Analyse van mediateksten
Media als dragers van ideologie
Marxisme: 19de eeuw: onderbouw versus bovenbouw, dominante cultuur wordt opgebouwd rond
de waarden van de bourgouisie (bovenbouw). Onderbouw moet warden omarmen. Ze hebben zeer
weinig contact met de bovenbouw. Later in zijn leven beseft Marx dat er mensen uit arbeidersklasse
over bepaalde verbale kwaliteiten kunnen beschikken ? mogelijkheid is tot mobiliteit ? protest
Media kan je inzetten voor je ideologie.
Smaken van het publiek zorgen dat een reclame geld verdient
Correspondent: mensen nemen abonnement ? geen reclame = long journalism formats
Media als drivers van ideologie, dat is de chauffeur, de rest moet volgen (zie reader)
1. MEDIA ALS MANUPILATIE: Marxisme & ideologie
⇒ De media bepaalt de wijze waarop we de samenleving interpreteren en deze ideeen kunnen
zich omzetten in gedragingen (mediateksten hebben dus grote impact)
⇒ Teksten delen sociale constructies
1.1 Marxisme: kritische media-analyse -> ligt aan de basis vd kritische discours analyse
● analyse waarin de rol van media in de sociale reproductie van ongelijkheid centraal staat. ->
media als bovenbouw
o Sterkte: hermeneutisch aspect vd mediaboodschap
▪ Er is altijd iemand ah woord die stuurt naar een bepaalde richting
▪ Diepgaande analyse van wat de onderliggende boodschap is
o Sterkte: link tussen media-eigendom en culturele inhoud van mediaproductie
▪ Media-eigendom is het economische level van de bovenbouw die ook nog uit
het culturele level bestaat die de onderbouw beïnvloed, geen interactie
tussen boven- en onderbouw maar wel beïnvloeding
▪ <Klasse=ceiling= klasse ligt vast
o Sterkte: link met publiek
▪ Rekening houdend met encoding/decoding door publiek
⊗ Zwakte: buiten invloed van klasse geen aandacht boor andere persoonlijke/publieks
factoren (bv: gender, etniciteit enz die ook ongelijkheid in de samenleving aantonen.)
⊗ De media te uniform beschouwen: <de= media bestaat niet
Hermeunitiek= interpretatie vd tekst, discours
→ Makkelijker bij teksten uit eigen tijd tov teksten van vroeger proberen te
interpreteren
Hermeneutische aspect van de mediaboodschap, veel bij de kritische media-analyse.
De link tussen het culturele en het economische vd mediaboodschap bij kritische media-analyse komt
vanuit het marxisme (boven en onderbouw), ze willen de tekst interpreteren en terwijl weten
vanwaar dit mediageluid vandaan komt.-> ideologische analyse
MARXISME: Marxistische theorie is een conflicttheorie: armen worden armer en de rijken worden
rijker, de samenleving is in conflict: de bourgoise vs het proletariaat
⇨ Hij geloofde in een revolutie waarbij het proletariaat in opstand komt en iedereen
uiteindelijk gelijk behandeld wordt en ze alles samen bezitten = communisme
⇨ Kapitalisme: privaat eigendom □□ Communisme
,IDEOLOGIE VS ECONOMIE
● Marx: ideologische analyse van medie + heeft kritiek op puur politieke en economische kijk
● Smythe Dalles: enkel met economische visie bezig en niet met culturele (media-econoom) □
houdt geen rekening met media-instituties erachter, focus op advertentie-gerichte media
● Murdock: er zijn ook media die gefinancieerd worden op andere manier dan advertenties
(publieke omroep) -> nuancering commerciele media
o Het is belangrijk om een sterke publieke omroep te hebben want dit houdt de
kwaliteit vd commerciele omroep omhoog
Oplossing? Integreren van de analyse van de media-institutionele macht met aspecten van
media-inhoud (boodschappen en soorten codes) en subjectiviteit.
- Context (de organisatie die het gemaakt heeft) linken aan de inhoud.
- De marxistisch kritische visie koppelen aan een visie die ook rekening houdt met de productie van
media
? Je moet met media geletterdheid naar de media kijken.
1.2 ideologie: marx, gramsci & Althusser
Marx: geen mobilisatie ? ideologie: media in handen van elite (bovenste laag samenleving) die
ideeën opleggen aan gewone mens + vaste samenleving
Gramsci: beetje mobilisatie ? ideologie vervangen door hegemonie, intellectuelen vertalen de
ideologie naar wat er door de laag onderaan moet worden gedacht (media = mediator)
● Italiaans denker, eerste communistische partij Italië □ kritisch theoretisch denker
● Vroeg zich af hoe het komt dat gewone burger niet ingaat tegen het feit dat elite hun
ideologieën kan blijven verspreiden via massamedia
, ● Hegemonie = dominante ideologie: creëren van 8common sense9 dat kapitalistisch systeem
beste is en ook enige mogelijke systeem + passieve rol van het publiek, spanning kleine
kapitalistische elite en gewone volk
□ in stand houden van hegemonie is constante onderhandeling van dominante en
alternatieve ideologie
Althusser: meest open visie: interpellatie: bemiddelaars (=journalisten), functie media om ideologie
uit te dragen via staatsapparaten (rechtbanken, scholen) --> repressief/sanctionerend karakter
● dynamiek in de samenleving, boven en onderbouw met opleiding als de motor van sociale
emancipatie, met intelligentie/opleiding als mogelijkheid om in de bovenbouw te geraken. ->
journalisten brengen de staat naar de straat om ze te informeren
o dominante ideologie laten doorsijpelen via onderwijs
? Verschil van Marx tot Althusser: dynamiek, bij Marx geen verandering mogelijk, bij gramsci al
beetje bewegingsmogelijkheid en bij althusser een duidelijke rol voor media en onderwijs die
verandering mogelijk maken.
1.3 Evolutie in marxistische perspectieven
Allemaal over ongelijke machtsrelaties:
1. Frankfurther Schule: negatief over kapitalisme en tegen nazi-duitsland -> allemaal moeten
vluchten en na de oorlog weer ontmoet.
Ook: Marx, Althusser & Gramsci
evolutie van gesloten definitie van ideologie naar gelijdelijk open visie naar de basis toe
→ De elites domineren de materiële productie en de productie van ideeën.
→ Pessimistische visie op media
2. John B. Thompson: 3 delige analyse -> productiecontext & tekst & publiek
Ideologie is voor hem negatief + niet noodzakelijk aanwezig in iedere tekst (<-> marxisme waar
overal een common sense, ideologie achter zit)
→ Enkel als er iemand gestigmatiseerd wordt spreekt hij van een tekst met
ideologie
→ Vb; speeches van Bush die 9/11 en het westen vs het oosten gebruikte om zijn
aanvallen in Irak te legitimeren
Ook: Devereux: triparite methodologische aanpak om de betekenissen van teksten te
analyseren:
1) Vanuit hun productiecontext
2) De ideologie die ze vertolken
3) Hoe de betekenissen begrepen worden door hun publiek
→ Dit is een betere aanpak voor ideologische analyse dan de voorgaande
politiek-economische en simpele inhouds-analyses
? Ideologie wordt overgebracht in een mediatekst door:
⇨ Legitimatie: sommige machtsrelaties legitimeren, andere niet
, ⇨ Dissimilatie: Verhulling van ongelijkheden, verzwijgen van bepaalde ongelijke
machtsrelaties (bv: genderongelijkheid)
⇨ Unificatie: mensen verenigen (tegen een vijand) (vb: je suis Charlie)(vb: speech Bush)
⇨ Fragmentatie: verdeling creëren (verdeel-heers politiek) (vb: trump tweets)
⇨ Reïficatie/verdingelijking: -> oorsprong Marx kapitalisme visie, arbeiders als
instrumenteel; dit kan een mens als ding met statische eigenschappen zien zijn of de
ongelije sociale structuren als <natuurlijk= beschouwen
-> link hughes: semiotiek & politiek-economische (machtsstructuren) visie mengen (ex vraag)
3. GUMG (glasgow university media group): empirische voorbeelden van onevenwichtige
nieuwsproductie naar klasse
o Jaren 70 en 80 Engeland, uitspraken over onevenwichtig nieuws
o focus op good news & bad news
▪ bad news (stakingen Jaren 70): bias vd mediamakers -> altijd problemen
aanhalen, stonden duidelijk aan de kant vd elite -> onevenwichtigheid: in de
berichtgeving een duidelijk standpunt.
▪ Good news: (falkan oorlog) Tatcher, media positief over haar want oorlog
was goed gegaan, nieuwe trend om positief te zijn en oplossingsgericht te
denken
o Nieuws is meestal negatief -> negatieve bias
o Kritiek op vlak van objectiviteit, interpretatie is vaak subjectief -> bias
→ Media vertolkt de regering
→ Cumberbatch (deel van GUMG) op elke zender andere bias maar publiek heeft laatste
woord, verschillende lezeingen ;zegt dat een groot deel vd bias in de hoofden van
mensen zit, niet in het nieuws zelf
Kritiek op GUMG:
⊗ Geen institutionele analyse, geen big picture
⊗ Onduidelijkheid over objectiviteit (bestaat het wel echt?)
⊗ Interpretatieprocessen van publiek niet belicht (doen alsof consumeren ve bepaald soort
media lijdt tot een visie die altijd overeenstemt met die media)
⊗ Bindende kracht van ideologie overschat (verschillende zenders hebben verschillende
ideologiëen, businessmodel)
⊗ Te weinig aandacht voor context mediaprocedure (het is niet het product van 1 iemand)
⊗ Complexiteit van professionele cultuur van nieuwsmakers onderkend (freelancer,
bedrijfssfeer,… speelt allemaal rol in nieuwscontext, er zijn grote verschillen)
4. Stuart Hall: dominantie die niet gebaseerd is op scoiale klasse-> encoding/decoding + wet
doet men met teksten en speeches, hoe leest men die?
2. Stuart hall encoding/decoding model
<the revolution will not be televised= -> willen een ander amerika in de jaren 60 (blackpower) en de
activisten zullen het zelf veranderen, niet de media, de activisten zelf zijn aan zet.
● Achtergrond Tatcher:
o Hall: cultural studies, vanuit semiotiek verklaren dat verkiezing van Margereth
Tatcher niet toevallig was