Deze samenvatting omvat het deel2 van het vak Plantkunde.
--> HT4 geslachtelijke voortplanting
--> HT5 planteigen eigenschappen en functies
--> HT6 hormonen
4. geslachtelijke voortplanting
Het belang van sexuele reproductie is niet alleen het aanmaken van meerdere individuen van de soort,
maar ook het hercombineren van genen voor genetische variatie.
Het nadeel van vegetatieve reproductie is dat er zeer beperkte genetische variatie is. Grote delen
zijn genetisch identieke kloons. De genetische variatie is wel belangrijk en zal bij planten ontstaan door
meiose of reductiedeling. De geslachtelijke vermenigvuldiging zal zorgen voor een hercombinatie van
de genen.
4.1 bloei-inductie
Een éénjarige plant groeit, maakt een scheut aan met daarop bloemen, die bloemen zorgen voor
zaden en heel de plant sterft af. Deze blijft echter wel bestaan onder de vorm van de zaden die
moeten zorgen voor het nageslacht. Elke plant leeft dus maar één groeiseizoen.
Een meerjarige plant groeit, maakt een bloem aan, die bloemen zorgen voor het nageslacht en de
plant overleeft om het volgende groeiseizoen verder te ontwikkelen.
Geschikte signalen van externe en interne oorsprong laten bloei toe of induceren bloei.
|→ vernalisering, daglengte, lichtkwaliteit, fotoperiode
|→ nutriënten, hormonen
4.2 vorming van bloem, micro-en macrogametofyt, eicel en specmacellen
Het vegetatief meristeem vormt bladeren en gaat over naar het reproductief meristeem dat
bloemen vormt. Eens het meristeem is omgezet van vegetatief naar reproductief, kan het niet
terug.
Meestal schieten alle bloemen op hetzelfde moment in bloei.
fotoperiode
Er zijn verschillende types van planten op basis van hun
fotoperiode: korte-dag planten en lange-dag planten.
Korte-dag planten zullen bloemen aanmaken als er een korte dag is
en lange-dag planten als er een lange dag is.
De naamgeving is niet zo correct want de planten meten niet het
licht, maar meten de lengte van de nacht.
DUS korte-dag planten zullen bloemen aanmaken als er een lange
nacht is etc.
Stel je onderbreekt deze lange nacht door een lichtflits te geven,
wordt het niet meer beschouwd als een lange nacht en zal de plant geen bloemen aanmaken.
De perceptie van de fotoperiode is de vinden in het blad. Daar zal zich een gevoelig systeem
bevinden die de nachtlengtes zal meten.
Wanneer je een geïnduceerd blad, van al dan niet dezelfde soort, aan een plant maakt die normaal
gezien geen bloemen zou aanmaken, zie je dat er toch bloemen worden geïnduceerd. Het blad geeft
een signaal door naar het vegetatief meristeem om om te vormen naar een reproductief
meristeem. Het molecule dat hiervoor verantwoordelijk is, is florigeen.
, vorming van bloem termen!
Ontwikkelingen van bloem elementen in de
vorm van cirkels.
De buitenste zijn de kelbladeren, meestal klein
en groen. Hierop staan de kroonbladeren, de
gekleurden. Nog meer naar het centrum
bevinden zich de meeldraden, bestaande uit
een filament of steel met daarom de
helmknoppen. Hierin zitten de pollen. helemaal
centraal staat de stamper die bestaat uit een
stijl, aan de bovenkant een stempel die bezet
ik met kleine structuren die een kleverig secreet aanmaken. Onderaan de stamper bevinden zich
één of meerdere ovules die één eicel bevat.
De aanmaak van deze bloemdelen gebeurt door het ABC model van
bloemvorming. Deze bevat drie genen die in combinatie deze bloemdelen zullen
vormen. De ABC-genen zijn drie (groepen van) MADS-box genen.
Een klasse A en een klasse C gen zijn mutueel represserend of exclusief. Dit
betekend dat wanneer één van de twee klassen wegvalt, het wordt
overgenomen door de andere.
Klasse C genen zullen ervoor zorgen dat de bloem eindig is.
vorming van de megasporofyt
Het vrouwelijke voortplantingsdeel bestaat uit een ovule dat in
een ovarium gelegen is.
De ovule bestaat uit een voorloper van de embryozak
(megasporangium of nucellus), die omgeven wordt door twee
kwabben of integumenten. Deze kwabben gaan juist één kleine
opening laten, de micropyle, om later de pollenbuizen door naar binnen te laten groeien.
De vorming van deze voorloper van de embryozak gebeurt door
meiose. Na deze meiose is één diploïde cel ‘omgevormd’ in vier haploïde
cellen. Hiervan zullen er drie sterven en de voorloper van de
embryozak blijft over. Deze overlevende cel zal drie mitosen
ondergaan waardoor er uiteindelijk een embryozak gevormd wordt.
Deze bestaat uit een aantal cellen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lieselotvandenbroucke. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.