1 Aan de belasting onderworpen vennootschappen (179-182) ...................................... 6
1.1 Aan de vennb onderworpen ......................................................................................... 6
1.2 Aan de rechtspersonenbelasting onderworpen ............................................................. 6
2 Grondslag van de belastingen (183 – 214) ................................................................. 7
2.1 Winstbegrip ................................................................................................................. 7
2.2 Abnormale of goedgunstige voordelen ......................................................................... 9
2.3 Algemene bepalingen .................................................................................................. 9
2.4 Belastinggrondslag ..................................................................................................... 14
2.5 Vrijgestelde inkomsten .............................................................................................. 16
2.5.1 Meerwaarden ............................................................................................................................... 16
2.5.2 Vrijgestelde gewestelijke steunmaatregelen ................................................................................ 21
2.5.3 Inschakelingsbedrijven ................................................................................................................. 22
2.5.4 Vrijgestelde voorzieningen risico’s en kosten ............................................................................... 22
2.5.5 Taxshelter ..................................................................................................................................... 23
2.5.6 Vrijgestelde innovatie-inkomsten ................................................................................................. 25
2.5.7 Specifieke vrijstellingen ................................................................................................................ 25
2.6 Vaststelling van het netto-inkomen personenbelasting ............................................... 26
2.6.1 Beroepskosten .............................................................................................................................. 26
2.7 Vaststelling van het netto-inkomen vennootschapsbelasting ...................................... 37
2.7.1 Beroepskosten .............................................................................................................................. 37
2.8 Vaststelling van het netto-inkomen personenbelasting ............................................... 49
2.8.1 Economische vrijstellingen ........................................................................................................... 49
2.8.2 Beroepsverliezen .......................................................................................................................... 53
2.9 Vaststelling van het netto-inkomen vennootschapsbelasting ...................................... 54
2.9.1 Aftrek van vrijgestelde inkomsten ................................................................................................ 56
2.9.2 Aftrekken van de belastbare winst (DBI) ...................................................................................... 56
2.9.3 Aftrek voor innovatie-inkomsten .................................................................................................. 58
2.9.4 Aftrek van de groepsbijdrage........................................................................................................ 62
2.9.5 Aftrek voor risicokapitaal .............................................................................................................. 63
2.9.6 Vorige verliezen ............................................................................................................................ 66
2.9.7 Structuur aangifte ......................................................................................................................... 66
2.10 Ontbinding en vereffening ......................................................................................... 68
1
,3 Berekening van de belasting ................................................................................... 70
3.1 Gewoon stelsel van aanslag........................................................................................ 70
3.1.1 Belastintarief ................................................................................................................................. 70
3.1.2 Vermeerdering ingeval geen of ontoereikende voorafbetalingen zijn gedaan ............................ 71
3.2 Afzonderlijke aanslagen ............................................................................................. 71
2
, 1 Inleiding
1.1 Directe versus indirecte belastingen
- Indirecte: belasten verrichtingen (op handelingen en feiten)
o BTW, Registratie, Erfbelasting, douane & accijnzen
- Directe: belasten periode. (permanente toestand & periodiek geïnd)
o PersB, Vennb, Rechtpersonenb, Belasting niet-inwoners.
1.2 Belangrijkste wetboeken
1. WIB (wetboek inkomstenbelastingen)
- PB: natuurlijke personen, rijksinwoner (woonplaats in België gevestigd)
Geen rechtspersoonlijkheid = PB
4 Inkomsten:
o Roerende
▪ Meestal forfaitair 30% aan bron
o Onroerende (eigen woonhuis nooit belast)
▪ Vaststelling: KI (1975)
o Beroeps
▪ Categorieën: bezoldigingen, pensioenen, winsten (zelfstandigen) en
baten (vrije beroepen).
o Diverse: inkomsten uit occasionele prestaties
▪ Meerwaarden op OG en/of aandelen, speculatiewinsten, ontvangen
onderhoudsgelden,...
- Vennb: betaald door hen die commerciële activiteit uitbaten.
VZW met commerciële activiteit=Vennb
- Rechtspersonenbelasting: vzw, vereniging, Ugent, stad Gent
o ZONDER winstoogmerk
- Belasting niet-inwoners (BNI): zowel natuurlijke als rechtspersonen
Deutsche Bank: entiteit in België met Duitse rechtspersoonlijkheid
Land waar winst gemaakt wordt = heffingsbevoegd.
2. Belasting over de toegevoegde waarde (BTW)
Europees gestuurd, belgangrijk ter financiering EU
3. Vlaamse codex fiscaliteit
- Registratiebelastingen (bv. Overdragen OG persoon A naar B)(Schenkbelasting)
- Erfbelastingen
4. Douane en accijnzen
5. Internationale verdragen (bepaalde heffingsbevoegdheid via verdragen)
Verdrag tot geen dubbele belasting (uitz: Kaaimaneilanden etc.)
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper StudentUgentHW. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.