100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Bio-informatica (G0O59B)

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
21
Geüpload op
10-07-2022
Geschreven in
2021/2022

Bevat alle informatie gezien tijdens de lessen in de powerpoints. Ik heb hiermee 14/20 gehaald.











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
10 juli 2022
Aantal pagina's
21
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

H1: Wat is bio-informatica?




Bio-informatica= het verzamelen, opslaan en analyseren van alle biologische 1 bit 0 of 1
data om er zoveel mogelijk informatie van te verzamelen 1 byte 8 bit
1 kb 1.000 byte
Moleculaire modellering= het gedrag van biomoleculen op atomisch level 1 MB Miljoen byte
simuleren  interacties in 3D als balletje aan veer + potentiële E van 3D 1 GB Miljard byte
molecules berekend door krachtveld 1 TB Biljoen byte
Hierarchie: gen > genoom > cel > weefsel > orgaan > organisme > populatie > ecologie

Bio-informatica is booming: verbetering in sequencing technologie  veel info

Welke velden zijn belangrijk in bioinformatica?

a) Geneeskunde: creëren van data + gebruik van info voor research/ patiënten
b) Informatica: databanken en algoritmes ontwikkelen
c) Statistiek: grote hoeveelheden data hebben methoden nodig voor correcte analyse
d) Biomedische: patient data + design nieuwe drugs + keuze drug therapy + drug resistance
e) Biotechnologie: data vergelijken met data van andere organismen of genproducten


H2: Review van biomoleculaire
bouwblokken
Non-coding RNA (ncRNA)= codeert niet voor eiwitten, maar voor RNA dat op zichzelf kan opvouwen

1. Aminozuren
 21 AZ komen voor in eiwitten
 54 eiwitten in mens
 Alle AZ zijn linksdraaiend!

Selenocysteine (SEC, U)= gecodeerd door stopcodon UGA

1

,  bevat riboswitch: geen stopcodon, wel SEC inbouwen

 His: + geladen of neutraal afhankelijk van pH
 Trp en Tyr: polair  buitenkant eiwit
 Cys: vorming S-bruggen
 Gly: flexibel + geen zijketen
 Pro: cyclische backbone  maakt eiwit rigide




Primaire - AZ-sequentie is 1e stap in opvouwen van eiwitcomplex
structuur - Gelezen van N tot C terminus
- Elektron delocalisatie  peptidebond is planair + rigide
- Dipool in peptidebond  peptidebinding kan draaien
- Rigide peptidebond  2 conformaties: cis + trans (99.9% is trans)
- Pro: zowel cis als trans afhankelijk van zijketen omgeving
Anfinsen dogma= alle informatie om correct op te vouwen en actief te zijn is
opgeslagen in de sequentie alleen
 Primaire sequentie bepaalt welke secundaire structuur wordt gevormd
Secundaire - 1e structuur duidt 2e structuur aan  gevormd tijdens translatie
structuur - a-helices, b-strands, b-turn (reverse turn)
- Stabilisatie door H-bruggen en zijketen interacties
Beta-turn= stevige verbinding tussen 2 strengen in anti-parallel sheet 
verschillende types afhankelijk van orientatie residues
Tertiaire Anfinsen dogma= primaire structuur bepaalt tertiaire structuur
structuur Levinthal paradox= bemonsteren van alle conformaties van eiwit duurt langer
dan het universum oud is  logica achter eiwitopvouwing
- Opvouwing volgens trechter: in begin heb je veel combinaties
- Hydrofobe elementen verstopt + hydrofiele elementen exposed
Molten globule= structuur waarbij we bijna tertiaire structuur hebben, nog niet
volledig perfect in conformatie  gevormd tijdens opvouwing
Quaternaire - Opgevouwen eiwitten interageren met andere molecules  actief
structuur - Residues actieve site: polair, Ser, His, Asp, Cys, Asp/Glu + Mg/Mn +
Cys/His + Zn
Prosthetische groep= gebonden en laat nooit los
Co-factor= gebonden en kan los laten  gebonden aan vrije e-paren (backbone
O, Asp, Glu, His, Cys, water)  metaal heeft voorkeurssymmetrie
Co-enzyme= substraat voor enzymatische reactie
Tunneling= brengen verschillende enzymatische sites samen om substraten
gemakkelijk door te brengen
Allosterie= binding molecule aan monomeer A zorgt voor verhoogde/ verlaagde
activiteit van monomeer B




H3: Databanken
2

,  Eerste databanken waren niet online
 1965: Margaret Dayhoff zet eerste eiwitsequenties (65) in een boek  1984: telefonische
toegang tot pagina’s (Protein Information Resource)
 1982: nucleotide en eiwitsequenties (GenBank)

1. Sequentie databanken
 Resultaten van DNA sequenering (NCBI, Bioinformatics portal, Swissprot)
 Systemen in databanken zijn aan elkaar gekoppeld

FASTA format= behoudt enkel de sequentie-informatie

2. Structuurdatabanken
 Protein Data Bank (PDB): 3D structuren van eiwitten  1e database klaar voor computer
 Verschillende experimentele methoden  verschillende structurele info + data
eigenschappen
 Resolutie en R-waarde moeten zo laag mogelijk zijn!

Eiwit a)Diffractie
crystallography b)Fourier series: kristallen zijn moleculen die zich ritmisch herhalen
c)Kristallen: ritmische symmetrische pakking van units
d)X-rays: intense straling opwekken + kunnen interfereren met
elektronen
 1914: structuur NaCl opgelost (vaste structuur zonder covalente
bindingen in kubusrooster)
 1953: DNA-structuur opgelost uit vezels
Eiwit NMR- - Gebruik van gelabelde eiwitten (15N + 13C)
spectroscopy - Meten welke atomen dicht bij elkaar staan
- Minder accurate techniek: backbone is wel juist
CryoEM single - EM (100.000 – 2.000.000x vergroting)
particle analysis - 3D reconstructie: alle beelden combineren in 3D beeld


NADELEN VOORDELEN
Eiwit - Moeilijk om te kristalliseren - Elke grootte is mogelijk
crystallography - Hoge zuiverheid nodig
- Artefacten van kristal packing
Eiwit NMR- - Gelabelde eiwitten nodig - Geen crystallisatie nodig
spectroscopy - Structuur is een model: veel - Reflecteert dynamica in oplossing
oplossingen
- Grote eiwitten zijn onmogelijk
- Moeilijk om multimeren te
modelleren
CryoEM - Grote complexen nodig (125 kDa) - In silico oplossing van onzuiverheden
- Bepaalde vorm/ symmetrie nodig - Gedrag in oplossing bekijken




Crystallography: kwaliteit

Resolutie= experimenteel bepaald, afhankelijk van kristalkwaliteit en X-ray intensiteit  hoe lager de
resolutie, hoe beter (beter opgeloste structuur, kleinere e-wolk)

3

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
freyavandeneynde16 Katholieke Universiteit Leuven
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
135
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
44
Documenten
17
Laatst verkocht
2 dagen geleden

4,3

8 beoordelingen

5
3
4
4
3
1
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen