaire (gelijke) fit Iemand gaan oriënteren in meer van hetzelfde: bv.
georiënteerd worden in een studierichting gelijk aan je
interesses
Complementaire (ongelijk) fit Iemand gaan oriënteren in minder van hetzelfde: bv. je wil team
werknemers samenstellen. Je hebt er belang bij dat ze
verschillen zodat ze samen alle mogelijke interesses en
capaciteiten hebben. Wat is de toevoeging van iemand? Brengt
die persoon iets anders binnen in de omgeving?
P-O = Person-organisation fit (mis)fit met een specifieke organisatie
2
, P-V = Person-vocation fit (mis)fit met je roeping/ de beroepsgroep bv. terrein van de
psychologie
P-G = Person-group fit (mis)fit met de groep, collega’s
P-J = Person-job fit (mis)fit met het werk dat je moet doen, inhoudelijk
Commensurate measurement Fit vergelijken op dezelfde kenmerken. Je gaat de fit bekijken
a.d.h.v. 1 specifiek model dat van toepassing is op én de
persoon én op de omgeving.
Perceptuele interactie Hoe beïnvloedt de persoon de perceptie van de omgeiving?
Iedereen neemt andere dingen in een omgeving waar, iedereen
gaat bepaalde accenten leggen. Uw perceptie van een
bepaalde omgeving gaat sterk gekleurd zijn.
AS(TM)A model Attraction: aantrekken, mensen doen aan zelfselectie (bv.
adverteren, vacatures)
Attrition: verlengen (bv. Als iemand goed is à contract
velrengen)
Geslachtsverschillen Interessepatronen zijn sterk geslachtsgebonden. Bv. veel
vrouwen in de psychologie à vrouwen scoren hoger in het
sociale type
D – effect size Een statistische maat voor hoe sterk het effect van een
handeling is op een populatie, waarbij vergeleken wordt met
een andere populatie waarop die handeling niet wordt
toegepast ("controlegroep").
STEM - Science (wetenschappen)
- Technology (technologie)
- Engineering (ingenieur)
- Mathematics (wiskunde)
Bottom line Er is stabiliteit in je interesses, maar er is nog wat ruimte voor
verandering. Toch zullen ze zelden plots na 10 jaar volledig
omslaan.
LIV Loopbaaninzicht vragenlijst (career insight Questionnaire)
LOLA Low Lands Work
PPT Persoonlijke Profiel Test
Update itemset Verschil met persoonlijkheidsonderzoek
Realistisch à praktisch Mensen dachten soms dat ze dan een ‘realistisch beeld’ hadden
van hun interesses, terwijl eerder gedoeld wordt op het woord
‘praktisch’
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper BrentUGent. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.