Les 1: Inleiding
1.1 Definities
Definities ‘landschap’
- Van Dale: (1) omgeving zoals de mens die waarneemt (2)2 schilderij van een landschap
- Cultureel geograaf J.B. Jackson: “ a portion of land which the eye can comprehend at a
glance”
- European Landscape Convention (200’): Landscape means an area, as perceived by people,
whose character is the result of the action and interaction of natura land/or human factors
Voorbeeld: Nederlands landschap in de 17e E
- Jacob Van Ruisdael, Gezicht op Haarlem 1670 > representatief voor dubbele betekenis
‘omgeving’ en ‘schilderij’
- Fysieke landschap op dat moment
- Ook een representatie: schilderij van dat landschap
➢ Resultaat actie en interactie ts menselijke en natuurlijke factoren
- Landschap in interactie met stad: voedsleproductie, bleekvelden
➢ Stad en land vormen samenhangend systeem
- Hoe het landschap wordt gebruikt hangt samen met de
landschappelijke kenmerken + sociale, economisch en politieke
context
Definities ‘landschapsarchitectuur’
- Stedelijke en landelijke context
- Interactie mens en natuur
- Sociale, culturele … context > ontwerp moet passen binnen context
- Verschillende schalen
- Kunst EN wetenschap
- Raakt aan architectuur en stedenbouw
- Rol in hedendaagse maatschappelijke uitdagingen
Landschapsontwerp als interdisciplinaire discipline
- Staat in relatie met andere disciplines: stedenbouw, architectuur, stadsontwerp,…
- Grenzen ertussen veranderen voortduren
- Wij spreken over ‘landschapsarchitectuur’ omdat het ook gaat over stedenbouw,
architectuur + verschillende schalen (opener)
1.2 Thema’s
Mens en natuur
- Relaties: domineren, imiteren, respecteren, utilitaire houding…
- Vb. Versailles > koning domineert landschap en volk
- Vb. Stourhead > imiteren van de natuur, pittoresk
- Vb. Moss Garden > respect voor de natuur door reconstructie +
rekening houden met natuurlijke processen
, - Vb. Polders > natuur wordt gebruikt als grondstof
- Relatie mens-natuur > zien in vorm vb. formele Renaissance en Barok vs. pittoreske in
Engeland
- Relatie mens-natuur > inspelen van ontwerp op de ecologische processen (factor tijd is hier
belangrijk)
Esthetiek en gebruik
- Esthetische categorieën : centrale rol in geschiedenis
- Idee over esthetiek en schoonheid verandert doorheen de tijd
- Niet enkel schoonheid maar vb. ook duurzaamheid, mensen bewust maken,
soms zelfs juist ‘lelijke’ dingen
- Gebruik als sturende factor bij ontwerp
- Esthetiek kan samengaan met gebruik of juist niet (vb. modernisme)
Vorm
- Formele en informele traditie
- Ze kunnen ook gecombineerd worden
- ‘moderne’ landschapsarchitectuur > termen als formeel en informeel niet meer zo
toepasselijk
Site en territorium
- Ontwerp ~ sitegebonden parameters: geografie, topografie, waterhuishouding, bodem…
- Relatie ts schalen: tuin vaak in relatie tot ruimte op territoriale schaal en omgekeerd
Sociale, economische, politieke en religieuze context
- Ontwerp als uitdrukking van ‘regimes’
- Ontwerp in relatie tot machtsverhoudingen en maatschappelijke evoluties
- Evolutie van discipline in verschillende contexten
- Vb. voortuin zegt iets over je status
1.3 Opzet van de cursus
- Geen lineaire evolutie, maar parallelle ontwikkeling
- Stijlen en historische periodes zijn veelzijdig + contextgebonden (vb.
modernisme)
Les 2: Voor de Renaissance: de opkomst van het landschapsontwerp
2.1 De omsloten tuin
- Twee archetypes: (1) opening in het bos (2) ommuurde tuin > het ontwerp markeert een
plek: een binnen en een buiten
- Dimensies: materiaal (bescherming, kennis uitwisseling, voedselopslag), symbolisch,
esthetisch en spiritueel
- Rituele betekenis: verbonden met natuur,
seizoenen, leven/dood, vruchtbaarheid (vb.
Stonehenge)
- Archetypes werken door doorheen geschiedenis
, - Ommuurde tuin: symbolisch/religieus (Tuin van Eden in verschillende culturen) +
maatschappelijk: ruimte voor de elite
- Ommuurde tuin: gestileerde vorm van de natuur (plantenveredelijking) + technisch
hoogstandje! (capteren en benutten van water)
- Ommuurde tuin gevoed door ondergrondse kanalen > in Nabije Oosten spreken ze van de
‘paradijstuin’ met een vierdeling
- Geometrische vorm te danken aan irrigatiekanalen
- Paviljoen in centrum (kruispunt van kanalen)
2.2 Tuin en territorium
- Tuinen geplaatst aan rand van woestijn of belangrijke routes
- Uitbreiding techniek van kanalen op groter territorium: basisvoorwaarde voor landbouw en
sedentaire levensstijl (mensen blijven op de plek die ze kennen)
- Basis voor ‘hydraulische beschavingen’
- Inrichting territorium door structuur van waterkanalen
- Link nederzetting en landbouw > grootschalige landbouw leidt tot grootschalige
nederzettingen (~stad als plaats van opslag, handel, consumptie van voedsel)
- Sedentaire levensstijl + ontwikkeling stad gaat samen met hydraulica, schrift….
- Wie heeft macht over water?
2.3 Het Griekse en Romeinse landschap
- Ommuurde tuin > enscenering van site in relatie tot landschap
- Vb. Tempelcomplex van Delphi: boven landschapsvallei en maximaliseert zicht op natuur
(spirituele dimensies)
- Het ZICHT op de natuur wordt geënsceneerd, niet de natuur zelf
- Relatie mens-natuur minder direct omdat men wat meer loskomt van de natuur (wandeling)
- ‘Moeder Natuur’ > mannelijke goden, maatschappij gedomineerd door mannen
- ‘mens als deel van natuur’ > mens buiten natuur
- Wiskunde uit Nabije Oosten wordt ingezet in idee van rationele waarneming
- Griekse beschaving ~ opkomst Westerse democratie (amfitheater, agora) tegelijk
dominantie van bepaalde groepen (hier mannen, niet-slaven)
, - Romeinen: Griekse en oosterse invloeden die basis vormden van
Westerse traditie > graduele overheersing van mens over natuur
- Schaalvergroting, hydrografie verder ontwikkelen, manipulatie van
terrein
- ‘Claiming the territory’ > technieken om wereldrijk uit te bouwen
(kolonialisem en expansie) d.m.v. aquaducten, weginfrastructuur
- Ontwikkeling survey/terreinkennis op grote schaal > technieken
importeren uit andere cultuur en perfectioneren
- Hedonistische cultuur: hortus conclusus als pleasure garden + baden + mythologische
elementen (genieten = prioriteit)
- Civieke traditie: groei van stad d.m.v. amfitheaters, palaestra
2.4 Het Middeleeuwse landschap
- WRR valt uiteen + Christendom domineert in Europa
- Temmen van wildernis, natuur koloniseren + in cultuur b rengen van land
(centraal kloosterorde)
- God en mens hebben voogdij over natuur (wij zijn gezanten van God op aarde)
- Omsloten tuin als plaats voor contemplatie in teken van spiritualiteit (<> lusthof
door Romeinen)
- Kruisvormig model
2.5 Het landschap in de Islam
- 7/8e E: islamisering van Middellandse Zeegebied > importeren van technieken (cultivatie en
irrigatie) uit Midden-Oosten in vb. Noord-Afrika en Andalusië
- Geen godsafbeelding + kennis wiskunde en geometrie!
- Abstractie en mathematische precisie > mens en natuur in balans
- Wetenschap, kunst, literatuur, architectuur etc. bloeide en had invloed in heel Europa