Mediacultuur 2020-2021
DEEL 1: PRODUCTIE, IDEOLOGIE & ONGELIJKHEID
H1: Introductie: Wat is mediacultuur? De brede sociologische betekenis
1.1 Inleiding: Wat is mediacultuur?
Cultuur = de bron van sociaal handelen en is het gedeeld stelsel van waarden, normen, symbolen, taal, en
producten
- Functie cultuur: orde scheppen, betekenis geven aan de chaotische/betekenisloze wereld vb. een
plant was voor cultuur een plant, maar met cultuur kan het een symbool zijn voor geloof,
gezelligheid, ..
- In tegenstelling tot andere dieren (die leven op instinct) is de homo sapiens een cultuur-scheppend
dier en onderscheid zich zo van andere diersoorten
- Cultuur is dan ook een sociale constructie met een dialectische relatie: wij maken het en het maakt
ons, het bevrijdt en beperkt ons bv. taal is een culturele constructie gemaakt doorheen de tijd: ik kan
mijn taal kiezen maar buiten mijn taal kan ik mij niet uiten
o Hierdoor verschilt het per tijd, plaats en varieert het per groep
- De cultuursociologie bestudeert gedeelde culturele betekenissen en gevolgen voor handelen
o het gaat niet op zoek naar de waarheid want er is geen ‘waarheid’ buiten de culturele
betekenissen van mensen bv. complottheorieën of rituelen worden ook bestudeerd
Visies over cultuur:
- Durkheim: de gedeelde waarden, normen en producten schept een gemeenschap in de samenleving
die zich afschermt van een wereld van chaos (anoniem)
- Clifford Geertz: a man is an animal suspended in webs of significance he himself as spun, I take culture
to be those webs
1.2 Hoogcultuur vs volkscultuur
Hoogcultuur vs. volkscultuur
- Hoogcultuur: de waarden, normen en gebruiken die vooral door de elite worden ontwikkeld en
geïnstitutionaliseerd werd in musea en geschiedenisboeken als specifieke manifestatie van cultuur vb.
aristocratie, abstracte kunst, standbeelden, schilderen, geïnstitutionaliseerde smaak
- Volkscultuur: het deel van de cultuur die ontwikkeld en omarmt wordt door het ‘gewone’ volk
(folklore en niet-geïnstitutionaliseerde smaak) vb. tuinkabouters, huilende zigeuner jongen, ..
Sinds de 15e eeuw komt er een spanning tussen de hoge en lage cultuur (Het beschavingsoffensief):
- Volgens Norbert Elias ontstaat deze spanning in Europa doordat het gewone volk door de aristocratie
(of ook wel de culturele elite) wordt opgevoed omdat die culturele elite de cultuur oplegden
o De hoge cultuur bevat elitaire waarden, normen en gebruiken (wat goed en slecht is, mooi en
lelijk is, manieren, …)
Het ‘gewone’ volk zijn deze waarden, normen en gebruiken gaan imiteren
o In de 19e eeuw uit die opvoeding van de elite zich dit ook in de kunst
- Pierre Bourdieu heeft het over cultureel kapitaal en smaak.
Sinds de 20e eeuw is er sprake van een nieuw beschavingsoffensief: media cultuur vs. hoge cultuur
- Er is steeds meer een overgang gebeurd van volkscultuur naar ‘mediacultuur’
o Dit is door de opkomst en verspreiding van massamedia, radio, film, tv en games, alsook de
opkomst en verspreiding van massaconsumentisme, producten, reclame en merken
1
, - Er vindt een mediatisering van cultuur (de traditionele waarden en normen worden steeds meer
beïnvloedt en veranderd door media; sociale leven die tot stand komt door media) en een
culturalisering van media (traditionele media (tv, radio, ..) vormen een cultuur) plaats:
o Er ontstaan een massa-media cultuur gebaseerd op hollywood, films, games, …
- Sinds de opkomst van ‘mediacultuur’ (aangeduid als ‘massacultuur) is er morele kritiek:
o Deze samensmelting van media en cultuur wordt door de hoge cultuur als een probleem
beschouwd en zo ontstaat er cultuurpessimisme: men vreest, door de opkomst van
mediacultuur, voor het einde van de hoogcultuur, authentieke kunst en beschaving
Hierbij kunnen er 4 centrale punten van kritiek onderscheden worden:
Standaardisering (Benjamin) van cultuur: kunst is iets wat een creatieve
geest voorvloeit, terwijl de media en cultuur industrie (films, radio, ..) zijn
standaard concepten en hebben een standaard formule; overal hetzelfde
bv. Hollywoodfilms
Commodificatie (Adorno): bij media is alles te koop, terwijl een echte
kunstenaar het zou moeten doen voor de kunst zelf en niet geld
Infantilisering (Postman): kunst zou je moeten aanzetten om te filosoferen
en kritisch te zijn; terwijl media cultuur onze samenleving naar beneden
haalt & mensen interesseren zich niet langer in kunst
Vervreemding (Baudrillard): er wordt een media wereld gecreëerd die niet
gelijk is aan de realiteit waardoor we vervreemd en dommer worden
Het morele standpunt van academici tegenover mediacultuur is eerder verbonden aan hun sociaal-culturele
positie (in dit geval de hoge cultuur, de elite) en niet hun politieke positie:
- Ondanks academici een links-progressief (Horkheimer & Adorno) of rechts-conservatief (Neil
Postman) politieke positie innemen, leveren ze allemaal morele kritiek op mediacultuur: ze hebben
beide het gevoel dat de media onze cultuur aan het uithollen zijn
1.3 Effectenstudies versus cultuurstudies
Effectenstudies:
- Zijn meer gegrond in behaviorisme: is gegrond in
een stimulus waar een bepaalde respons bij hoort
(experiment) en de effecten gemeten worden
Cultuurstudies:
- Symbolisch interactionisme: gaat meer over de
betekenissen die mensen toekijken aan media
(teksten, films, .) en niet de effecten die hierdoor
veroorzaakt worden
- VOORBEELD: naar Instagramgebruik:
o Effectstudies zullen eerder de effecten van
onhaalbare schoonheidsidealen op onze
ideeën over lichamen onderzoeken
o Mediacultuurstudies daarentegen gaat op zoek naar hoe mensen zelf naar die online beelden
kijken, wat ze posten, …
1.4: De aspecten van mediacultuur
Bij het bestuderen van mediacultuur kan er een analytisch onderscheid gemaakt worden tussen 3 aspecten:
- Productie van mediacultuur: ideologie en ongelijkheid
- Tekst die in een mediacultuur geproduceerd wordt: genre en culturele betekenis
- Consumptie: identiteit en gemeenschap
2
,1.4.1: Productie
Bedrijven zoals Walt Disney, Facebook, News Corporation, Sony produceren allemaal (media)cultuur
- Een kritisch perspectief: deze geproduceerde cultuur en mediateksten, die wereldwijd wordt
geconsumeerd, reproduceert dominante ideologieën en mainstream cultuur en houdt die zo in stand
o Vb. de genderongelijkheid die zich afbeeldt in de klassieke Disneyfilms (vaak een heldhaftige
man die een mooie en onderdanige vrouw komt redden) en hierdoor ontstaan er
genderverhoudingen
1.4.2: Tekst
De roman/fictieve film weerspiegelt en beïnvloedt onze cultuur en onze maatschappij vb. Uncle Tom’s Cabin
van Harriet Beecher Stowe had, ondanks fictie te zijn, had een grote invloed op de attitudes van het
Amerikaanse volk over Afro-Amerikaanse slavernij en lag zelfs aan de basis van de burgeroorlog en de
afschaffing slavernij
1.4.3: Consumptie, identiteit en gemeenschap
Mediacultuur heeft een belangrijke rol gespeeld in de evolutie van traditionele identiteit naar identiteit als een
individueel project:
- Het is een individueel project door de van consumptie van muziek, mode, TV, etc waardoor er een
eigen identiteit wordt gecreëerd
o Men kan zich identificeren met celebrities als significante ander
o Ik ben de muziek die ik luister, de games die ik speel, de series die ik kijk
1.5: De relevantie van mediacultuur
Mediacultuur wordt steeds belangijker. Door het wegvallen van traditionele culturele kaders (kerk, ideologie,
staat en politie) groeit de rol van mediacultuur in het creëren van identiteit, de gemeenschap en het
institutionele en publieke domein
H2: Mediacultuur en morele paniek
Literatuur bij dit hoofdstuk:
- Furerdi, F. (2016) Moral Panic and Reading: Early Elite Anxieties About the Media effect.
- Thompson, K. (1998) Moral Panics.
2.1: Inleiding
Er zijn reeds verschillende voorbeelden van mediacultuur en morele paniek:
- Donald Trump beschuldigde videogames ervan de oorzaak te zijn van de school shooting in El Paso
(2019)
- In 1774 schreef Goethe Die Leiden des Jungen Werthers:
o In zijn boek pleegt de protagonist zelfmoord nadat zijn liefde hem verlaat, tegelijkertijd stijgt
ook het aantal zelfmoorden bij jongeren in het echte leven:
Morele paniek ontstaan: de kranten maken een veralgemeningsfout maken door het
genre van ‘stuiverromans’ te zien als de oorzaak hiervan (terwijl het slechts enkel in
dit boek voorkomt)
- De opkomst van strips in de jaren ‘50
o Morele paniek ontstond: de strips werden de zondebok voor al het criminele en opstandige
gedrag die kinderen en jongeren destijds vertoonden doordat ze door die strips zogezegd
geen link kunnen maken tussen wat echt is en wat niet echt is
- Horrorfilms in de jaren 80 (aanleiding the driller killer & cannibal holocaust)
3
, - Jaren ’90: morele paniek: men vreesde dat rock muziek en games (first persoon shooting games
‘doom’) de jongens van de Columbine school shooting in 1999 beïnvloedt hebben en hen heeft
aangezet tot geweld
- Er is dus een algemene trend waarbij de opkomst van nieuwe media dikwijls zorgt voor morele
paniek
Frank Furedi stelt in zijn artikel (2016) dat de angst voor ‘media-effecten’ op jongeren, de sociale orde en de
culturele waarden gaat al ver terug in het verleden:
- In de 18e eeuw heerste er morele paniek onder de elite in Engeland over het feit dat de jongeren
massaal begonnen te lezen (bibliophobia):
o Lezen was niet meer een elitair ding die men in bibliotheken deden, maar de jeugd begonnen
‘sensational’ en goedkopere boeken te lezen waardoor men vreesde voor een reading
‘addiction’ en het copycat verschijnsel (het gedrag vd personages imiteren) onder de jonge
generatie
o Men was bang dat de lezer het onderscheid tussen realiteit en het verhaal niet meer zal
kunnen maken
- Furesdi stelt dat dit een vroege vorm is van morele paniek rond mediacultuur die nog steeds aanwezig
is:
o ‘the fear that ‘you become what you read’ was constantly voiced by cultural and political
elites’
o ‘often, it is not the context of a story but the media themselves and their supposed morally
toxic effect on people and society that is identified as a threat to the prevailing system of
values’
o Hij haalt Mcluhan aan, die stelde dat bij de opkomst van TV mensen dezelfde morele paniek
hadden over de effecten ervan en dat dit altijd zo zal zijn wanneer een nieuwe mediavorm
geïntroduceerd wordt
Is er een wetenschappelijke basis voor morele paniek?
- Tegenwoordig bestaat er het maatschappelijk debat over de link tussen gewelddadige videogames en
agressie en zijn er enkele kritische bedenkingen:
o Vroeger sprak men van de Hypodermic needle theory, die voorspelt dat media een directe
invloed heeft op al het volk op dezelfde manier, al is deze theorie reeds achterhaald
o Terwijl het gewone volk denkt dat er sprake is van een causaal verband, toont onderzoek
slechts een correlationeel verband aan
Causaliteit: het spelen van een game (A) leidt tot geweld (B)
Dit wordt beweerd tot Thompson
Correlatie: er bestaat een relatie tussen games en agressie vb. het kan dus ook zijn
dat agressieve personen gewoon liever gewelddadige videogames spelen
o Veel personen van het gewone volk denken ook dat er sprake is van monocausaliteit, terwijl
er een complex samenspel van verschillende variabele, niet alleen maar gewelddadige
videogames, die invloed hebben op agressie en geweld
o Studies over games en geweld zijn vaak experimentele lab studies: de daarbinnen gevonden
relatie tussen deze games en agressie nog geen relatie tussen games en geweld vb. iemand
die na het spelen van het spel agressiever wordt, wilt niet zeggen dat die capabel is een
schoolshooting te doen
dat videogames zou leiden tot geweld zou niet overeenkomen met de catharsis
hypothese (Sigmund Freud): stelt dat de agressie van mensen terug afneemt zodra
ze deze kunnen uitleven, en zo agressie afneemt na het spelen vd agressieve game
waardoor er in principe geen geweld kan veroorzaakt worden
4