Nederlands
Deel 1: inleiding op het vak Nederlands
1. Waarvoor gebruiken we taal?
1. Conceptualiserende of cognitieve functie van taal
▪ denken, benoemen, ordenen, …
2. Communicatieve functie van taal
▪ contact, verbindende werking, …
3. Expressieve functie van taal
▪ gevoelens, persoonlijk, …
4. Sociale functie van taal
▪ sociale (sub)groep, …
➔ Verschillende functies kunnen vaak gelijktijdig voorkomen.
2. Belang van taalonderwijs
Lesgeven in taal tijdens het vak Nederlands maar ook tijdens niet-talige vakken (= taalgericht
vakonderwijs).
Vijf argumenten om taalonderwijs te geven:
1) Op school leer je een ander soort taalgebruik dan in het dagelijks leven.
DAT = dagelijks
algemeen taalgebruik
CAT = cognitief
academisch taalgebruik
2) Niet alle kinderen kunnen zich zelfstandig het Standaardnederlands eigen maken.
Veel leerlingen hebben niet het Standaardnederlands als moedertaal. Vaak spreken ze thuis
tussentaal, dialect of een vreemde taal. Standaardnederlands is een officiëlere taal waarbij
de nadruk ligt op het goed formuleren en verzorgd spreken en schrijven.
, 3) Schriftelijke taalvaardigheid en taalbeschouwing leren kinderen niet spontaan.
De school is de voornaamste plek waar kinderen leren lezen en schrijven. Kinderen leren wel
spontaan spreken, maar bij schriftelijke taalvaardigheden is dit niet zo. Technisch lezen,
begrijpend lezen en taalbeschouwing moet aan kinderen aangeleerd worden.
4) Alle 21e-eeuwse sleutelcompetenties doen een groot beroep op taal.
In de sleutelcompetenties die de Verenigde Staten en Europese Unie vooropstellen om in de
21e eeuw aan de samenleving te kunnen deelnemen, neemt taal een prominente rol in.
Complexe informatie verwerken, kritisch en probleemoplossend denken, (digitale) bronnen
onderzoeken, creatief denken en handelen, omgaan met media ... daar heb je goede
mondelinge en schriftelijke vaardigheden voor nodig.
5) Wil je kinderen leesplezier bijbrengen, dan moet je daar apart aandacht aan besteden.
Een belangrijke doelstelling van het taalonderwijs is kinderen plezier te laten beleven aan het
lezen van boeken. Je kunt dat plezier alleen bevorderen als je kinderen op z’n minst in
aanraking brengt met boeken en een positief leesklimaat creëert. Daar heb je dus apart
taalonderwijs voor nodig.
3. Eindtermen en generieke doelen
Eindtermen zijn minimumdoelen van de Vlaamse overheid, 7 domeinen:
▪ Lezen
▪ Schrijven
▪ Spreken
▪ Luisteren
▪ Taalbeschouwing (= reflecteren over klanken, zinnen, woorden, …)
▪ Strategieën (= reflecteren over de aanpak van een opdracht)
▪ (Inter)culturele gerichtheid (= reflecteren over taalvarianten)
Vier taalvaardigheden = taalgebruik = wat je met taal kan doen
, Moeilijkheidsgraad van taaltaken volgens de eindtermen…
1. … op verwerkingsniveau
o kopiërend niveau (heel makkelijk)
o beschrijvend niveau (makkelijk)
o structurerend niveau (moeilijk)
o beoordelend niveau (heel moeilijk)
2. … op niveau van publiek
o de leerling zelf makkelijk
o bekende leeftijdsgenoten
o onbekende leeftijdsgenoten
o bekende volwassenen
o onbekende volwassenen moeilijk
4. Didactische speerpunten voor taalkrachtig onderwijs
, Deel 2: Wat is lezen?
Lezen = leesplezier x leestechniek x leesbegrip
Leesplezier
Lezen in de klas moet als leuk ervaren worden en leuk blijven. De leerkracht helpt de leerlingen bij
hun boekkeuze en zorgt voor een rijke leesomgeving. Hij voorziet een divers tekstaanbod, maakt tijd
vrij om te lezen en laat zijn leerlingen praten over de boeken die ze hebben gelezen. Ook de zwakke
lezers moeten lezen als ontspannend ervaren en niet als een inspanning.
Leestechniek
Tijdens het aanvankelijk technisch lezen leren de leerlingen welke klank aan welke letter gekoppeld
is. De leerlingen moeten hier nog luidop lezen zodat er kan gecontroleerd worden of ze de juiste
klankletterkoppeling maken. Daarna start het stillezen, dit gebeurt al vanaf de tweede helft van het
eerste leerjaar en loopt door tot het vierde leerjaar, dit is de fase van het voorgezet technisch lezen.
Hierbij oefenen de leerlingen op het vlot en nauwkeurig lezen.
Leesbegrip
Leerlingen moeten de betekenis of de inhoud van een tekst begrijpen. Het leesbegrip hangt af van de
leeservaring van de leerling. De leerkracht zorgt ervoor dat de leerlingen in contact komen met
verschillende tekstsoorten waarmee ze in het werkelijke leven ook in contact komen. Zo wordt het
lezen functioneel: de leerlingen lezen niet om te lezen, maar met een bepaald doel, bv. informatie
opzoeken, een gerecht klaarmaken, een samenvatting schrijven, zich ontspannen …
Deel 3: leesbevordering
1. Wat is leesbevordering?
Leesbevordering = het stimuleren van het lezen bij kinderen met als doel dat zij lezen niet als een
verplicht schoolvak ervaren, maar beschouwen als een leuke en zinvolle (vrije)tijdsbesteding.
Binnen de leesbevordering zijn leesplezier en leesmotivatie middelen om de leesvaardigheid en
de literaire competentie te stuwen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper julieguldentops. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.