Consumentenpsychologie
Hoofdstuk 1 Wat is consumentenpsychologie
1. Wat is psychologie? ( geen leerstof)
Gedrag, mensenkennis, cognitieve processen, werking van het brein
Bv. corona: hoe onze routine volledig is veranderd, minder sociaal contact door
isolatiede invloed hiervan, het opnieuw aanleren van oude gewoontes
Complottheorieën: rol sociale media
Invloed sociale media op zelfbeeld
o Online pesten
o Likes = beloning
Nudging
o Mensen aanzetten tot positief gedrag
Sociale psychologie experiment
o Groepsdruk bij lijkstuk experiment
Def: wetenschappelijke studie, studie van het gedrag, studie van mentale
processen, studie van het individu
Hoe?
o Fundamenteel onderzoek
Functieleer
Persoonlijkheidspsychologie
Sociale psychologie
Fysiologische psychologie
o Toegepaste psychologie
Klinische psychologie
Psycholoog
Arbeids-en organisatiepsychologie
Schoolpsychologie
Consumentenpsychologie
2. Wat is consumentenpsychologie (geen leerstof)
Aankoopgedrag
o Bv. prijspijn, geen euroteken gebruiken
Ingrediënten weergeven; veel verschillend voor weinig geld
Wc-papier hamsteren; gevoel van schaarste, groepsdruk
Def: Wetenschappelijke studie van het consumentengedrag
o Mentale en fysieke handelingen
o van individuele en (meestal) kleine groepen
o betreffende oriëntatie, aanschaf, gebruik, onderhoud en afdanken
o van goederen en diensten
o uit de commerciële sector, overheidssector en huishoudelijke sector
o leidend tot functievervulling en het bereiken van doelen en waarden
o en hiermee tot tevredenheid en welzijn
o lettend op korte- en langetermijneffecten
o en de individuele en maatschappelijke gevolgen
o Al het gedrag dat een consument vertoont bij het zoeken naar, het kopen, het gebruiken/verbruiken,
het evalueren en het zich ontdoen van producten, diensten en ideeën.
Nut van de studie
, o Voor marketing:
wat moeten we aanbieden? hoe maken we promotie?gedrag van
consument voorspellen en beïnvloeden
o Voor de overheid:
voorlichting, ongewenst consumentengedrag beperken
o Voor consumentenorganisaties:
erop toezien dat marketeers geen misbruik maken van
consumenten productonderzoek, analyse reclametechnieken, …
Hoe wordt de consument beïnvloed?
o via omgeving van de consument
o via het denken van de consument
o via de emoties van de consument
o door de consument iets te laten doen
Daarom studie van denken, emoties, gedrag en omgeving van de consument
3. Onderzoeksmethoden ( vanaf hier leerstof)
Het wetenschappelijk onderzoek?
o meten, voorspellen, beschrijven, interpreteren, begrijpen
Een hypothese stellen
Een veronderstelling
Objectieve data verzamelen
Hypothese gaan toetsen
De resultaten analyseren
De resultaten publiceren, bekritiseren, …
Voorbeeld:
o 1: frisdrank met suiker maakt kinderen
hyperactief
o 2: twee groepen: gesuikerde frisdrank en
ongesuikerde frisdrank
o 3: is er een verschil? Significant anders
gedrag
Hoe?
o Observatie
Als bepaald gedrag moet worden
waargenomen
Bv. consumenten observeren: welke looproute, hoe lang ze ergens
blijven staan, hoe reageren op licht en geur
o Interview en enquête
Om te kijken hoe het zit over een bepaald thema
Nut: bereiken van heel veel mensen zonder veel moeite en kost
Nadeel: sociaal wenselijke antwoorden: vooral mondeling =“wat
willen andere mensen horen?”
o Test
Wat kan getest worden?: persoonlijkheid, intelligentie, aandacht…
o Experiment
Kenmerken van de (psychometrische) test?
Elk onderzoek moet aan bepaalde voorwaarden voldoen.
o Betrouwbaarheid
, bij herhaling dezelfde/gelijkaardige resultaten bekomen
o Validiteit
Een test moet meten wat hij zegt te meten (experiment: invloed
suiker- geen antwoorden over voorkeur van smaak)
o IJking (weg laten)
o Objectiviteit
Gebruik van dezelfde parameters; dezelfde tijd, instructies,
voorwerpen. ALTIJD DEZELFDE PROCEDURES VOLGEN
Experiment
o Wat maakt een experiment tot een experiment? (EXAMENVRAAG)
Er is sprake van een manipulatie
hier is manipulatie: het toedienen van suiker.
In gecontroleerde situatie.
Grote groep wordt willekeurig verdeeld.
Experimentele groep: manipulatie toegediend. Controle
groep: placebo toegediend.
Belangrijk dat de groepen willekeurig zijn en dat je niet
weet in welke groep je zit
o Haal dit uit een gegeven experiment (EXAMENVRAAG)
Onafhankelijke variabele
Afhankelijke variabele
Experimentele groep
Controle groep
o Experiment Liebert&Baron: Effect van geweld op TV op gedrag van
kinderen:
Experimentele groep: groep kinderen met gewelddadige film
Controle groep: groep kinderen met sport film
Onafhankelijke variabele: de manipulatie zelf, hier:
gewelddadige film
Afhankelijke variabele: effect van de manipulatie, hier: duur
van op de rode knop te duwen
Onderzoek van consumenten
o Wat?
Klanttevredenheid
Naamsbekendheid
Behoefteonderzoek
…
, o Door wie?
Marktonderzoeksbureau’s
o Hoe?
Interview
Enquête
Focusgroep
+- 10 mensen die diep worden geïnterviewd
Consumentenpanel
=mensen die zich hiervoor opgeven moeten alles wat ze
kopen scannen
Meten van mediaconsumptie
(Social) media monitoren
Neuro-onderzoek
Hoofdstuk 2 Informatieverwerking
Inhoud
Informatieverwerking = perceptie en geheugen
o Perceptie=waarneming
o Wrm bi con.psy.? het zien en horen van reclame
Perceptie
1. Vijf sensoriële systemen
2. Van gewaarwording naar perceptie
3. Perceptie
Geheugen
4. Werking van het geheugen
5. Structuur van het geheugen
6. Vergeten
Inleiding
Eye tracking filmpje dia 5
o Hoe groter bolletje, hoe meer mensen naar dat punt kijken
o Wrm? Reclame beter en effectiever maken
Reclame Skoda
o Straat verandert volledig
o We focussen op de voorgrondde auto
1.Vijf sensoriële systemen
1.1 Zintuigen
Kijken, horen, zien, ruiken, voelen
1.2 Visuele gewaarwording
Visuele elementen gebruiken in reclame, verpakking, kleur,..
o Visueel is belangrijk aspect: felle kleuren, dingen die opvallen, grote
dingen, foto’s, logo’s, baseline