Organisatietheorie
Thema 1: Introductie
Bijeenkomst 1: introductie
Doelstelling van dit vak
“… een globaal beeld geven van de ontwikkeling van het sociologisch denken over organisaties”
Het gaat over de ontwikkeling van het denken = historische component; door de tijd heen kijken hoe
de vroege sociologen naar organisaties keken en hoe dit denken zich ontwikkeld heeft
Voorbeelden, typen organisaties
UGent, Volvo cars, Aldi, Van Hecke, muntenhandelaar Interphila bvba, Anheuser-Busch,
loodgieter Vander Schaeven, Google, Samsung, huisartsenpraktijk…
Dimensies
o Groot-klein
Zowel grote maar ook kleine organisaties die niet iedereen kent
o Publiek-privaat-non-profit
Publieke organisaties vervullen een publieke functie
Bv. huisartsenpraktijk = tussenvorm: private onderneming maar publiek doel
o Producten-diensten
o Fysiek-virtueel
Bv. zelfstandige ICT’ers: organisatie zelf is niet echt zichtbaar, vooral hun diensten zijn
zichtbaar
o Lokaal-globaal
o Jong-oud
o …
Alg.: gigantische variëteit aan organisaties
Twijfelgevallen?
Is het nu een organisatie of niet? “It depends”
o Vb.: familie
Mogelijks zien als organisatie in termen van een metafoor
↔Wij labelen dat niet zo; sociologische samenlevingsvorm die cultureel gekleurd is
Misschien heeft de familie wel doelstellingen, een structuur, verlenen ze diensten…
MAAR a.d.h.v. organisatietheorieën zou dit ook niet echt als organisatie bestempeld
worden
o Vb.: kerk
Religie = institutie
Organisatie? Ja: ze kennen o.a. een structuur dus in brede zin van metafoor is de kerk
een organisatie
MAAR meesten gaan kerk niet zien als een organisatie maar als een institutie met
gebruiken, rituelen, afspraken… binnen mensen van een gemeenschap die zich niet voor
organisatorische analyses lenen
1
, o Vb.: maffia
Illegale organisatie kan ook een organisatie zijn
Binnen maffia een bepaalde doelstelling (hoe luguber deze ook is) en er zijn duidelijke
afspraken en regels waaraan leden zich moeten houden (+ straffen en uitsluiten als ze
zich niet aan de regels houden) => in die zin is de maffia een organisatie
Wat kenmerkt organisaties?
Wat zijn ‘essentiële’ kenmerken?
Organisatiekenmerken
Thema’s: “Waar denk je aan als ik ‘organisatie’ zeg?”
Structuur
Mensen
Mensen die posities vervullen binnen de organisatie
Strategie
Doelstelling(en)
‘Strategie’ hangt samen met ‘doelstellingen’
Organisaties bestaan niet zomaar; ze willen iets bereiken hebben een doel (bv. winst maken,
mensen helpen…)
MAAR wat ze gemeen hebben: denken na over hoe en of ze die doelstellingen bereiken
Technologie
Productieprocessen binnen een organisatie
Bv. Volvo: hoe van een stuk metaal een auto maken?
Welke technologie heeft de organisatie om de doelstelling te bereiken?
Cultuur
Vaak benoemd als belangrijk organisatiekenmerk: “the glue which holds the organization
together”
Ongrijpbaar maar essentieel
Coördinatie
Van zodra je X aantal mensen samen zet, ga je afspraken moeten maken over coördinatie
Macht
Coördinatie en structuur kan niet los gezien worden van machtsprocessen
Bepaalde activiteiten afdwingen wanneer in bepaalde posities (bv. leider)
MAAR niet zo eenduidig: werknemers bv. hebben ook macht (o.a. stakingsrecht) en
machtsmiddelen om af te dwingen wat zij willen bereiken
Legitimiteit
Uiteenlopende doelstellingen mogelijk (binnen eenzelfde organisatie) MAAR geen enkele
organisatie kan deze variëteit aan doelstellingen bereiken als zij niet legitiem handelen
Legitimiteit = onvoorwaardelijke bestaansvoorwaarde van organisatie
Niet legitiem => kan leiden tot einde van bestaan van organisatie
Leider(schap)
Alg.: niet alle kenmerken moeten aanwezig zijn MAAR hoe meer kenmerken, hoe meer iets lijkt op een
organisatie/een organisatie is
Wat is dan nu de definitie van een organisatie?
2
,Meest essentiële elementen: structuur, mensen, coördinatie en doelstelling(en)
“Organisatie is een structuur waarin mensen gecoördineerd worden om een bepaalde doelstelling te
bereiken”
Definitie
Organisaties: “organizations are goal-directed, boundary-maintaining, and socially-constructed
systems of human activity” (Aldrich, Organizations evolving, 1999, p. 2)
Te herkennen: structuur, mensen coördinatie en doelstellingen
o ‘Goal-directed’ (doelstellingen)
Mensen hebben wel doelstellingen MAAR zijn toch altijd ambigu en onzeker over het
realiseren van die doelstellingen
Niet te rationeel naar kijken: mensen zijn wel bezig met doelen (kunnen vaag zijn)
MAAR of ze die doelen ook bereiken is een andere vraag
o ‘Socially-constructed systems’ (structuur en coördinatie)
Benadrukt dat het systemen zijn die sociaal gecoördineerd zijn
Manier waarop mensen naar hun eigen organisatie kijken, kan al sterk variëren
Bv. andere blik van werkgevers, werknemers, andere afdelingen…
Door deze sociale (re)constructie veranderen organisatie
o ‘Human activity’ (mensen)
o ‘Boundry-maintaining’
Organisaties zijn altijd bezig met hun grenzen
Grenzen kunnen verschuiven: breder (groeien) en nauwer (bv. kunnen niet verkopen)
worden
MAAR organisatie probeert deze grenzen in de gaten te houden (kijken bv. of er
mogelijkheden voor groei zijn)
Vergelijk: Hatch (2006, p. 19): social structure, culture, physical structure, technology +
environment Zie ‘A Conceptual Model of Organization’
Waarom (zoveel) organisaties?
Voorbeeld België: 1,1 miljoen KMOs in 2017 (1-49 medewerkers) …
Meyer & Bromley (2013) – Waarom wordt er georganiseerd?
Spreken over culturele rationalisatie (versus verklaring op basis van functionalisme of macht)
Niet de functionaliteit van organisatie bepaalt waarom er zoveel organisaties zijn MAAR drie
belangrijke pijlers:
Verwetenschappelijking
Zoveel ontdekkingen door de wetenschap => mensen gaan die ontdekkingen omzetten in
praktijken
Bv. inzichten in de psychologie => praktijken oprichten
Individualisering
Mensen zijn veel zelfstandiger en ondernemender geworden => ondernemerschap => instellen
van organisaties
3
, Bv. 100 jaar geleden: belangrijkste organisaties = “boerenorganisaties”, meeste mensen
tewerkgesteld in voedselproducerende sector
(Hoger) onderwijs
Mensen beter opgeleid; meer skills en kennis (+ individualisering) => worden krachtige actor om
stap te maken van “ergens gaan werken” naar initiatief nemen en zelf organisaties inrichten
Organisatietheorie
De kortste definite: The study of how organizations work
In meer detail…
Organizational theory studies provide "an interdisciplinary focus on:
a) the effect of social organizations on the behavior and attitudes of individuals within them,
b) the effects of individual characteristics and action on organization,
c) the performance, success, and survival of organizations,
d) the mutual effects of environments, including resource and task, political, and cultural
environments on organizations and vice versa, and
e) concerns with both the epistemology and methodology that undergird research on each of these
topics“ (Pfeffer, 1997)
Organisatietheorie = interdisciplinaire kijk op hoe organisaties eruit zien, ze ontstaan en tot welke
effecten leiden/impact die ze hebben
Bredere kijk op wat organisatietheorie is
Evolutie organisatietheorie (Hatch)
Zie bespreking 18-03
4