Wereldoriëntatie: media
Mediawijsheid
Wat is mediawijsheid?
- Geen nieuw fenomeen
- Jaren 80 = media-educatie genoemd = het kritisch analyseren van kranten, tv-
programma’s, film, tijdsschriften etc.
- Is verouderd => nieuwe media => mediawijsheid
- Alle media (zowel oude als nieuwe)
! Vroeger : Het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust,
kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel
gemediatiseerde wereld.
! nu: het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust,
kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel
gemediatiseerde wereld. Het actief en creatief gebruik van media om te particperen in de
maatschappij.
Waar gaat het bij de raad van cultuur over bij mediawijsheid?
Er zijn drie belangrijke activiteiten:
1. Functioneren: Mediawijsheid is nodig om optimaal te kunnen functioneren in de
hedendaagse maatschappij.
2. Participeren: Mediawijsheid is nodig om goed te kunnen participeren in het
maatschappelijk proces.
3. Produceren: Mediawijsheid is nodig omdat de nieuwe media (met name het internet)
uitnodigen tot het produceren (en publiceren) van content door niet-professionals.
Waarom is mediawijsheid belangrijk?
- Mediawijsheid heeft dus vooral te maken met participatie. Wij zien mediawijsheid dan
ook als een belangrijke, fundamentele voorwaarde- vergelijkbaar met lezen en
schrijven- om mee te kunnen doen op alle niveaus in het leven in de 21e eeuw:
1. Als burger in een democratie
2. Als deelnemer aan onderwijs (leerling, student)
3. Als professional (werknemer, ondernemer)
4. En als mens in persoonlijke relaties
- We moeten voornamelijk weten hoe we een goede PowerPoint moeten maken dan
een toets van de kennis over PowerPoint.
,Wat is het doel van mediawijsheid?
Wat is digitale geletterdheid?
- Onderdeel van de 21e eeuwse vaardigheden + door het onderwijs worden ze omarmd.
- Overkoepelende benaming voor het geheel van kennis, houding en vaardigheden die
nodig zijn om te kunnen functioneren in onze huidige informatiesamenleving.
Het omvat dus:
1. ICT-basisvaardigheden = Leren mee werken, infrastructuur, standaardtoepassingen,
veiligheid
2. Computational thinking skills = gegevens verzamelen, zie PWP
3. Informatievaardigheden = informatie probleem formuleren, zoekstrategiëen,
verwerken en selecteren van info
4. Mediawijsheid
Wat zijn informatievaardigheden?
- Vaardigheden die helpen bij het zoeken, vinden, beoordelen en verwerken van
informatie op internet.
- Een extra vaardigheid (online tekstbegrip) dat hieronder valt is: goed kunnen lezen van
online teksten
Wat is computational thinking?
- De manier van denken die nodig is om computers te gebruiken
- Hierbij gaat het om het analyseren en logisch organiseren van data, het herformuleren
van problemen en vraagstellingen en het zelf kunnen aansturen van computers en
computergestuurde apparaten, zoals bij het programmeren
Welke 8, 21e eeuwse vaardigheden onderscheid SL0 (stichting leerplanontwikkeling)?
- Drie denkvaardigheden:
, 1. Creativiteit = niet 1 oplossing, maar meerdere
2. Kritisch denken
3. Probleemoplosvaardigheden = laat ze zelf nadenken, geef niet altijd het antwoord
- Drie basisvaardigheden of sociale competenties:
4. Communiceren
5. Samenwerken
6. Digitale geletterdheid
- Twee inter-/intrapersoonlijke vaardigheden:
7. Sociale en culturele vaardigheden = de wil, leren omgaan met elkaar, wat voor jou
normaal is => is niet normaal voor andere
8. Zelfregulering = het eigen leren kunnen sturen, verwoorden wat de nood is
Wat is het mediawijze competentiemodel?
- Competentie = de nodige kennis, vaardigheden en attitudes hebben om in een
specifieke situatie adequaat te handelen.
- Doelen = Functies (betekend het zelfde)
Welke functies of doelen zitten er in het mediawijze competentiemodel?
- Informeren – jezelf en anderen op de hoogte brengen en houden
- Interageren – uitwisselen van opinies, gevoelens, data, goederen, diensten, geld…
- Creëren – media (-inhoud) voor jezelf en anderen maken
- Amuseren – jezelf en anderen entertainen
- Verwerven – opkomen voor jezelf, voor je mening, voor anderen, voor de goede
zaak…
- Communiceren – in contact treden met anderen
Welke competentieculsters zijn er?
- ‘media gebruik’
1. Bedienen – de knoppen gebruiken
2. Navigeren – de weg vinden
3. Organiseren – een structuur aanbrengen
4. Produceren – zelf media maken
, - ‘media begrijpen’
1. Observeren – de kansen zien
2. Analyseren – het achterliggende onderzoeken
3. Evalueren – de waarde beoordelen (wat is er goed?, wat is er fout?)
4. Reflecteren – toepassen op je gedrag (hoe komt dat/dit?)
Welke factoren beïnvloeden mediacompetenties?
- Thuissituaties
- Mate waarin digitale middelen ter beschikking staan (thuis/school)
- Hoe wordt er thuis met media omgegaan? (kritisch, weinig aandacht)
- Opvoedingsstijl: autoritair, toegefelijk, laissez-faire
- Ook voor digitale opvoeding zijn ouderlijke warmte en ouderlijk controle belangrijk
- Ook voor digitale opvoeding zijn ouderlijke warmte en ouderlijk controle belangrijk
- Implementatie van leerplan in werking van de school
21ste- eeuwse vaardigheden
Wat zijn de drie basisprincipes?
1. Leren is een geconstrueerde activiteit
2. Leren is een gesitueerde activiteit
3. Leren is een sociale activiteit
Om deze basisprincipes te halen zijn er de 21e-eeuwse vaardigheden