Linker bronchus loopt meer horizontaal, rechter verticaal. Voedsel bij verslikking komt dus rechts vast.
Rechts 3 lobben en links 2 -> plek voor hart.
Bronchi hebben kraakbeenringen; bronchioles niet! Kraakbeenringen zorgen dat de bronchi open blijven
staan. Bronchioles worden opengehouden door de transpulmonale druk.
Transpulmonale druk= druk over de longwand; alveolaire druk over de longen zelf + intrapleurale druk
tussen vliezen. Bij een hoge druk in de longen t.o.v. druk over intrapleurale ruimte, blijven de brochi en
bronchioles openstaan.
Anatomische dode ruimte
Delen van de longen waar geen gaswisseling plaatsvind-> trachea, bronchi (overal waar kraakbeenringen
zitten). Dus de plekken waar geen diffusie is.
Respiratoire bronchiolen en alveoli doen mee aan de gaswisseling.
Septum is het membraan tussen lucht in alveoli en bloed.
- Alveoli zijn niet rond maar polygonal
- Niet onafhankelijk, maar delen hun wand met hun buren
Statische drukken in long en thorax en over de wanden
De atmosferische druk is 760 mm Hg. De druk in de longen is hier gelijk aan. In de longen spreken we niet
over druk maar over cm water. De buitenluchtdruk is dan 0 cm water. De druk in de intrapleurale ruimte
is lager dan in de longen, -5 cm water.
Transmurale druk is het drukverschil over de wand. (druk in longen- druk in intrapleurale ruimte) = 5 cm
water
De trans thoracale druk is -5.
De inspiratie
- Je rekt thoraxwand op
- Intrapleurale ruimte wordt groter, pleura druk wordt lager
- long wordt opgerekt (afhankelijk van compliantie), druk in longen lager
- lucht stroomt long in
,Ademhaling introductie video
Betrokken processen bij ademhaling
Ventilatie
Verplaatsen van lucht de longen in en uit.
Aanspannen van diafragma ( eerst bol, nu vlak)
Intercostaalspieren aanspannen-> intern en extern
Voor het inademen gebruiken we de externe intercostaal spieren. Trekken de ribben naar buiten en
omhoog. Vergroten van thoraxruimte, waardoor de druk daalt en lucht van buiten de longen in stroomt. =
mechanische ventilatie , leidt tot drukverandering in de long.
Wet van Boyle: druk x volume = constant
Met behulp van spirometrie kun je zien hoeveel lucht er gaat stromen. Spirometer is een gesloten
systeem met water en lucht. Een proefpersoon zit hier aan vast. Wanneer proefpersoon inademt wordt
hoeveelheid lucht in spirometer kleiner-> bak wordt naar beneden getrokken en daardoor pennetje
omhoog.
Bij een rustige ademhaling noem je dit ademvolume = tidel volume = TD.
Je kunt hierbij nog veel extra lucht inademen, dit is de inspiratoir reserve volume
Adem volume+ inspiratoir reserve volume= inspiratoir capaciteit
Extra uitademing= expiratoir reserve volume
Inspiratoir capaciteit + expiratoir reserve volume = vitale capaciteit (maximale hoeveelheid van in en
uitademing)
Er blijft altijd een beetje lucht achter in de longen, dit noem je het residuale volume. Dit krijg je er niet
uit.
Totale longcapaciteit = residuale volume + vitale capaciteit
Functionele residuale capaciteit = hoeveelheid lucht dat in de longen zit als je begint met ademen. ->
2,5/3 L oude lucht in longen voordat er 0.5 liter verse lucht ingeademd wordt.
= residuale volume + expiratoir reserve volume.
,Zuurstof diffundeert het bloed in. Een klein deel vrij opgelost in het bloed, het merendeel diffundeert de
erytrocyt in en bindt met Hb.
Vrij opgelost: wet van Henry
cO2= a * PO2
➔ Oplosbaarheids coëfficiënt alfa (0.03 voor zuurstof) * druk die O2 uitoefent in bloed
Gebonden aan Hb:
HbO2= 1,34 * (Hb) * SO2
➔ Constante * concentratie Hb in bloed * saturatie van Hb (hoeveel Hb is gebonden aan O2)
Met helium verdunningsmethode kun je je residuale volume bepalen, hiermee kun je FRC berekenen en
daarmee je totale longcapaciteit.
Ademhaling ademarbeid deel 1 + 2 (ventilatie & ademarbeid)
Bij de ademhaling spant het diafragma aan waardoor de thoraxruimte vergroot wordt, ook spannen de
extern intercostaal spieren aan om de ribben naar buiten en omhoog te trekken.
Bij expiratie ontspannen de spieren.
De druk * volume is constant. Dit is de Wet van Boyle. Bij ademhaling creëer je drukverandering waardoor
de lucht gaat stromen.
Bij inspiratie vergroot je de borstwand-> de intra pleurale druk gaat naar beneden ( = druk tussen thorax
en longen). Daardoor worden de longen ook opgerekt, dit is afhankelijk van de compliantie. Door het
oprekken van de longen gaat de druk van de alveoli naar beneden en gaat de lucht stromen, dit is
afhankelijk van de weerstand.
Bij ademen te overwinnen krachten:
- Terugveer of elastische krachten
• Retractiekrachten long
• Retractiekrachten thoraxwand
- Weerstandskrachten
• Luchtwegweerstand
• Weefselweerstand
De longen zijn bekleed met een pulmonaryp pleua. De thoraxwand is ook bekleed met een membraan,
deze membranen zitten tegen elkaar geplakt en trekken aan elkaar. De ruimte daartussen is de pleura
ruimte/ intra pleurale ruimte/ inter pleurale ruimte.
Inter-> zit tussen 2 pleura in
Intra -> de pleura zitten stiekem aan elkaar
Druk over longwand-> druk in alveoli – druk in pleurale ruimte
Druk over thorax wand-> druk plorale ruimte – buiten lucht druk
Druk over gehele wand-> druk in alveoli- buiten lucht druk
, Transmurale druk = druk aan binnenkant – druk aan buitenkant
Om de transmurale druk te weten moet je de druk in de verschillende ruimtes weten!
Als er geen luchtstroom is, is de lucht in de longen gelijk aan de buiten luchtdruk.
Buitenluchtdruk = 760 mmHg -> verwarrend
De druk in de pleura ruimte is lager dan de buiten luchtdruk.
Maar in de fysiologie zeggen we dat de buitenluchtdruk 0 is, wanneer de pleura ruimte druk lager is dan
buiten luchtdruk, drukken we dit uit als negatief getal!
Aan begin van de ademhaling is gemiddelde druk in pleura druk -5 cm water. De druk over de longwand is
dus : 0 - -5 = 5 cm water
De druk over de thoraxwand is dan : -5 – 0 = -5 cm water
Druk over geheel : 0-0 = 0
Compliantie (rekbaarheid)
Gaat over de volumeverandering die bij een bepaaalde drukverandering optreedt: ∆V/ ∆P
Te bepalen uit de volume-druk relatie onder de statische omstandigheden: de ruststrekkingscurve.
Aan het begin van de inademing is de druk in de longen
gelijk aan de buitenluchtdruk. De druk over de long en
thoraxwand samen is dan 0. Thoraxwand trekt naar buiten,
longen naar binnen.= in evenwicht. (FRC)
Druk in alveoli meet je via je mondholte. Druk in intra
thoracale ruimte meet je via slokdarm, deze is gelijk aan
intra pleurale ruimte.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper amberboxum1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.