Test oktober
Onderzoekend handelen
In vastgoed
Hoofdstuk 1: onderzoek in een
notendop
Wat is onderzoek
Definitie: een systematisch en wetenschappelijk proces om een probleem
in kaart te brengen.
Met de conclusie een concreet antwoord bieden.
Doelgericht analyseren van een probleem of een situatie volgens
een bepaald stappenplan (=het onderzoeksproces):
1. (terrein) afbakening
2. Organiseren
3. Informeren
4. Analyseren
5. Evalueren
6. Rapporteren
Onderzoeken is geen rechtlijnig proces maar een circulair, iteratief
proces.
Een onderzoek moet altijd een aantal kwaliteitscriteria nastreven die
verbonden zijn met het wetenschappelijk karakter van onderzoek
voeren.
Waarom doe je onderzoek?
Overal duiken er vragen en problemen op, die om een onderbouwd
antwoord vragen.
Met onderzoek kan je:
Iets beschrijven of bepalen: wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe,
…?
Iets vergelijken met iets anders: wat zijn de gelijkenissen, wat zijn de
verschillen, … ?
Iets verklaren: hoe komt het, waarom werkt het (niet), waarom
gebeurt het (niet), …
Iets ontwerpen: zoeken naar oplossingen: hoe kunnen we (beter), …
Iets voorspellen: in welke mate zal, waar gaat het naar toe, … ?
Iets testen: als zo, wat dan, … ?
Iets evalueren: waarom is het (niet) goed, … ?
…
, Kwaliteitseisen aan onderzoek
Emperisch
het moet gericht zijn op onderwerpen die in de werkelijkheid zintuiglijk
waarneembaar zijn.
Emperische cyclus:
schetst het verband tussen theorie of ideeën (Deductie) enerzijds, en
werkelijkheid (inductie/ emperische realiteit) anderzijds.
Ethisch
Bij het voeren van een onderzoek spreekt het voor zich dat je de normen
en waarden respecteert, zoals geen schade brokkelen aan anderen.
Naast dat zijn er ook een heleboel wetten en reglementen waar je je moet
aanhouden bij een onderzoek.
Wetenschappelijk
Men moet zich houden aan bepaalde criteria om een onderzoek
kwaliteitvol te houden:
1. Validiteit
Het onderzoek moet valide of geldig om systematische fouten te
vermijden.
2. Objectiviteit
Het onderzoek is niet gebasseerd op eiigen voorkeuren, interpretaties of
vooroordelen door die van een andere, maar wel op feiten.
3. Generaliseerbaa
rheid
De resultaten van het onderzoek kloppen ook voor andere doelgroepen,
situatie’s, organisaties, gevallen, …
4. Betrouwbaarhei
d
Het onderzoek moet op een andere proefpersoenen, met andere
onderzoekers, in soortegelijke omstandigheden, …
5. Herhaalbaar:
Als het onderzoek opnieuw wordt uitgevoerd dan zou je vergelijkbae
resultten moeten krijgen.
6. Transparantie
Het onderzoek moet bijgehouden worden en openbaar gemaakt worden.