Identiteit
Les 1
1 Typologie & Morfologie
1.1 Typologie
=De leer van de typen
18e eeuw: theoretisch instrument voor classificatie van begrippen, brengt ‘structuur’
aan in de kennis, maakt ‘inzicht’ in disciplines mogelijk, bijvoorbeeld classificatie van
planten
20e eeuw: een ontwerpinstrument van waaruit mogelijke ontwerpbeslissingen zijn te
genereren
1.2 Ontwikkeling van het begrip type
Classificatie van de typen kan in de architectuur op basis van functionele kenmerken,
materialen, technieken of morfologie
Generatieve typologie= nieuwe ontwerpenputten uit oude types
Type niet hetzelfde als model, type evolueert model blijft hetzelfde classificatiesysteem
gericht op onderwijs en productie van architectuur
> 1e boek: ‘Grand Durand’
Typologisch OVERZICHT van toonaangevende gebouwen
> 2e boek: Précis des Leçons données à l’Ecole Polytechnique
Catalogus/ vocabulaire van gebouwonderdelen en gebruiksaanwijziging
Oplossing voor mogelijk voordoende ontwerpproblemen, raamwerk of kapstok
1.3 Functionalisme
> classificatie op basis van functie= functionele typologie, gebouwen worden hergebruikt
>type voor een nieuwe uitvinding, losstaand van verleden, model of standaard
Vaak bij modernisten, minimale functionele woning ontwerpen bvb. Frankfurter kuche
1.4 Typologie en morfologie
Italiaanse school: 1950 breuk met modernisme, bouwen op verleden
Typologie op basis van VORM terug in de belangstelling
Lucca -> amfitheater evolueert tot rond marktplein
Ook Corbusier baseert zich op verleden, rij van Fibonacci en gulden snede
1.5 Morfo-typologisch onderzoek
Op stedelijk niveau, schaal van architectuur
➢ Een type ontwikkelt zijn kenmerken in een stedelijk weefsel
➢ STEDELIJK WEEFSEL ontwikkelt zijn specifieke kenmerken alleen binnen een
stedelijke structuur / context
➢ STEDELIJKE STRUCTUUR enkel begrijpbaar in HISTORISCHE DIMENSIE
Aldo Rossi, maakt gebouwen die cultureel een drager van betekenissen zijn
Bvb. Drijvend theater, koffiepot
Type volgens architectuurtheoreticus Quatremère de Quincy= Reductie van een gebouwd
object
Type volgens Italiaans kunsthistoricus G.C. Argan= Abstractie van een reeks gebouwen op
basis van hun gemeenschappelijke structurele kenmerken
, Klooster van Fontenay straalt rust uit
Corbusier vertaalt dit principe naar La
Tourette, klooster met moderne
interpretatie van Fontenay, er zit een ritme
in het gebouw in samenwerking met de
componist
Een kerkgebouw met een rechthoekig
patiovolume errond waarin individuele
cellen gevestigd zijn
Zelfde type van woningen: een abstractie
van een reeks gebouwen op basis van
gemeenschappelijk structurele kenmerken
Ook andere woningen hun grondplannen
werden hierop gebaseerd
1.6 Conclusie typologie= een proces
doorheen de tijd
Type= geschematiseerde en
geabstraheerde representatie van een
reeks objecten met overeenkomende
kenmerken volgens Argan
Typerende kenmerken kunnen betrekking hebben op vorm, functie en constructie
Typologie is een
➢ Instrument voor systematisch onderzoek van stedenbouw en architectuur.
➢ Middel om onderling verband tussen stad en architectuur te onderzoeken
➢ Middel om onderling verband tussen woning en interieur te onderzoeken
➢ Ontwerpinstrument
1.7 Morfologie
Vormen en stuctuurleer
Analyseert de basisbestanddelen in de moderne stedenbouw, gebouw, bouwblok, kavel
De morfologie van een gebouw of een interieur levert informatie over materialen, sferen,
constructiemethoden, tradities, culturen, gebruikers, geschiedenis
Op basis van morfologische eigenschappen kunnen gebouwen en interieurs vergeleken
worden
Vanuit kleine deeloplossingen kunnen grote oplossingen ontstaan bij morfologisch
ontwerpen
2 Vlaamse woonsituatie (enquête)
2.1 Algemene situatie in Vlaanderen
Vooral veel eengezinswoningen, vaak met tuin en losstaande bebouwing
2.1.1 Eigenaars en huurders
Koppels met kinderen, grootste aandeel eigenaars en Belgische nationaliteit
- Open of halfopen bebouwing 49%
- Rijhuis 22 %
- Appartement 25 %
Markt evolueert naar meer huurders door toenemend aantal investeerders
, België tegenover Europa: groot aandeel eigenaars, is al wel gezakt
Vooral aan de kust en in grote steden huurders, landelijk meer eigenaars
2.1.2 Aard van de woning
Vooral eigenaars in vrijstaande woningen
2.1.3 Ruimtelijke uitsortering naar huishoudtype
In de stad wonen meer alleenstaanden doordat je er contacten kunt leggen
Koppels met kinderen meer in randgemeenten en op platteland
2.1.4 Enquête ouderdom woning
Oude woningen vooral in Wallonië
Recentste woningen in Antwerpen en Limburg, later ook aan kust
In vergelijking met Europa groot aandeel oudere woningen
2.2 Ruimtelijke trends
2.2.1 Toekomst volgens bouwgronden
50% bebouwing langs grote wegen
Lintsbebouwing= langs steenweg bouwen, gronden achter huizen blijven leeg
Vlaanderen volgebouwd als je erdoor rijdt, was altijd al zo versnipperd
Oplossing: verdichting of collectieve woonvormen
2.2.2 Evolutie van verkoop van woningen en bouwgronden
Er worden steeds meer en meer appartementen en rijhuizen gekocht,
verdichting
2.2.3 Ruimtelijke trends (verwachtingen)
Blijvende druk op onbebouwde ruimte vanuit het wonen
Wijzigingen in de woning- en woonomgevingstypologie (kleiner wonen, meer
gedeelde gebouwen, gebruiken van bedrijfsgebouwen, anders verkavelen)
Beleid zal collectieve woonvormen en verdichting promoten
3 Woningtypologieën in Vlaanderen
3.1 Meest courante woningtypologieën
Open/halfopen bebouwing 49%
Rijhuis 22%
Appartement 25%
3.2 Andere woningtypolgieën
Grotere woonblokken, collectieve woonvormen
3.3 ‘Nieuwe’ woningtypologieën
Fermette en stilistische variatie jumbofermette, opschaling kleine typologie, lage
architecturale kwaliteit, veel te zien aan de kust
Rijwoningen op platteland -> misplaatst woningtype
Rijwoning met andere invulling of transformatie tot 3 generatiewoning
Les 2
1. Definities. Wat is een (Vlaamse) rijwoning?
=een huis dat in een rij staat en van beide kanten wordt ingesloten door een ander huis.
Schilderijen van rijwoningen in verleden, Aanbidding van het lam Gods , Jan & Hubert Van
Eyck: rijwoning in achtergrond, in hout, typische hoek- of trapgevels
Belangrijke evolutie: de verstening = van hout bouwen naar stenen constructies of facade,
beter bestand tegen brand
, 2. Europese verschillen
Siena, Italië: hogere rijwoningen rond patio’s of binnentuinen
Dublin, Schotland: rijwoningen liggen hoger en dieper met trappen naar de voordeur
Gent: trapgevels, noklijn= lijn in midden van trapgevel
Noklijn verplaatst: brandoverslag wordt moeilijker tussen huizen
Tekening:
3. Drie historische basistypologieën van een Vlaamse rijwoning 19de eeuw
3.1 Herenhuizen
Opkomst van de bourgeoisie, opkomst herenhuis 19de eeuw
Altijd in neo-stijl (beaux-arts traditie)
Plaats voor kleder, hoge ramen, hoge plafonds, gelijkvloers hoger als straat
Typische opbouw herenhuis: deur links of rechts met trap en gang naast leefruimte
Interieur herenhuis: toen rijkelijk versierd, tegenwoordig vaak gerenoveerd
3.2 Arbeiderswoningen
Bij de industrialisatie trokken veel mensen naar de stad om arbeider te worden, dit
zorgde voor de massale bouw van arbeiderswoningen
Repetitief karakter, leefruimtes op begane grond