Samenvatting theoretische criminologie en victimologie
Les 2 : De positivistische school
- Waarom is het nuttig theorieën te zien die al achterhaald zijn?
o Maatschappelijk debat (redeneringen identificeren, sterktes en zwaktes van een
redenering inzien en begrijpen)
o Maar ook begrijpen; van waar komen we eigenlijk? Waarom zijn we vandaag waar
we zijn? (evolutie in het denken)
De positivistische school
Positivisme is specifieke manier om naar de werkelijkheid te kijken
- Achterhaald maar toch belangrijk
- Om te begrijpen waarom we bepaalde vragen stellen; kijken naar de maatschappelijke
context
De maatschappelijke context 1848-1914
- Hier vooral de waarom vraag; waarom plegen mensen criminele feiten?
- Periode tot aan de eerste wereldoorlog
- Gekenmerkt door een vooruitgangsoptimisme
o Daarom is de link met positief in het leven staan ook niet volledig onjuist
- Periode gekenmerkt door sciëntisme; alle levensvragen beantwoorden via wetenschap, sterk
geloof in wetenschap
- Tweede industriële revolutie die zich laat kenmerken door innovaties als cinema en
elektriciteit
- Wetenschap was ook een spektakel op dat moment
o Bv.: show met elektriciteit, …
o Wetenschap sprak tot de verbeelding (bv.: kikker terug tot leven brengen)
- Heel snel opeenvolgende innovaties en uitvindingen
- Bevolkingsgroep; ontstaan van supersteden en grootsteden, ook periode van grote
migratiegolven
- Periode waarin men steeds meer verwacht van de overheid
o Toen nog kleine rol van overheid
o Rol neemt sinds dan meer toe
- Hoge spanning
o Opkomst nationalistische bewegingen (bv.: Duitsland, Italië)
o Arbeidersklasse organiseert zich
o Arbeidersklasse wil op een gegeven moment ook inspraak en ‘macht’
- Imperialisme; als je een industriële revolutie hebt die een groeiende consumentenmarkt
moet voeden heb je grondstoffen nodig -> grote machtsblokken gingen elkaar bevechten
voor grondstoffen, strijd om grondstoffen (o.a. in Afrika)
- Periode wordt gekenmerkt tot een bijna vanzelfsprekend racisme, werd gezien als normaal,
ontrollen van koloniaal systeem was toen bv normaal, leek te behoren tot de natuurlijke
gang van zaken
, - Hierin kan je het positivisme situeren
Intellectuele context
->Specifieke ideeën die van belang zijn
Basisideeën van verlichtingsfilosofen
- Klassieke school
o Kritiek; te speculatief (maar eigenlijk weten we er niet veel over, daardoor reactie
van de maatschappelijke context, kijk hoe ver de natuurwetenschappen staat, kijk
wat we allemaal kunnen, waarom niet op de mens? En criminaliteit?), metafysisch
o Maar ook; mens als vrij rationeel wezen, moreel verantwoordelijk voor eigen gedrag
= intellectuele basis voor maakbaarheidsideaal
- Positivisme
o “het gebruik van wetenschap om kennis te produceren”
- Evolutieleer (sociaal darwinisme)
- Opkomst antropologie, antropometrie, fysionomie en frenologie -> inspiratiebronnen en
vertrekpunten van positivisten
Het positivisme (August Comte)
= één van de grondleggers van de sociologie
- Mensen zoals Comte zeiden; die natuurwetenschappen, wij kunnen dat ook
- Wij gaan ook opzoek naar sociale wetmatigheden
- Sociale fysica (zo noemde comte de sociologie)
- Niet filosoferen (speculeren) maar observeren
- Wetten gaan ontdekken
- Waarom interesse in het abnormale?
o Door dat te bestuderen kan het ook iets zeggen over de bredere maatschappij
- Sterk utopisch element; “verbeteren van de wereld”
- Zelfde ambitie in sociale wetenschappen als in natuurwetenschappen; ontluiken van een
wetenschap die de intentie heeft om orde en controle te brengen in een maatschappij en
dat aan de hand van een wetenschappelijke methode
De evolutieleer (Darwin)
- Strookt niet met de katholieke kerk op dat moment
- Dat idee van evolutie (door principe van natuurlijke selectie) brengt een revolutie met zich
mee, grote consequenties van dat denken
- Wat is het probleem?
o Theorie in de natuurwetenschappen wordt relatief snel gerecupereerd in de sociale
wetenschappen, maar het is geen morele theorie, doet geen uitspraak over beter of
slechter
o Zit ook geen doelgerichtheid in; doet geen uitspraak over hoe het evolueert
Sociaal darwinisme (Herbert spencer)
,Belangrijk onderscheid, sociaal darwinisme is een typisch gevolg van natuurwetenschappen in
maatschappelijke context
Idee van survival of the fittest komt van het sociaal darwinisme; De manier waarop de samenleving
zich manifesteert (wie succesvol is en wie niet, wie geld heeft en wie niet) zijn natuurlijk bepaald, zijn
het gevolg van een soort natuurlijke selectie, ik ben met andere woorden succesvol als uitkomst van
een proces van natuurlijke selectie, ontstaan van een idee van een soort biologische superioriteit
Staat bijna haaks op de samenleving waarin wij vandaag leven
- Toen idee; niet ingrijpen in de samenleven (zoals bv de verzorgingsstaat)
- Toen idee; niet ingrijpen, survival of the fittest zorgt voor een betere maatschappij
Idee van “ik ben succesvol omwille van natuurlijke superioriteit” leeft op dat moment heel sterk ->
wordt gebruikt om racisme, imperialisme,.. te legitimeren
Antropologie, antropometrie, fysionomie, frenologie
Antropologie
- Op dit moment gaat dit gepaard met imperialisme
- Mensen bestuderen ‘wat zij daar aantreffen’ (bv. Afrika, kolonisatie voor grondstoffen)
- Eerste stap van filosofisch gespeculeer naar observatie
- Manier waarop zij mensen beschreven had invloed op hoe mensen ernaar keken, hebben
veel gedaan naar het ondersteunen van het sociaal darwinisme
Fysiologie en frenologie
- Frenologie zat tussen wetenschap en entertainment (iemand uitnodigen om een schedel te
komen lezen)
- Franz Joseph Gall; de vorm van de schedel kan iets zeggen over gedrag
- Della porta; fysionomie, afleiden vanuit gelaatsuitdrukkingen
- Beide zijn wetenschappen die vooruitdenkend wil zijn; zegt iets over soort mens dat je bent,
zegt iets over toekomstig gedrag
- Nu ook nog; we willen niet alleen beschrijven maar ook voorspellen (predictieve ambitie)
- Dat idee (voorspellen van iemand om gedrag te voorkomen) is iets dat hier ontstaat
- Belangrijk onderscheid; antropometrie (geen predicitieve ambitie)
o Als iemand criminele feiten pleegt hoe moet ik die herkennen?
o Wat met recidivisten?
o Mensen opmeten zodat men ze kan herkennen wanneer het nodig is
o Mensen identificeren (zoals nu biometrie)
o Bertillon was de eerste die trachtte mensen te identificeren
o Is iets anders dan het predicitief willen zijn
Wat gaat men daar in de criminologie dan mee doen?
->Belangrijk om als criminoloog te begrijpen; waarom dacht men vroeger zoals men dacht? Wat
waren toen de ambities? (niet alé wat dachten die nu)
De Italiaanse school
, Cesare Lombroso
- Lombroso was arts in het leger, ook psychiatrie, les gegeven
- Jaren 1860: eerste en belangrijkste bevinding, het valt hem op dat soldaten zeer
gelijkaardige kenmerken vertonen
o Bv.: getatoeëerd
- Dat trekt zijn aandacht, aandacht voor fysieke kenmerken en begint dat te beschrijven
- Veel observaties gedaan en opgeslagen
- Probeerde in kaart te brengen in de hoop daar iets uit te leren
- Tijdens een autopsie; daar waar de ruggengraat normaal zit, totale abnormaliteit opgemerkt,
normaal zien we dat bij knaagdieren, hij begrijpt niet waarom hij dat aantreft, krijgt idee van
atavisme
- Atavisme; idee dat mensen die criminele feiten plegen dat daar biologisch iets aan de hand
is, dat het gaat over een andere menssoort, we treffen kenmerken aan die daar eigenlijk niet
meer zoude mogen zijn (aantreffen van kenmerken die behoren tot een eerder evolutionair
kenmerk)
- Lang van idee van sociaal darwinisme!
- Evolutie is wel iets waar een zekere moraliteit in zit, we evolueren naar een betere mens,
een crimineel is dat niet omdat hij kenmerken vertoont van een vorig stadia
- Als je zo denkt kan je criminaliteit toeschrijven aan een specifieke soort mens, dus kan je die
ook opsporen
- Dat wordt de ambitie; opsporen van criminelen
- Achterliggende idee was; als je kan detecteren wat er mis is met iemand, kan je er ook iets
aan doen
- Zijn idee was; trachten mensen te begrijpen heeft als doel de samenleving te verbeteren (is
punt waar positivisme naar voor komt)
‘De geboren misdadiger’ (Lombroso)
- Kenmerken van de geboren misdadiger (bv asymmetrie van het gezicht, oogafwijkingen en
eigenaardigheden, vlezige lippen, gezwollen en uitpuilend,…)
- Foto; wie is de moordenaar?
o Links boven
o Afleiden van gedrag vanuit lichaamskenmerken
‘de vrouwelijke delinquent’
Lombroso had twee dochters, Ferrero was zijn schoonzoon, heeft samen boek geschreven
- Soort mens die minder geëvolueerd was dan de man
- Dus een ander gedrag
- Normaliteit van denken over vrouw als ‘ander mens’
- Had twee dochters en toch schrijft hij dergelijk tekst
- ZIE STUKJE UIT TEKST ‘la donna delinquentia’
- Is een gepubliceerd boek, ideeën in die tijd niet marginaal
Enrico Ferri
- Student, gedreven man, temperamentvol, vaak in de clinch met Lombroso (zijn leermeester)