Samenvatting Peter
Les 1: Thermisch Comfort
Algemeen
- Comfort = de gelukzalige toestand waarbij je niet denkt aan discomfort in ontwerpfase begint dit
Thermisch comfort – invloedsfactoren
- Er zijn geen medische eisen aan welke temperatuur een mens kan verdragen, wel wettelijke eisen
- Verschillen bij gebruiker geen invloed als ontwerper
o Kleding: CLO index (gemiddelde isolatiewaarde kleding/m² lichaamsoppervlak, 1CLO = 0.155m².K/W)
Ongekleed = 0, lichte werkkledij = 0.6/0.8, zakenkostuum = 1, met vest = 1.5
o Activiteit: ons lichaam produceert E, we willen 37°C behouden
Zitten = 60W, staan = 70W, wandelen = 120/140W hoe intenser, hoe lager T liefst
Joule = E, Watt = J/s, kWh = 1 uur lang 1J/s
o Leeftijd
o Geslacht
o Karakter
- Verschillen in omgeving
o Luchtsnelheid: Laagje stilstaande lucht rond ons is isolatie, verdwijnt als we bewegen of als
het waait soms wenselijk, soms niet
1m/s = rustig stappen, in binnenruimte moet v < 0.25m/s
Max luchtsnelheid heeft invloed op grootte doorstroomopeningen
o Stralingstemperatuur = gevoelstemperatuur, gemiddelde van T van lucht en gemiddelde van
T van muren rondom je vb: haardvuur die enkel je voeten opwarmt
o Luchtvochtigheid
Theorie van Fanger
- Koppelde bovenstaande elementen ter voorspelling van meest comfortabele T
- Vergelijking waaruit berekent wordt bij welke T het metabolisme, kledingweerstand,
lichaamstemperatuur en ruimtetemperatuur in evenwicht zijn voorspelde gemiddelde voorkeur P.M.V.
o 95% tevreden klanten bij deze T hoeveel gebruikers afwijking appreciëren
GEEN °C, parameter
Predicted mean vote Predicted percentage dissatisfied
- Grafiek geldt ENKEL bij
o Relatieve luchtvochtigheid tussen 30-70%
o Luchtsnelheid max 0.35m/s
o Na verblijf van 1u in ruimte
- Grafiek voor ontwerpers
o Verwachtte activiteitsgraad
o Verwachtte CLO
o Max toelaatbare luchtsnelheid
o Max hoeveelheid ontevredenen
Grijze pijl: 90% vindt het acceptabel
om bij CLO 0.8 en 70W (rust) te
werken bij T van 21.5°C tot 25.3°C
, Samenvatting Peter
Luchtcomfort
- Belgische arbeidswetgeving (Codex Welzijn op het Werk) toegevoerde lucht in lokalen mag
maximaal 800ppm CO2 bevatten (ppm = parts per million)
- Ingeademde lucht = 0.04% CO2, uitgeademde lucht = 4.00% CO2 dus 4% minder zuurstof
uitgeademd dan ingeademd (17% t.o.v. 21%) afgesloten ruimte moet geventileerd worden!
- Ventileren voor vocht laten wegtrekken + zuurstof geven
o Woningen: 22m³/u verse lucht/persoon REKEN MET 30
Enkele slaapkamer = 22m³
Dubbele slaapkamer = 44m³
Woonkamer = 150m³
o Tewerkstellingsplaatsen: 40m³/u/persoon
o Andere ruimtes: 22m³/u/persoon
- Ventilatieklasses (IDA = Indoor Air Quality)
o IDA 1 = 72m³/u/persoon (bereik 54<)
o IDA 2 = 45m³/u/persoon (bereik 36-54)
o IDA 3 = 30m³/u/persoon (bereik 22-36)
o IDA 4 = niet aanvaard (bereik <22)
- Keuze van prestatie-eisen
- Ventilatiekanalen
o i.f.v. debiet en luchtsnelheid
Luchtsnelheid i.f.v. akkoestische eisen (in pianozaal grotere kanalen = lagere v)
, Samenvatting Peter
Les 2: Warmteverliezen
Algemeen
- Warmteverlies bepalen per kamer voor correcte dimensionering van installaties en centrale installatie
- Verwarmingstoestellen zijn radiatoren, vloerverwarming, convectoren en luchtverhitters
- Worst case = koudste buitentemperatuur (-8°C, weinig mensen en machines inrekenen)
- Licht
o Heldere hemel = 100.000 lux (= lumen/m²) met 500lumen kan je 1m² 500 lux geven
o Liefst 2000 lux
o Donker bos = 0.5 lux
- Bij geleidingsverlies, ventilatieverlies en in- en exfiltratie wordt warmtetransport bepaald door Tverschil
- Constructie, isolatiepakketten, thermische inertie en grootte luchtdebieten hebben ook rol
Geleidingsverlies
- Mate waarin wand warmte kan tegenhouden = warmteweerstand R (m².K/W) R = 1/U R = d/ λ
- Mate waarin warmte door een wand stroomt = warmtegeleidingscoëfficiënt U (W/m².K)
o Muur: U < 0.24 W/m².K
o Dak: U < 0.24 W/m².K
o Raam: U < 1.5 W/m².K
- Hoeveel W/m²/graad verschil naar buiten gaat = geleidingsverlies (2 cijfers na komma, behalve U en λ)
Ventilatieverlies
- Hoe meer je ventileert, hoe meer warmte je verliest
- Warmtewisselaar zal binnengeblazen koude lucht al deels opwarmen Systeem D
- Soortelijke warmte van luchtstroom = 0.34W/m³/u/°K (0°C = 273K)
In- en exfiltratie
- Ongewilde ventilatie door gebreken in luchtdichtheid
- Gebouw kan nooit 100% luchtdicht (opengaande raamvleugels, deuren, etc.)
- Beetje gokken want eerst moeten leidingen in muren, daarna weten we pas luchtdichtheid
Opwarmvermogen
- Extra verwarmingsvermogen van verwarmingsinstallatie voor extreme gevallen Noodzakelijk?
Bepalende factoren warmteverlies
Binnentemperatuur
- Afhankelijk van activiteit, kledij, luchtsnelheid, leeftijd, geslacht, etc.
- Zie tabel cursus
Buitentemperatuur
- Te die we gebruiken kom in realiteit slechts zelden voor BASIS BUITENTEMPERATUUR
o Zee -7°C, Vlaanderen -8°C, Kempen -9°C, Luxemburg -10°C
Nevenliggende ruimte
- Bij een ONVERWARMDE ruimte, rekenen we op warmteverlies een reductiefactor in, soortafhankelijk
o Temperatuurreductiefactor bu vermenigvuldigen met warmteverlies W/m²
- Bij een VERWARMDE ruimte
o Hetzelfde deel van gebouw met zelfde bewoners T zoals voordien bepaald in soort ruimte
o Ander appartement met andere bewoners binnen hetzelfde gebouw gemiddelde tussen
Ti van onze ruimte en jaargemiddelde Te (Tm,e = 10°C) (Tm,e + Ti)/2
o Aanpalend gebouw
Bewoond = Tm,e(10°C)
Niet bewoond, normaal geïsoleerd = 0°C
Niet bewoond, niet geïsoleerd of sterk verlucht = Te (-8°C tot -10°C)