100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Nederlands: Taalbeschouwing 1 (H.Kloots) €6,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Nederlands: Taalbeschouwing 1 (H.Kloots)

2 beoordelingen
 395 keer bekeken  3 aankopen

Volledige samenvatting van de Hoor- en Werkcolleges van Hanne Kloots (Nederlands: Taalbeschouwing 1) in BA1 voor de opleiding Toegepaste Taalkunde. Inclusief de theorie om alle theorievragen op te lossen.

Laatste update van het document: 8 jaar geleden

Voorbeeld 2 van de 28  pagina's

  • 26 december 2015
  • 3 januari 2016
  • 28
  • 2015/2016
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (6)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: chrismeijer2 • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: SofiaHa • 6 jaar geleden

avatar-seller
waffle
INLEIDING

1. Taalbeschrijving

-­‐ Lexicon:
beschrijving
van
de
elementen
van
een
tal

o Woorden
en
uitdrukkingen
(in
vaste
combinaties)

o Morfemen
(kleinste
betekenisdragende
elementen)
als
bouwstenen
van
woorden

o Fonemen
(kleinste
betekenisonderscheidende
elementen)
als
kleinste
eenheden
van
klanksysteem

-­‐ Grammatica:
beschrijving
van
regels
om
taalelementen
te
verbinden
tot
grotere
gehelen

Formele
o Syntaxis:
verbinding
van
woorden
tot
woordgroepen
en
van
woordgroepen
tot
zinnen

ken-­‐ o Morfologie:
verbinding
van
morfemen
tot
woorden
(vervoeging,
verbuiging
en
woordvorming)

merken
o Fonologie:
verbinding
van
fonemen
tot
morfemen

o (Grammaticale)
semantiek
(betekenisleer):
beperking
op
grammaticale
verbindingen



2. Traditionele
grammatica

a. Algemeen

Ontworpen
voor
het
Latijn
en
Grieks,
later
toegepast
op
volkstalen
als
Nederlands,
ook
‘schoolgrammatica’

genoemd.
Bestaat
uit:
woordleer
(taalkundige
ontleding)
en
zinsleer
(redekundige
ontleding).

b. Woordleer
(woordontleding)

Categoriseren
op
basis
van
syntactische,
morfologische
en
semantische
kenmerken.
10
woordsoorten
worden

onderscheiden:
zelfstandig
naamwoord,
lidwoord,
voornaamwoord,
telwoord,
bijvoeglijk
naamwoord,

bijwoord,
werkwoord,
voorzetsel,
voegwoord,
tussenwerpsel.

c. Zinsleer
(zinsontleding)

Zinsdelen
worden
onderscheiden
op
basis
van
hun
functie
in
de
zin:
gezegde
(werkwoordelijk
/

naamwoordelijk),
onderwerp,
voorwerpen
(LV,
MV,
BV,
VzV,
…),
bijwoordelijke
bepaling,
andere
bepalingen.

d. Historische
situering

-­‐ Klassieke
oudheid:
focus
op
woordleer
(flexie)
met
Varro
in
de
1e
E
en
Donatus
in
de
4e
E.


-­‐ Middeleeuwen:
voortzetten
klassieke
benadering,
verdere
verspreiding
grammatica
Donatus.


-­‐ Vanaf
eind
15e
E:
aandacht
voor
de
volkstaal,
beschrijving
hiervan
a.d.h.v.
de
klassieke
grammatica.


o 1584:
H.
Spiegel,
eerste
Nederlandse
grammatica
(Iwo-­‐spraack
vande
Nederduitsche
letterkunst)

o 1805:
Pieter
Weiland,
verplicht
voor
onderwijs
en
ambtenaren.


-­‐ Vanaf
19e
E:
stilaan
aandacht
ook
voor
zinsleer
(1814
Nicolass
Anskijn
en
1892
Cornelis
den
Hertog).



3. ANS

Algemene
Nederlandse
Spraakkunst
in
1984
eerste
editie
(tweede
in
’97,
vanaf
2002
E-­‐ANS)
met
Belgisch-­‐
Nederlandse
samenwerking,
gefinancierd
door
de
Nederlandse
Taalunie,
heeft
een
descriptief
karakter:


Welk
Nederlands
wel/niet?
Wel:
standaardtaal
(algemeen
bruikbare
woorden
en
structuren)
die

ongemarkeerd
is.
Gemarkeerde
taal
krijgt
labels:
stilistisch-­‐
<formeel>
of
<informeel>,
geografisch-­‐

<regionaal>
en

waarderingslabel
<twijfelachtig>
of
<uitgesloten>.


Niet
opgenomen:
dialect,
kindertaal,
jongerentaal
en
jargon.














1


, HET
ZELFSTANDIG
NAAMWOORD
(SUBSTANTIEF)



1. Semantisch:
betekenisleer
van
woorden
en
zinnen

Boer
Jan
gaat
met
zijn
merrie
Miep
naar
de
stad
Brussel.
Hij
koopt
er
melk
van
vee
uit
de
Ardennen,
die
met
veel

liefde
gebotteld
is
in
april.


soortnaam
eigennaam

CONCRETA
(=
waarneembaar)




voorwerpsnaam
-­‐



persoonsnaam
boer
Jan


-­‐



diernaam
merrie
Miep


-­‐



zaaknaam
stad
Brussel

stofnaam

melk

-­‐


verzamelnaam

vee
Ardennen

ABSTRACTA

liefde
april,
Kerstmis



2. Morfologisch:
vorm
van
woorden
en
hun
uitgangen

Getal
(numerus):
enkelvoud
(singularis)

meervoud
(pluralis).


-­‐ Meervoud
op
–en:
boeren,
paarden,
steden.

-­‐ Meervoud
op
–s:
merries,
appels.
Typisch
voor
substantieven
met
eind-­‐klinker
OF
swa+
nasaal.

Uitzondering:
substantieven
die
alleen
in
het
enkelvoud
of
meervoud
gebruikt
worden.

o Singularia(/singulare)
tantum:
rommel,
kroost,
vee.

o Pluralia(/plurale)
tantum:
Ardennen,
hersenen.

De
enigste
productieve
naamval
(casus)
in
het
Nederlands
is
de
genitief
(kan
nog
actief
toegepast
worden
op

nieuwe
namen)
en
hangt
vast
een
de
eigennaam:
Jans
paard.
Uitzonderingen:


-­‐ Als
de
eigennaam
eindigt
op
een
klinker,
komt
er
een
apostrof
tussen:
Theo’s
appel.


-­‐ Als
de
eigennaam
als
eindigt
op
een
–s,
blijft
enkel
de
apostrof
over:
Thomas’
appel.



3. Syntactisch:
het
woord
in
verbinding
met
andere
woordsoorten

Het
substantief
kan
zich
combineren
met
de
of
het.
Ook
met
een
adjectief
(de
jonge
boer),
een
voornaamwoord

(die
boer)
of
een
telwoord
(drie
boeren).
De
voornaamwoorden
verwijzen
naar
het
substantief
waarvoor
het

belangrijk
is
het
grammaticaal
geslacht
(genus)
te
achterhalen.
Dit
genus

De
merrie
è
zij
(=
vrouwelijk)

kan
je
vinden
d.m.v.
Antwerps:


De-­‐woorden
è
“die”
è
“haar”
ne
man
=
mannelijk;


De
boer
è
hij
(=
mannelijk)

Het-­‐woorden
è
“dat”
è
“zijn”





Het
vee
è
het
(=
onzijdig)
’n
vraaw
=
vrouwelijk;


a
kint
=
onzijdig;


Ook
kan
je
achter
het
woord
waarvan
je
het
genus
zoekt
iets
verder
aan
breien
om
het
geslacht
te
doorgronden:

Het
Antwerpen
(van
mijn
jeugd)
è
Antwerpen
breidt
zijn
havens
uit.

Soms
is
het
grammaticaal
geslacht
betekenisafhankelijk:
de
pad
(dier),
het
pad
(weg).

Let
wel
op,
want
het
grammaticaal
geslacht
is
niet
het
biologisch
geslacht:
het
koetje,
het
meisje.



4. Morfologisch
én
syntactisch

Telbare
<>
ontelbare
substantieven
(≠
semantisch)

Telbaar
Ontelbaar

Enkelvoud/meervoud
Geen
enkelvoud/meervoud

Combinatie
met
een
(=
soortnaam)
Geen
combinatie
met
een

Combinatie
met
telwoord
Geen
combinatie
met
telwoord

Vb.:
boer,
stad,
glazen
(≠
stofnaam),
drie
jannen
in
een
Vb.:
-­‐



eigennamen
(Bxl,
Jan)

gezin
(=
gebruik
als
soortnaam
è
hoofdletter
-­‐ stofnamen
(melk,
zand)


verliezen)
-­‐ singularia
tantum
&
pluralia
tantum














2

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper waffle. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73091 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49  3x  verkocht
  • (2)
  Kopen