Politiële en gerechtelijke organisatie
Eerste kennismaking met de publieke politiële en gerechtelijke instellingen van ons land:
- Publieke politiediensten, inlichtingendiensten, bijzondere inspectiediensten (bv. douane),
openbaar ministerie, rechtbanken, strafuitvoering
- Focus ligt op Belgische instellingen (NIET: internationaal, Europees)
↳ Invalshoek:
- Historisch (Ontstaan, ontwikkelingstendensen, vanuit welke noden)
- Organisatorisch - morfologisch (Huidige instellingen, verhouding, hoe worden ze
bevrouwd en bemand)
- Géén juridische cursus
Strafrechtsketen:
1
,THEMA 1: OPSPORING
Deel I: Opsporing: politie
Inleiding
↳ Tekst e-reader: Ponsaers, P. (s.d.), Geschiedenis van het Belgische politiewezen, 56p.
Waarom stilstaan bij geschiedenis:
1. Inzicht in het verleden draagt bij aan inzicht in de complexiteit van het heden:
C. Fijnaut = onderzoeker die vaak schrijft over politiewezen etc.
→ ‘…niet alleen de manier waarop het politiewezen momenteel is georganiseerd, is in
hoge mate de vrucht van tal van beslissingen die in het (verre) verleden onder druk van alle
mogelijke omstandigheden zijn genomen, maar ook de manier waarop er momenteel door
beleidsmakers wordt gesproken over zijn verdere reorganisatie, laat zien hoe sterk het verleden
doorwerkt in de vormgeving van de toekomst’ (Fijnaut 1995: v)
2. Opdrachten van politie én de organisatie van - én toezicht op - het politiebestel, steeds
gesitueerd in een ruimere socio-politieke en economische context:
‘Een wettekst over structuren lijkt een neutraal technisch vertoog over de organisatie van de
opdrachten van de politie. Daarachter schuilt echter een ideologisch geladen debat over de plaats
van de politie in de samenleving over het moeilijk te vinden evenwicht tussen (staats)orde en
individuele rechten en vrijheden’ (Eliaerts 1999: 39).
Bemerkingen:
1. De geschiedenis van het politiewezen is een rijke en complexe geschiedenis (waar we
slechts fragmentair en selectief aandacht aan kunnen besteden in het licht van deze cursus).
2. De geschiedenis van het politiewezen is niet enkel – en zelfs niet primair – een geschiedenis
van de misdaadbestrijding
3. De geschiedenis van het politiewezen kan niet losgekoppeld worden van de Belgische
politieke en sociale geschiedenis.
Rode draden doorheen politiegeschiedenis
1. Een politiebestel gekenmerkt door een grote verscheidenheid enerzijds en een onevenwichtige
ontwikkeling anderzijds.
2. Spanning tussen centrale aansturing enerzijds en lokale (gemeentelijke) autonomie
anderzijds.
3. Spanning tussen streven naar efficiëntie en effectiviteit in politieoptreden enerzijds en
legitimiteit en democratische controle anderzijds.
4. Diverse politie-instanties met eigen ontwikkelingsdynamiek die samen de politiezorg moeten
verzorgen – maar hoe?
⇒ Tekst e-reader is een samenvatting gebaseerd op het boek:
L. Van Outrive, Y. Cartuyvels & P. Ponsaers (1992). Sire, ik ben ongerust. Geschiedenis
van de Belgische politie, 1794 – 1991. Leuven: Kritak.
2
,GESCHIEDENIS
1.1 Franse tijd
De Franse en Hollandse erfenis (1794-1830)
De Franse Tijd (1794 - 1814)
Belgische politiebestel zal nog lang (tot aan de hervorming) de kenmerken van het Franse model
hebben
Frans model:
- De burgerlijke republiek (1794 - 1799) → politie hoort herkomst te vinden in burgerij
↪ De politie was oorspronkelijk een middel van de machthebbers (burgerij)
- Het militair Napoleontisch regime (1799-1814) “politiestaat”
↪ Gericht op openbare orde & politieke informatie
・Openbare orde zorgt voor rust
・Informatie zorgt ervoor dat je als machthebber weet wat er gebeurt want: kennis = macht
⇒ Kenmerken: militarisering, centralisering, verscheidenheid:
1. Militarisering (discipline & hiërarchie → gendarmerie)
2. Centralisering: uitbouw gendarmerie, nationale wetgeving
・Uitvoerende macht (ministerie van politie) oefent controle uit (niet de rechterlijke!!)
・Duidelijke aansturing vanuit de staat (censuur, arrestaties, politie = instrument)
・Invoering onderscheid tussen administratieve en gerechtelijke politie
・Joseph Fouché en de idee van de ‘haute police’
↳ Onderscheid administratieve & gerechtelijke politie
Administratieve (bestuurlijke politie) Gerechtelijke politie
Openbare orde handhaving Opsporen van misdrijven, vaststellen, bewijzen en
verzamelen
Voorkomen van misdrijven (preventief toezicht) Misdadigers voor het gerecht dagen (repressief)
Op basis van politiereglementen Wie? Politiecommissarissen, veld- en boswachters,
vrederechters, luitenanten & kapiteins gendarmerie
⇒ Vooral preventief ⇒ Vooral gericht op criminaliteitsbestrijding &
repressief
↳ Joseph Fouché
- Fouché was minister van Algemene Politie (v.a. 1799)
- Oprichting Police Secrète (Openbare Veiligheid)
・Taak: inwinnen, analyseren en gebruiken van inlichtingen door middel van
informanten en infiltranten
▫ Informanten = mensen uit de omgeving voor zich winnen (dmv vergoedingen)
en zo zelf die informatie doorgespeelt krijgen
▫ Infiltranten = als politie in regio’s binnendringen als crimineel/etc om zo
informatie te verkrijgen
・Reden: nood aan verzameling politieke informatie
- Politie wordt instrument in handen van machthebbers en wordt verwacht de
samenleving in het oog te houden
= Haute police (politieke inlichtingen) (IN TEGENSTELLING TOT police basse –
focus op criminele inlichtingen)
3
, 3. Een verscheiden politieapparaat met als belangrijkste korpsen:
・Corps de la Gendarmerie Nationale’ (1798-1809), daarna ‘Gendarmerie Impériale’
(elitekorps) = het centrale orgaan
・‘Police municipale’ (vanaf 1789); zij moesten « zorgen voor een vlot en veilig verkeer,
openbare rust bewaken, handhaven orde bij festiviteiten, controleren van maten en gewichten,
treffen van maatregelen bij brand, besmettelijke ziekten,.. En het verhinderen dat
geesteszieken en dolle dieren ongelukken veroorzaken » (Vandewalle, 1992)
* Administratieve en gerechtelijke taak
* Commissarissen, veldwachters
* Belangrijke rol voor lokale overheid: burgemeester!
・‘Garde Nationale’, opgericht tussen 1800 en 1810 (voorloper burgerwacht –
openbare orde en grens/kustbewaking)
⇒ VOOR & NADELEN verschillende korpsen
- Slechte communicatie
- Conflicten (met concurrentie)
+ Er kan op verschillende niveaus gewerkt worden
1.2 Hollandse tijd - interbellum
De Hollandse Tijd (1815 - 1830)
- Overname Franse erfenis, maar in mildere vorm; afzwakking van de ‘politiestaat’.
- Niettemin: handhaving van idee van ‘haute police’
↪ Politieke informatie wordt verzameld adhv informanten en infiltranten
- Politieorganisatie:
↪ Opnieuw 3 korpsen, maar een afgezwakte vorm & andere benamingen
・Maréchaussée (= gendarmerie, maar de term werd vervangen wegens beladen & de
onafhankelijkheid van de Franse te benadrukken)
→ Werd centrale korps in de Nederlanden
・Gemeentelijke politie (commissarissen en veldwachters)
→ Toename gemeentelijke autonomie van 1815 (maar weer afzwakking v.a. 1825)
・Burgerwacht of ‘schutterij’
↪ De politiediensten hebben een moeilijke verhouding & weigeren samen te werken
⇒ NAAR: Een nationaal gecentraliseerd politiesysteem
De eerste fundamenten (1830-1885) van een Belgisch politiebestel:
- 1830: Belgische onafhankelijkheid → naar een sterke, gecentraliseerde staat met
gemeentelijke autonomie
- 1831: grondwet → benadrukte de gemeentelijke autonomie weer
- 2e helft 19e eeuw: industriële ontwikkeling
- Industriële crisis tussen 1873 en 1885: disciplinering van werkende klasse
↪ Politiesysteem wordt uitgedaagd, er wordt veel van hen gevraagd
- Stakingen en sociale onrust (door grote werkloosheid)
4