Vennootschapsrecht
Inleiding
Vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid OF met rechtspersoonlijkheid
Verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid OF met rechtspersoonlijkheid
Waarom een vennootschap oprichten?
1. samenwerken op voet van gelijkheid en billijkheid
2. samenwerking van arbeid en kapitaal (mensen met hersenen maar geen kapitaal of
andersom)
3. mogelijkheid tot beperking van de aansprakelijkheid
bv: advocaat maakt beroepsfout, hier zijn verzekeringen voor, maar stel dat deze niet in orde
is ofzo dan sta je met je volledige patrimonium aansprakelijk, maar nu in een
vennootschapsvorm kan dit wel, je kan je advocatenkantoor inbrengen op de vennootschap
en dan wordt dat deel “veilig gesteld” voor aansprakelijkheid
4. Fiscale redenen
5. Beheer en verdeling van familiepatrimonium
Bv: Als ouder heb je een OG in de Ardennen, 500,000 euro is dat waard, je kan dat dan
schenken aan je kinderen. Fiscus zegt mooie transactie en dan weet deze je te vinden. Je kan
het ook kopen op naam van de vennootschap en dan schenk je de aandelen en dan heb je
een RG transactie, dit heeft voordelen maar natuurlijk ook nadelen. Het zijn opties.
6. Uitgewerkte structuur en organisatie = bestuursorgaan
7. Beperking van aansprakelijkheid (gehoudenheid)
Bv: carnavalsvereniging met 50 leden die samenwerken aan een praalwagen, de wagen stond
in een magazijn, brand op de wagen en het magazijn staat in brand. De leden moesten er
allemaal 1/50ste op betalen. Als het een VZW was, was de VZW aansprakelijk. De leden
hadden daar niet voor moeten betalen. Je moet dus goed nadenken wat je kiest.
8. Uitgewerkte structuur en organisatie
9. …
Wat is de invloed van het Europese recht op het vennootschapsrecht?
- gelijkwaardige bescherming voor aandeelhouders
- vrije vestiging van ondernemingen
- concurrentie bevorderen
- grensoverschrijdende samenwerking
eengemaakte markt voor financiële diensten en producten
1
,Europese bronnen van het vennootschapsrecht
- Richtlijnen
- Verordeningen
Je kan alleen aanpassen waar je de macht hebt om iets aan te passen
Maar met zaken waar Europa iets over heeft gezegd mag je niet meer aanpassen
Op het vlak van het BV recht kan je wel iets aanpassen
Vroeger BVBA, gold plating ze hadden de Europese richtlijnen geïmplementeerd op de BVBA, je
krijgt dan een BVBA dat over gereglementeerd was. De wetgever wou hiervan af. Heel veel
ondernemingen wouden een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid maar dit koste te veel,
ze maakten gebruik van de Europese vrijheid, ze richtte dan in Engeland een 1 pond vennootschap op
met beperkte aansprakelijkheid. Dat gaat nu niet meer door de Brexit.
Bvba bv geworden, erg flexibel
BV kan je open maken door dat in de statuten te plaatsen
Je kan je BV ook beursgenoteerd maken, dit was vroeger verboden
Structuur van de boeken
Steunpilaren zijn de inleidende bepalingen
Daarboven boek 2 gemeenschappelijk aan alles behalve de maatschap valt eruit
Boek 3 geldt ook voor alle rechtspersonen
Erkenning gaat enkel over boeken 4,5 en 6
Dit moet je goed in je hoofd steken !!
2
,De rechtspersonen in het WVV
rechtssubjecten
Natuurlijke
Rechtspersonen
personen
Het begrip rechtspersoon
- rechtsvorm: maatschap, CV, NV, BV, CommV, …
Maatschap en feitelijke vereniging hebben geen rechtspersoonlijkheid
- naam: mag niet dezelfde zijn dan een eventuele andere rechtspersoon
- zetel: plaats waar de onderneming gevoerd wordt
zetelleer
1) statutaire zetelleer, wat is de nationaliteit van je vennootschap?
2) werkelijke zetelleer, wat is de voornaamste vestiging
- nationaliteit: vraag naar welke nationaliteit de vennootschap heeft, bij een rechtspersoon is dit ook
bv: Als ik als Belg iets koop bij bol.com, is het Nederlands recht van toepassing. In het kader van een
koop verkoop is het recht dat van toepassing in een internationale context het recht van de plaats
waar de verkoper zijn woonplaats heeft. In dit geval dus Nederland, dus is het Nederlands recht van
toepassing. Tenzij anders beslist.
Wat als er nu niet betaald wordt?
Dan wordt er gedagvaard welke rechter is dan bevoegd? Hierbij geldt een andere toepassing,
primaire aanknopingspunt is de woonplaats van de verwerende partij. Bol.com moet mij dan in
België dagvaarden. Stel dat ik een Belgisch vonnis heb, tegenpartij wordt veroordeeld tot 1000 euro
en hij is een Nederlander die in Spanje woont.
Kan ik met een Belgisch vonnis naar Spanje gaan om daar dat Belgisch vonnis tegen de Nederlander
uit te voeren?
moeilijk, heeft te maken met het vertrouwen met het andere rechtssysteem. MAAR binnen
Europa gaan we er allemaal vanuit dat het rechtssysteem goed is.
Wordt geregeld door het IPR WETEN DAT DIT BESTAAT NIET UITGEBREID KENNEN !!!
3
, Onderscheid tussen vennootschappen en verenigingen
Vennootschap: art. 1:1 WVV
= rechtshandeling, 1 of meer personen, er moet een inbreng worden gedaan, het voorwerp zijn 1 of
meer activiteiten, 1 van de doelen is het vermogensvoordeel
Vereniging: art. 1:2 WVV
-> beide kunnen ondernemingen zijn: art. I.1, 1° b WER
Stichting: art. 1:3 WVV
! belangrijkste onderscheid !
= 1 van de doelen van de vennootschap is de uitkering van winst aan aandeelhouders/vennoten
Technieken waarvan het vennootschapsrecht gebruik maakt
1. Rechtspersoonlijkheid
= rechtssubject anders dan een natuurlijk persoon die rechten en plichten heeft
- geen fictie maar een juridisch-technische en nuttige realiteit
- de rechtspersoon dient vertegenwoordigd te worden door één of meer natuurlijke
personen
Bv: BV heeft rechtspersoonlijkheid, BV kan een contract sluiten bijvoorbeeld
De wet zegt dat er in een BV een bestuursorgaan moet worden ingericht worden
Dit bestuursorgaan wordt bevolkt door natuurlijke personen die beslissingen maken, …
2. Het afgescheiden vermogen
= door de inbreng van geld, goederen of nijverheid in de vennootschap kan een afgescheiden
vermogen gevormd worden
- inbreng van geld of andere goederen meestal door eigendomsoverdracht
- inbreng van nijverheid: afdwingen door concurrentieverbod
- art. 1:8 WVV
- Iedere schuldenaar staat met zijn volledige vermogen (roerende en onroerende goederen)
in voor zijn schulden (artikel 3.36 BW).
- De eigendomsoverdragende inbreng maakt wat ingebracht werd door een vennoot in de
vennootschap onbereikbaar voor de schuldeisers van de vennoot en zondert het af ten
behoeve van de schuldeisers van de vennootschap.
- Enkel de schuldeisers van de vennootschap kunnen het afgescheiden vermogen van de
vennootschap aanspreken.
4