Anatomie van de voet (botten, banden, gewrichten(+vlakken), spieren voet + onderbeen, bewegingsas/vlakken
Samenvatting Anatomie Bewegingsapparaat
Samenvatting anatomie bewegingsapparaat
Alles voor dit studieboek (70)
Geschreven voor
Hogeschool van Amsterdam (HvA)
Academie Voor Lichamelijke Opvoeding
Anatomie
Alle documenten voor dit vak (8)
Verkoper
Volgen
gabriellesilven
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
35 Toetsvragen om mee te oefenen
1. Van welk bot is het acromion een onderdeel?
a. Clavicula c. Os ilium
b. Scapula d. Sternum
2. Welk bot heeft een trochanter minor & major?
a. Humerus c. Femur
b. Scapula d. Tibia
3. De cavitas glenoïdalis is een onderdeel van….
a. Femur c. Scapula
b. Os coxae d. Sternum
4. Welke spier zit vast aan het caput fibulae?
a. M. biceps femoris c. M. peroneus (fibularis) longus
b. M. quadriceps femoris d. M. semimembranosus
5. Welk ligament zit vast aan de epicondylus medialis van het femur?
a. Lig. collaterale tibiale c. Lig. cruciatum anterius
b. Lig. collaterale fibulare d. Lig. cruciatum posterius
6. Uit welke 3 botten bestaat het bovenste spronggewricht?
a. Calcaneus, fibula, tibia d. Talus, calcaneus, os naviculare
b. Talus, fibula, tibia (dit is OSG)
c. Talus, calcaneus, tibia
7. Welke bewering, m.b.t. pronatie (eversie), is juist?
a. Dit is een beweging in de enkel waarbij de binnenrand van de voet omhoog komt.
b. Dit is een beweging in de enkel waarbij de buitenrand van de voet omhoog komt.
c. Deze beweging wordt bewerkstelligd door de m. tibialis anterior.
d. Deze beweging wordt bewerkstelligd door de m. tibialis posterior.
8. Welke bewering is juist?
a. De processus xiphoïdeus is een onderdeel van de scapula.
b. Het olecranon is een onderdeel van de ulna.
c. De trochanter minor ligt aan de ventrale zijde van het femur.
d. De tarsus bestaat uit 8 botjes.
9. Welke bewering, m.b.t. de rotatie in de knie, is juist?
a. Rotatie in de knie vindt plaats om een sagittale bewegingsas.
b. Endorotatie van het onderbeen kan door de m. biceps femoris worden bewerkstelligd.
c. Exorotatie van het onderbeen kan door de m. sartorius worden bewerkstelligd.
d. Rotatie van het onderbeen is niet mogelijk met een gestrekte knie.
, 10. Noem een spier die vastzit aan het lig. patellae?
a. M. soleus c. M. tibialis posterior
b. M. peroneus (fibularis) longus d. M. quadriceps femoris
11. Wanneer het niet lukt om (met gestrekte benen) de grond aan te tikken, zou er sprake
kunnen zijn van…..
a. Actieve insufficiëntie van de m. quadriceps femoris.
b. Passieve insufficiëntie van de m. quadriceps femoris.
c. Actieve insufficiëntie van de m. biceps femoris.
d. Passieve insufficiëntie van de biceps femoris.
12. Welke botten horen tot de origo en insertie van de ischiocrurale spieren?
a. Schaambeen, dijbeen en scheenbeen.
b. Darmbeen, scheenbeen en patella.
c. Zitbeen, scheenbeen, kuitbeen.
d. Dijbeen, kuitbeen en calcaneus.
13. Waar bevindt zich de tuberositas tibiae?
a. Ventraal van de patella. c. Proximaal van de patella.
b. Dorsaal van de patella. d. Distaal van de patella.
14. Welke bewering m.b.t. het art. talotarsalis is juist?
a. Dit gewricht heeft een bewegingsas die o.a. loopt van mediaal-ventraal naar lateraal-
dorsaal.
b. De m. tibialis anterior loopt met z’n werklijn lateraal van de as in dit gewricht.
c. De bewegingsmogelijkheden in dit gewricht zijn plantair flexie en dorsaal flexie.
d. Geen enkele bewering is juist.
15. Waar vindt je een membrana interossea?
a. Tussen spaakbeen en ellepijp.
b. Tussen beide schaambeenbotten.
c. Tussen hielbeen en sprongbeen.
d. Tussen de handwortelbotjes.
16. Uit wat voor een weefsel bestaat een membrana interossea?
a. Botweefsel c. Bindweefsel
b. Kraakbeenweefsel d. Epitheelweefsel
17. Welke functie heeft het pars acromialis van de m. deltoïdeus om de sagittale bewegingsas in
het schoudergewricht?
a. Abductie. c. Exorotatie.
b. Adductie. d. Endorotatie.
18. Welke functie heeft de m. latissimus dorsi om de longitudinale bewegingsas in het
schoudergewricht?
a. Abductie. c. Exorotatie.
b. Adductie. d. Endorotatie.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper gabriellesilven. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.