100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Groepsdynamica €5,29   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Groepsdynamica

 28 keer bekeken  1 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling
  • Boek

Een duidelijke en complete samenvatting van het vak Groepsdynamica! Heb zelf een 8,4 gehaald met dank aan deze samenvatting! :)

Voorbeeld 3 van de 15  pagina's

  • Nee
  • Onbekend
  • 15 juni 2022
  • 15
  • 2021/2022
  • Samenvatting
avatar-seller
1

Samenvatting Groepsdynamica
Week 1:
KC1: Introductie
Groepsdynamica = studie van gedrag in kleine groepen (2 tot 20 personen)
> Maatschappij heeft invloed op de groep en vice versa
> Wie gedrag wil beïnvloeden moet het eerst begrijpen in de context, het gedrag van groepen en
individuen in groepen is anders. Als TP’er leer je gedrag te onderzoeken, beoordelen en
beïnvloeden.
- Conformisme = zich aanpassen aan het gedrag en opvattingen die heersen in de groep!
> De mening van het individu wordt bepaald door de meerderheid in de groep

KC2: Taak vs. Emotie
- Sociaal- emotionele groepen: Zijn groepen die ons tegemoetkomen in onze sociaal emotionele
behoefte (gezin, vriendengroepen)  Primaire groepen, worden gekenmerkt door de persoonlijke -
en intieme relaties en directe contactsituaties.
- Taakgerichte groepen: Zijn groepen die ons tegemoetkomen in onze belangen en rationele
behoeften (project groepen, werkgroepen)  Secundaire groepen, koele onpersoonlijke, rationele
en formele relaties.
 Het verschil tussen sociaal-emotionele groepen en taakgerichte groepen zie je niet alleen tussen
groepen, dit zie je ook terug binnen groepen. Elke groep functioneert tegelijk op 2 niveaus:
1. Taakniveau: Gaat over de inhoud
2. Sociaal-emotioneel niveau: De manier van omgang bij uitvoering van de taak

- Extern- en internsysteem binnen in een groep:
1. Extern = Alles wat zich binnen in de groep afspeelt van activiteiten, interacties en gevoelens om
als groep ten aanzien van de buitenwereld te blijven voortbestaan (het uitvoeren van taken en
behalen van doelen)  Formele groepsstructuur
2. Intern = Alle activiteiten, interacties en gevoelens die voortkomen uit het interne groep
functioneren, laat zien hoe de groep functioneert en hoe mensen met elkaar omgaan (sympathie) 
Informele groepsstructuur

KC3: Wat kenmerkt een groep?
> Iedereen is gemiddeld van 5 tot 6 kleine groepen lid
1. Sprake van direct face 2 face contact > interactie en context zijn 2 belangrijke elementen
2. Groepsbewustzijn > zich als eenheid waarnemen, bewust zijn van een groepslidmaatschap
(mensen op straat is geen groep)
3. Normen/gedragsregels aanwezig (manier van aanpak)
4. Gezamenlijk doel (stel iemand op straat wordt ziek, dan ontstaat er als doel om die persoon te
helpen; vanuit dat moment ontstaat er een groep)

6 facetten die een groep kenmerkt:
1. Groepsbewustzijn: Zich als eenheid waarnemen, bewust zijn van een groepslidmaatschap
(mensen op straat is geen groep)
2. Motivatie: Mensen worden lid van een groep vanuit een bepaalde behoefte of belang, het is
belangrijk dat de groep in de behoefte van het individu voorziet  Groepslidmaatschap moet
belonend zijn!  Bijvoorbeeld: Ergens gaan werken om veel geld te verdienen, bij een sportgroep
om fitter te worden.
3. Doelstelling: Mensen worden lid van een groep om een gemeenschappelijk doel te bereiken 
Bijvoorbeeld: Je bent lid van een projectgroep om het vak te halen
4. Structuur: Binnen een groep heerst er een bepaalde structuur waardoor de groep als eenheid kan
functioneren, groepsleden staan tegenover elkaar vaak met een bepaalde rol en statusrelatie.

,2
5. Interdependentie: Groepsleden hoeven niet aan elkaar gelijk te zijn maar moeten wel betrokken
zijn met elkaar, als er met 1 iemand iets gebeurt dan heeft dit invloed op de rest.
6. Interactie: Een groep is een aantal personen die over een bepaalde periode regelmatig contact
heeft (verbaal, lichamelijk, emotioneel)

KC4: Groepstypen
1. Primaire vs. Secundaire groepen:
Primaire = Gekenmerkt door persoonlijke en intieme relaties, direct contact en veel spontaan gedrag
(gezin, vriendengroep)
Sociale afstand is erg klein (je, jouw) + Persoonlijke relatie
Secundaire = Onpersoonlijke, formele en rationele relaties.
 Sociale afstand is erg groot (u, uw) + Status relatie
- Er zijn weinig groepen die primaire genoemd kunnen worden, een belangrijk kenmerk is de
vervanging van een groepslid van iemand anders. In primaire groepen is vervanging vaak onmogelijk
(vader, echtgenoot, vriend)

2. Psychegroup vs. sociogroup:
Psychegroup = Psychologische participatie en er overheersen gevoelsmatige en persoonlijke
bindingen.
Sociogroup = Naamlid (student, docent, werknemer, vrijwilliger), zakelijke en maatschappelijke
relaties (rationele)

3. Informele vs. formele groepen:
 Doelen, normen en rollen die vastgesteld zijn:
Informeel = Wanneer deze niet zijn uitgesproken dan spreek je van een informele groep
(vriendengroep, ontstaan spontaan)
 Zijn autonoom: bepalen hun eigen activiteiten en zijn vrij van organisatorische beperkingen
Formeel (werk/taak groepen) = Wanneer deze zijn vastgesteld dan spreek je van een formele groep.
Zijn georganiseerd en bestaan door hun werk en taakorganisator. Doelen, rollen en procedures
worden gevormd door hogerop.
 Zijn NIET autonoom

4. Extern vs. Intern systeem:
Extern = Formele groepsstructuur
Intern = Informele groepsstructuur en gaat over de groepsprocessen
 Ook bij formele groepen (projectgroep) zien we bij verdere analyse een informele structuur, ook
bij leiderschap; iemand kan de formele leider en de ander kan de informele leider zijn.

5. Lidmaatschap groepen vs. Referentiegroepen:
Lidmaatschap groepen = Een groep waartoe je formeel behoort (klas, projectgroep, werk)
 Dit betekent nog niet dat je psychologisch verbonden bent met de groep!
Referentiegroepen = Zijn groepen waar je als individu als persoon echt mee verbonden bent,
participeert in het behalen van doelen en een bepaalde plaats inneemt. Hoe iemand zichzelf ziet
komt voort uit je referentiegroep (wel of niet geassocieerd worden)
 Vaak worden onze lidmaatschap groepen ook onze referentiegroepen. Je hoeft niet in een
referentiegroep te participeren terwijl dit voor jou wel voelt alsof dit zo is. Zo kan je jezelf met een
groep identificeren zonder dat je erbij hoort (studentenvereniging)

, 3
6. Ingroup vs. Outgroup:
“Wij vs. Zij”
 Heeft geen specifieke grootte en kan in omvang toe-en afnemen.
Ingroup = Omvat onszelf en iedereen die we met wij willen aanduiden (gezin)
Outgroup = Bestaat uit al het andere (worden snel op een hoop geschoven, en verschilt van het
andere)
Bijvoorbeeld  Iedereen tegen Corona (ingroup), iedereen die niet tot ons land behoort (outgroup)

HHH- formule:
“Hoofd, hart en handen”
1. Hoofd = kennis  Cognitief georiënteerd, kennisoverdracht
2. Hart = gevoel  Gericht op ervaringen en belevingen en deze bespreken
3. Handen = gedrag  Gericht op vaardigheden en nieuw gedrag aanleren

Week 2:
KC5: Groepsniveaus-en interventies
Taak aspecten <> Sociaal-emotioneel
(inhoudsniveau) (betrekkingsniveau)

> 5 Niveaus van groep functioneren:
Het is belangrijk om te weten op welk niveau er iets gebeurt, dit zodat je op de juiste manier hierop
kan inspelen!
1. Inhoudsniveau (wat) = Werken aan een taak of de inhoud van het gesprek in groepsverband 
Het thema/taakniveau
- De groep heeft er baat bij als iedereen weet waar het over gaat (1 thema), er moet een duidelijke
richting zijn zonder verstoringen.
- Onduidelijkheden -en verwachtingen moeten zo snel mogelijk worden uitgesproken
= Taakgericht, oplossingsgericht en resultaatgericht (Wat? En hoe?)

2. Procedureniveau (hoe) = De manier waarop een groep een taak uitvoert
- Er kunnen miscommunicaties ontstaan over de verantwoordelijkheden
 Als het niet duidelijk is hoe de procedure verloopt dan kan er wrijving ontstaan
 Duidelijke structuur is belangrijk (tijdsbewaking, agenda, omgang)

3. Interactieniveau (contact) = Zijn alle groepsdynamische processen (klimaat, lidmaatschap,
leiderschap, communicatie, normen)
- Groepen hebben veel invloed op het individu  Je leert over jezelf en van anderen (problemen
erkennen en herkennen)
- Juiste begeleiding is belangrijk (kennismaking, begroeten, rustige start, veilig klimaat)

4. Bestaansniveau = Alles wat zich afspeelt binnenin mensen
- Psychosociale behoeftes (erbij horen, veiligheid, respect, erkenning)
- Ligt niet direct aan de oppervlakte, dit kan naar voren komen in een gesprek (wanneer iemand
meer erkenning zou willen)  In bestaan niet erkent worden
 Erkenning is belangrijk!
- Duidelijk en constructieve feedback is belangrijk

5. Contextniveau = Het zelfbeeld (wie we denken te zijn) dat wordt beïnvloedt door de maatschappij

- Opvoedingen en denkwijzen worden beïnvloedt, dit neem je mee in een groepsverband
 Ieder groepslid heeft zijn/haar eigen rugzakje met eigen opvattingen over zichzelf en de wereld

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nina_341. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,29. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67866 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,29  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen