Alle informatie over Geld en krediet eerste jaar Global Business Management staat in deze samenvatting. Ook een samenvatting van verschillende seminaries kunt u terugvinden. Er worden voorbeelden gebruikt en een lijst van alle verschillende soorten.
Geld en krediet
HST 1: Inleiding
Geld = voorwerpen of tekens die algemeen als wettig ruimiddel voor G&D aanvaard en voor publiek
Soorten
o Vroeger = objecten Nu = bankbiljetten ontstaan uit schuldbrief
o Vroeger = NBB beslist over geld hoeveelheid geld in omloop NU = ECB & NBB produceert
o Giraal geld = fiduciair geld = geldcreatie via kredietverlening = VERTROUWEN
Kasreservecoëfficiënt = hoeveel % van het gespaarde geld van iemand moet er in de
bank blijven het overige wordt uitgeleend
Hoe hoger kasreservecoëfficiënt, hoe minder geldcreatie
Toekomstige waarde van geld = FV = PV * (1 + r)n Koopkracht is nu groter dan in de toekomst
Financiering
o Zelffinanciering of interne financiering
o Externe financiering via financieel systeem = financiële intermediatie (tussenpersoon - bank)
Surplus eenheden = geld over hebben
Deficit eenheden = geld te kort hebben
Directe financiering = rechtstreeks van surplus naar deficit => Vb. obligaties
= belegger kiest zelf waar zijn geld naartoe gaat
Indirecte financiering
Surplus wil rente (nu 0,11%) => Vb. zichtrekening, fonds
Deficit betaalt rente (1 à 1,5%) => Vb. kredietlening
HST 2: Werking van zichtrekening en kaskrediet
Zichtdeposito’s = zichtrekening = rekening-courant
o IBAN-nummer = International Bank Accountant Number
o BIC-code of SWIFT adres = bank identifier code
o Kenmerken
Altijd onmiddellijk opvraagbaar
Een creditsaldo met een lage intrest hoge intrest als je rood staat = kaskrediet
Hoofdzaak = verrichten van betalingen en inning van ontvangsten
o Volmacht
Volmachtgever, titularis = kan iedereen volmacht geven volmachthebber
Volmachtgever -en hebber moeten bank op de hoogte brengen
Bij overlijden bank verwittigen bank kan de rekening blokkeren
o Renteberekening zichtrekening
Valuta-dag = vanaf die dag bedrag levert creditrente of kost debetrente
Pro rata temporis = in verhouding tot tijd
Intrest = bedrag * r * aantal dagen/365
Creditrente = positief debetrente
Kaskrediet
o Overdisponeren = onder 0 op de ZR (= debetstand) tot een vooraf bepaald kredietlimiet
o Tarief en kosten
, Variabel tarief
Basisrente afhankelijk geldmarktrente & marge afhankelijk klantenrelatie
Pro rata temporis
Administratie kosten (1 van de 3) Provisie = kost aan bank voor financiële dienst
Provisie op kredietlimiet
Provisie op niet-benutte bedragen (= reserveringsprovisie)
Provisie op hoogste debetsaldo
HST 3: Straight loan = voorschotten vaste termijn
Wat = gedurende een vooraf bepaalde korte termijn over bepaald bedrag beschikken
o Wanneer = tijdelijke liquiditeitsproblemen
o Bullet = lening waarvan de terugbetaling van het kapitaal op de vervaldag is
o Periode = 7 dagen tot 6 maanden of 1 jaar
o Tarief en kosten
Basisrente afhankelijk geldmarktrente & marge afhankelijk klantenrelatie
Pro rata temporis
Intrest op het volledige bedrag, maar lager dan bij kaskrediet
Roll-over krediet = wentelkrediet = als je op het einde niet kan terugbetalen dan kan je verlengen
HST 5: Andere bedrijfskredieten = aflossingstabel
Financiering Investeringskrediet
Aankoop roerend goed door bedrijven Investering MVA of bedrijfskapitaal
€ 2 500 - €25 000 + EM Vanaf €25 000 + EM
6 tot 60 maand Langer dan 1 jaar = levensduur MVA
Opname in 1 keer Opname in 1 keer of schijven (bouwproject)
Terugbetalen maandelijkse schijven Terugbetaling per kwartaal, semester, jaar
Wederbeleggingsvergoeding = bank vraagt
vergoeding omdat je lening vroeger afbetaald
Reserverings- of kredietopeningsprovisie = kost
die je betaald om geld te reserveren bij de bank
HST 6: Hypothecair krediet
Wat = een lening voor een onroerend goed waarbij het onroerend goed een hypotheek (waarborg) is
=> kredietgever heeft het recht om bij niet-terugbetaling het OG openbaar te verkopen
Wet op Hypothecair krediet
o KN natuurlijk persoon met verblijfplaats België
o Private bestemming
o Bedoeling aankoop of verbouwing OG
o Gekoppeld aan hypotheekvesteging of hypothecaire volmacht (= mandaat)
Procedure hypotheekvestiging
o Aanvraagformulier = tarief, kosten, verwijzing prospectus
o Goedkeuring = schriftelijk en bindend aanbod vanuit de bank
o Tijdelijke of voorwaardelijke korting
o Hypotheekvestiging = notariële akte
o Kosten = dossierkosten, schattingskosten
Speciale gevallen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lisadeconinck. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,69. Je zit daarna nergens aan vast.