Samenvatting: Mediaonderzoek
& Innovatie
Dagboekmethode
o = individu documenteert op regelmatige basis op bepaalde tijdstippen over een
aantal gebeurtenissen in zijn leven op het moment dat ze plaatsvinden (of zo dicht
mogelijk)
o Descriptief of reflectief
o Tijdsdagboek: focus op hoe tijd wordt gebruikt + deelname op regelmatige basis
o Informele dagboek: wanneer events gebeuren, in real-time
o Open of gesloten antwoorden
Gebruiken?
Verzamelen van data die flexibel is & veranderd in de tijd
Gedetailleerde info willen op flexibele manier (na event niet mogelijk)
Directe data verzameling niet mogelijk
Doel: begrijpen wat & waarom deelnemers iets doen
Gewoontes bestuderen
Uitdagingen?
Moeilijk om er veel deelnemers voor te vinden
Lang durende analyse
Balans: genoeg aantal dagboek entry’s & inbreuken in het dagelijks leven van
deelnemer
Types?
1) Feedback dagboek:
a. Verzamelde data = doel studie
b. Entry: wanneer event steeds gebeurd OF op een vast tijdstip
c. Gestructureerd, ongestructureerd, of mix
2) Elicitation dagboek:
a. Basis info over belangrijke events in de dag
b. Geheugensteuntje voor follow-up
c. Snel & simpel
d. Geen grote verstoring voor deelnemer
,Experience Sampling Method (ESM)
o = ecologische momentopname (ecological momentary assessment)
o Verschillende ervaringen bestuderen
o Meerdere implementatie manieren
o = specifieke, gestructureerde vorm van dagboek
Hoofdkenmerken:
1) Met zelfrapportages
2) Volgt natuurlijke wisseling (fluctuaties) van subjectieve ervaringen , gevoelens,
mentale toestanden (= tijd variërende variabelen)
3) In echte wereld
4) In real-time (of zo dicht mogelijk, prospectieve meting)
5) Verzamelt subjectieve beoordelingen van context
6) Evalueert individuen herhaaldelijk in tijd
Manier van dataverzameling over zowel context als inhoud van dagelijks leven van
individuen
Wat doen ze, met wie, hoe ervaren ze het?
Antwoorden op vragen (open of gesloten) op random momenten in de dag a.d.h.v. een
signaaltoestel
Sample: verschillende mensen over levensduur
Duur: varieert van 4 dagen tot 100,200. Gemiddelde van 2-10 dagen
Beoordelingsfrequentie: = aantal ‘piepjes’ per dag, afhankelijk van OV, afhankelijk van begin
& einde dag van deelnemer, de tijd tussen ‘piepjes’
Sampling scheme:
- Fixed: vooraf bepaald gelijk verdeelde tijdstippen
o Pos: voorspelbaar, naleving protocol, goed voor de statistische tests
o Neg: lage ecologische validiteit, reactiviteit (gedrag aanpassen), assessment
selection bias (interessante dingen gebeuren niet op die tijdstippen),
representatieve bias
- Random: omgekeerde pos en neg punten van hierboven. Weinig gebruikt.
- Semi-random: start en eindpunt zijn bepaald, verdeling gelijke tijdsintervallen,
binnen deze intervallen random prompt
- Event: wanneer er iets gebeurt
keuze is afhankelijk van de frequentie van het voorkomen van onderwerp, verwachte
naleving van de deelnemers, statistische analyse, mate van belasting van invullen experience
sampling form (ESF)
, Questionnaire density:
- = aantal vragen beoordeeld bij elke meetgelegenheid
- 10-50 vragen
- Willen zoveel mogelijk vragen MAAR hoge aantal vragen datakwaliteit en naleving
lager
- Reactie vertraging: als het te lang is biases
o Recall bias
o Self selection bias
Experience sampling form ( ESF)
= lengte afhankelijkheid van density, assessment frequency, sampling scheme
Schaal: unipolair of bipolair
Range: 10, 7, 4 punten schaal
Meet externe coördinaten van ervaring (tijd, locatie, act) en interne (gevoelens, gedachten)
Device option afhankelijk van deelnemers, internet al dan niet stabiel
Trade offs: quantity & quality
Indicatoren van lage validiteit:
- Lage naleving
- Afvallers
- Als authentieke gedrag verstoort
- Deelnemers meer letten op fenomeen door de vragen
Als je verder dan sweet spot gaat meer data, maar minder kwaliteit + meer burden voor
de deelnemers: vermoeidheid, onzorgvuldigheid, onbetrouwbare data, drop out
Rekrutering:
- Moeilijk, veel tijd & privacy opeisen
- Vertrouwensband vormen
- Ethisch gevoelig