In Gedrag en Maatschappij bestuderen we de wetenschappelijke kijk op zowel de
psychische processen die zich binnen een individu afspelen, als de daaruit resulterende
gedragspatronen en uiteindelijke maatschappelijke structuren. Psychologie en Sociologie
zijn bij uitstek geschikt om het sociale handelen van mensen in interactie met hun
omgeving te bestuderen. Wij als individuen en groepen bepalen de samenleving, maar
de samenleving bepaalt ook ons gedrag en onze handelingen. Dit spanningsveld vormt
het uitgangspunt van Gedrag en Maatschappij. Op basis van theoretische inzichten en
praktijkvoorbeelden krijgen we inzicht in de regels van het maatschappelijk spel. Die zijn
belangrijk en relevant om ook (bedrijfs)economische vraagstukken te begrijpen.
-> tip: de samenv van werkcolleges bevinden zich vanachter in deze samenv!
Deel 1 Inleiding tot de
gedragswetenschappen (psychologie)
= een studie van de verscheidene drijfveren en factoren die het gedrag
beïnvloeden (vaak sociaal geconstrueerd)
Les 1 Gedrag (handboek H1 & 2)
1. Wie is de homo sapiens?
- Paradoxaal, homo sapiens hebben 2 kenmerken:
Sociaal: mensen kiezen bewust om sociaal ten opzichte van elkaar
te handelen
Intelligent.
=> Deze combinatie van factoren stelt ons in staat om:
Positief: samen te werken, uitvindingen, onevenaarbaar
succes in biomassa, flexibiliteit, creativiteit
Negatief: destructieve mens, kernenergie uitvinden, grote
ecologische voetafdruk
2. Historische gedragswetenschappen
2.1 Rationalisme en empirisme
Gedragswetenschappen = huwelijk tussen rationalisme en empirie, men gaat
data gebruiken om een theoretisch kader rond te bouwen
- Rationalisme: aanhangers van het denken en de logica, theorievorming
(Socrates).
- Empirie: men kan enkel zaken begrijpen door kennis te vergaren via
ervaring en observatie, dataverzameling (Aristoteles)
1
, 2.2 Structuralisme en Functionalisme
De psychologie is gegroeid vanuit de interesse voor bewustzijn, 2 denkstromen:
- Structuralisme (W. Wundt): experimentele analyse v.d. onderdelen van
het bewustzijn
Systematische, objectieve observaties van bewuste ervaringen
- Functionalisme: (W. James): bestudeerde het bewustzijn in zijn geheel.
Invloed v/h Darwinisme: het bewustzijn heeft overlevingswaarde
Vervolgens ontstond een derde stroming, die ontstond door het conflict tussen de
wetenschappelijke benaderingen:
- Behaviorisme (Skinner): enkel het observeerbare gedrag moest
bestudeerd worden en dus niet een abstract concept als ‘bewustzijn’.
Alles is aangeleerd, vrije wil is een illusie.
- Psychodynamica (S. Freud): bracht niet enkel het bewustzijn terug in de
psychologie, maar bestudeerde ook de ónbewuste drijfveren v/h gedrag:
het onbewuste bestaat uit gedachten, herinneringen en diepste
verlangens die we niet bewust ervaren, maar die toch een grote
invloed hebben op ons gedrag.
=> beide negatieven theorieën, dus logisch ook een positieve:
- Humanisme (C. Rogers): legde zich toe op het bestuderen van het
menselijk gedrag uitgaande van menselijke kwaliteiten en met focus op
zelfrealisatie -> mensen zijn veranderbaar!
3. Moderne benaderingen gedragswetenschappen
- Biologische benadering: Gedrag verklaren aan de hand van genetische,
neurologische en biochemische processen -> neurowetenschappen
- Cognitieve benadering: Hoe wordt informatie vergaard, opgeslagen, en
verwerkt?
- Evolutionaire benadering: Evolutie door selectie; bestudeert universele
tendensen -> berust op assumpties uit het verleden
Bv iedereen ter wereld lacht als ze blij zijn => universeel
Nadeel: niet testbaar bcs berust op assumpties uit het verleden
- Socio-culturele benadering: Gedrag is afhankelijk van de socio-culturele
context. Meer accent op de huidige context van huidige periode!
2
, 4. Waarom gedragswetenschappen voor economen?
Psychologie is belangrijk voor economen vanuit een drietal redenen:
- Begrip voor economische anomalieën:
Gedragswetenschappen toont aan dat mensen irrationeel zijn,
terwijl in de economie een homo economicus wordt verondersteld.
Gedragswetenschappen toont afkeer voor onrechtvaardigheid aan
terwijl in de economie hier geen rekening mee wordt gehouden.
“het is niet fijn om heel rijk te zijn, wnr mensen in nabijheid
dit niet zijn”
Gedragswetenschappen toont aan dat mensen zich aanpassen aan
verhalen en normen, terwijl een homo economicus niet.
- Gedrag en bedrijfskunde:
Mensen zijn de belangrijkste facet van een organisatie: men moet
deze dus niet behandelen als machines ..
Hawthorne studie: omgeving creëren om mensen aan te
moedigen dan werkte ze veel beter!
Link met humanisme: positieve benadering
- Een goede theorie is domein-overschrijdend en biedt
toepassingsmogelijkheden in diverse uiteenlopende gebieden
Bv controlegevoel -> medisch: aangeleerde hulpeloosheid maar
toepasbaar op ander domeinen
-> maatschappij: daklozen doen het beter wnr controle over
hun omgeving
-> economie: controlegevoel draagt bij tot succesvolle ceo’s,
productieve werknemers, …
=> niets is zo praktisch als een goede theorie!
3
, Les 2 De biologische basis van het gedrag
(handboek H3 & 4)
=> Een methode van robert sapolsky om het gedrag van mensen te begrijpen:
TED-talk is verplichte leerstof (gebruik tijdlijn)
1. Werking van het zenuwstelsel
De hersenen zijn het voornaamste orgaan in het zenuwstelsel en een product
van evolutie door middel van natuurlijke selectie.
- De meeste organismen bezitten op reflexen die zorgen voor vlugge,
automatische, motorische reacties op een prikkel. -> Mensen hebben, in
vergelijking met andere organismen, een complexer en omvangrijker
zenuwstelsel.
Flexibele informatieverwerking via zenuwstelsel: geeft ons de
mogelijkheid om:
leren uit ervaring: Hersenen kunnen zich aanpassen op basis
van vroegere ervaringen.
reactie uitstellen: onze reacties op prikkels uit te stellen,
eerst over nadenken, waardoor de omgang in de sociale
context mogelijk wordt
aanpassen aan veranderende omgevingen
=> Echter zijn hersenen geen computer: ook gedrag en ervaring
bepaald veel
1.1 Werking/ onderdelen van het zenuwstelsel
Het principe van het zenuwstelsel is een informatieverwerkingssysteem dat
informatie ontvangt (input), verwerkt (throughput) en doorstuurt (output).
Hersenen zijn echter geen computer, ze zijn voorgeprogrammeerd om reacties
met overlevingswaarde te genereren.
- Neuronen (zenuwcellen) zijn de functionele cellen in het zenuwstelsel die
informatie ontvangen, evalueren en doorsturen. Zenuwcellen bestaan uit:
De dendrieten ontvangen de neurale impuls van andere neuronen.
Het cellichaam (of de soma) bevat de nucleus (= celkern) en is de
drijfkracht van de cel.
Allerlei info komt binnen langs alle kanten via de dentrieten
en wordt geselecteerd op basis van belangrijkheid
Het axon is één lang uitgroeisel van een neuron dat de neurale
impuls doorstuurt naar de eindknop van het neuron en vervolgens
naar andere neuronen.
4