Begrippen Continentale Wijsbegeerte
Blok 1: Wat is Moderniteit?
Continentale filosofie De hedendaagse Westerse filosofie na Kant en Nietzsche;
gestructureerd rond verschillende thema’s die eigen zijn aan
de tijd; ⇔ analytische filosofie (wetenschap, logica,
epistemologie); ambivalente verhouding tov Verlichting:
erfgenaam + kritiek -> grenzen; rationaliteitskritiek dmv
rationeel denken
Vooruitgang = idee dat we nu verder staan dan ooit en dat de dynamiek
zich zal verderzetten
Hegel, Comte
Technologie Steunt op een idee van maakbaarheid van natuur, mens en
maatschappij: de wereld heeft geen eigen betekenis, we
kunnen haar naar onze hand zetten -> toenemende controle
Secularisatie = verdwijnen van religieuze elementen uit maatschappij en
denken
politiek: gradueel verdwijnen van de religie uit de
maatschappij
filosofisch: voortleven van religie
Autonomie = vrijheid, de mens legt zichzelf de wet op
Verlichting sinds Franse Revolutie 18e eeuw
= dynamiek van kritisch verhouden tegenover autoriteit en zelf
de rede gebruiken, kritisch zijn; vrijheid, gelijkheid,
broederlijkheid
Sapere aude! van Kant
Verlichtings- De Verlichting en haar idealen als vaststaande identiteit zien,
fundamentalisme in plaats van een dynamiek van zelfkritiek. Ze worden als
absolute idealen gepresenteerd, waardoor ze onkritisch
aanvaard worden.
Participatie = metafysische veronderstelling dat onze wereld een
afspiegeling is van een perfecte, absolute transcendente
wereld en dat er interactie is tussen immanent en
transcendent
Teleologie = doeloorzakelijkheid: iets bestaat omwille van zijn doel
De werkelijkheid zelf heeft een bepaalde doelmatigheid en
immanente betekenis (heilsgeschiedenis, progressief)
Onttovering van de Max Weber, 19e-20e eeuw
wereld = proces van het verdwijnen van het magische (idee dat
wereld participeert aan andere wereld die de onze betekenis
geeft) uit de wereld en rationalisering in verschillende
domeinen
1
, Dark Enlightenment Verlichting bij de meesters van het wantrouwen: we zijn niet
fundamenteel gedreven door rationaliteit, maar door iets
‘donkerders’, irrationeels (Wil tot Macht, klassenstrijd, driften).
Nihilisme Radicale onttovering van de wereld leidt tot het besef dat de
mens geen intrinsiek doel heeft, oude betekeniskaders
wegvallen en onze realiteit geen hoger doel dient.
= de filosofie van het niets
verlammend -> pessimisme -> zwak/reactief
bevrijdend -> optimisme -> sterk/actief -> Übermensch
Nietzsche, 19e eeuw: kritiek Hinterweltler, filosofie is wil tot
macht (weten), zelf waarden scheppen
Slavenmoraal Nietzsche, 19e eeuw, kritiek op christelijke moraal
De christelijke moraal is poging van de zwakken om de
sterken neer te houden, door waarden als nederigheid,
vroomheid, naastenliefde, onderwerping -> de zwakken uiten
hun haat en onmacht via moraal
sukkelaars, armen, lijdenden = goed, vroom
‘Logos zelf is mythisch’ Aby Warburg, 19e-20e eeuw
Er is geen fundamenteel verschil tussen wetenschap en
mythe/rituelen, doel = natuur beheersen en basale angst voor
universum wegnemen (slangenritueel - weerbericht)
‘Mythe zelf is rationeel’ Hans Blumenberg, 20e eeuw
Mythe = logos in zijn zuiverste vorm, andere structuur dan
wetenschap, maar doel = beheersen, constructie van
betekenis
Ontstaan vd mythe is ook rationeel: orale traditie -> steeds
meer betekenis, significanter => vooruitgang
Symbolische vormen Ernst Cassirer, 20e eeuw
= constructie die betekenisloze wereld betekenis geeft,
afhankelijk van cultuur
Symbolen (mythe, rationaliteit) kunnen niet gereduceerd
worden tot elkaar, geen hiërarchie of evolutie
Postsecularisme Habermas, 20e eeuw
Religie is niet weg te denken uit politiek, is geïntegreerd
bv. debat over hoofddoeken, christendemocratie
Politieke theologie Carl Schmitt, 20e eeuw
‘Alle concepten uit de moderne politiek zijn geseculariseerde,
theologische begrippen.’
=> liberalisme is premodern
Uitzonderingstoestand: parallel wetgever-God: democratische,
liberale waarden worden opgeheven door iets buiten systeem
= secularisatie van het mirakel (coronaregels, Hitler)
Geseculariseerde Karl Löwith, 20e eeuw
eschatologie Christendom: heilsgeschiedenis -> verlossing heeft
immanente dimensie: hier en nu voorbereiden
Moderne vooruitgangsgeloof is een restant uit premoderne
tijden, geloof in vooruitgang en einde der tijden. Vooruitgang in
2