Architectuur van het wonen
INTRO
Wonen
Wat is wonen?
wonen = verblijven in, aan, op of bij een plek
- Permanente gebouw
- Tijdelijk onderkomen
- Waar iemand woont, ook al is er weinig aantoonbaar gebouwd
Fysieke ruimte Sociale/ Mentale ruimte
Materiële cultuur Sociologie, antropologie, …
Onderscheid tussen fysieke ruimte en sociale ruimte – gehanteerd denk model (paradigma) van de
onderzoek
1. Ruimte als neutrale achtergrond (decor, scene)
> vaak binnen niet-ruimte gerelateerde disciplines (vb. sociologie, psychologie)
2. Ruimte als instrument
> binnen de planning (panopticum, zonering)
3. Ruimte als podium voor verandering (stage)
> wisseling tussen ruimte en gebruikers
Andere manier om het huis onder te verdelen
1. Fysieke huis > materiële cultuur
2. Het gebruik van het huis > handelingen en rituelen
3. De mentale thuis > betekenisgeving, relaties
Een huis vertelt wie je bent: over de levenswijze, identiteit, wat vind je belangrijk, …
Woonbeleid
Visies bij opbouw na oorlog:
1. Katholieken -> privé initiatief via subsidies -> eigen huis bouwen, landelijk,
eengezinswoningen (Wet De Taeye, 1948)
2. Socialisten -> nationaal georganiseerd, stedelijk, hoogbouw, sociale woningen (Wet Brunfaut,
1949)
Impliciteit woonbeleid = onrechtstreeks beleid -> overheid bouwt weinig maar geeft subsidies. (nu
belastingvermindering ipv subsidies)
Spelers
- Er waren 3 zuilen= katholiek, socialisten en liberalen -> eigen tijdschriften in groepen
(architectuur kwam hier te spraken)
,Verzuiling = organisatorische gehelen die dienstverlening verschaffen aan een segment van de
populaire gaande van scholen, ziekenhuizen, vakbond, …
- dienstverlening is filosofisch of religieus onderbouwd (vertikale basis)
KEUKEN (p 95-132, handboek)
Wat is de keuken?
Keuken = een plaats voor te eten, koken, kern van de woning, plaats voor vrienden te ontvangen, …
Typologische evolutie van de keuken
1. In een 19de -eeuwse burgerhuis -> keuken was half onder de grond -> bedienden kookte en
sliepen daar. Eten werd boven geserveerd -> vaak met een dienstlift (ontbijt werd genuttigd
in de keuken -> stoof zorgt s ochtends als voor warmte) = bediendenkeuken bij hogeren”
klasse.
Modernisering vanaf 20ste eeuw -> eerst bij hogere klasse -> personeel was nog moeilijk te
vinden + duur
Catherine Beecher -> kleine keukens, je kan overal aan (Amerika)
Grete Schutte – Lihotzky -> Frankfurter kuche -> Amerika + Europa = compact + sober en
minimalistisch = PIONIER VAN DE RATIONELE KEUKEN. (1 jaar voor CUBEX) = CIAM II
Op CIAM II in Brussel -> Louis – Herman de Koninck = Cubex kitchen -> Frankfurt keuken +
rationele huishoudkunde. Het waren dure kasten maar je kon de keuken samenstellen.
2. Bij de welgestelde vonden we in de jaren ’20 – ’30 de rationele/laboratorium/werkkeuken ->
Ze hadden een grootsteen en een vuur ipv een kachel
3. Bij de lagere lagen van de bevolking -> een stoof (warmte en voeding) + de tafel stond
centraal + zetelbank = leef/woonkeuken
Vanaf de jaren ’50 – ’60 had iedereen een rationele keuken of werkkeuken. -> heel
functioneel: aansluitend blad, alles op 1 lijn, vaak primaire kleuren (Mondriaan)
De keuken moest ook net blijven dus kinderen uit de keuken -> in realiteit vaak anders.
4. Vanaf de jaren ’70 – ’80 werd de keuken steeds groter en belangrijker. Er kwamen
keukeneilanden, open en grotere keukens. Willy van der Meeren (katholiek) was een
voorstaander. Eten mag vanaf nu v9oor iedereen in de keuken want ze zijn groot en er zijn al
goede damkappen = eetkeuken (een leefkeuken, maar anders)
Vanaf ’68 kwamen er vaatwassers en veel andere technische snufjes
Verschil tussen katholieken en socialisten:
Socialisten: willen kleine werkkeuken, collectieve organisatie van het huishouden -> vrouwen te
emanciperen en buitenhuis te laten werken
Katholieken: het gezin centraal, rationele, individuele keuken (geen collectieve voorzieningen) -> alle
comfort in de keuken om vrouwen meer tijd te geven voor het familie leven.
, Woonkeuken rationeler dan werkkeuken?
Rationeel keuken:
- Arbeidsbesparing
- Alles bij de hand
- Categorisering: water, vuur en bereiding
- Standaardisering
Woonkeuken:
- Contact met andere gezinsleden (kinder(park/box) in keuken)
- Multi-tasken
- Ruimte voor meerdere leden > bevordert de vrouwenemancipatie
- Alles veel dichter (tafel en kasten)
- ruimte in de keuken om niet rationeel te werk te gaan
(Half) open keuken:
- Doorbreken van ‘frontstage’ en backstage
- Keuken wordt een ‘frontstage’ ruimte > altijd net blijven > arbeidsbelasting voor vrouw
Als vorm van emancipatie:
JA > vrouw betrokken bij de woonkamer + andere leden meer (visueel) betrokken
NEE > de open keuken deel van frontstage > veroorzaakt meer opruimwerk > komt bij het
takenpakket van de vrouw
De buitenkeuken
De keuken verloor haar monopolie
Paradox
Keuken helemaal uitgerust <> verschuiven van koken uit keuken (verschuiven naar de tuin)
- Wordt mannenrol (-> Barbecue)
Als vorm van emancipatie:
NEE > = niet dagelijkse routinematige koken; de (onzichtbare) voorbereidingen (boodschappen,
groenten bereiden, afruimen, enz.) blijft vaak vrouwenwerk.
De keuken als inzet van ideologie
Barbecueën als manier om mannelijkheid te versterken
- Kooktechnologie & tuin
- Tuin een mannendomein
De tuin werd gedeeltelijk gedomesticeerd (domus, tot huis gemaakt, getemd) doordat een deel
specifiek werd afgebakend, voor een eet- en bakplaats.
Anderzijds verkreeg deze ‘openluchtkeuken’ juist door haar locatie in de natuur een vorm van
‘avontuur’, ‘ongetemdheid’ en ‘wildheid’.
> minder onder controle dan deze binnenhuis > kampvuur
De ‘primitiviteit’ van de technologie (een toestel op kolen) > aantrekkelijkheid
Juist dat ‘wilde/gevaarlijke’ maakte barbecueën geschikt voor mannen,
> Versterking van hun mannelijkheid