SAMENVATTING DIERENGEDRAG
1. Inleiding
1.1 Wat is gedrag?
- Eenvoudige bewegingen en complexe gedragingen
- Basis van het gedrag is neurologisch
o Autonoom zenuwstelsel
o Perifeer zenuwstelsel
o Prikkels die zich verplaatsen over neuronen en vrijstelling van
neurotransmittoren
- Medicatie voor dieren met gedragsproblemen
o Scheidingsangst van de hond → Clomicalm
1.2 Wat is (toegepaste) ethologie?
- Ethologie
o Studie van het gedrag
o Beschrijvende ethologie
Ethogram = inventaris van alle gedragselementen van een soort
Oskar Heinroth
Dieren in vrije natuur
Uitwendig zichtbaar
o Vergelijkende ethologie
Gedragsbeschrijvingen van dieren van verwante soorten vergelijken
o Experimentele ethologie
Tinbergen – theorie over inprenting
4 vragen van Tinbergen
o Causaliteit – waardoor wordt het gedrag veroorzaakt?
o Functie – wat is de functie van het gedrag?
o Ontogenie – hoe ontwikkelt het gedrag zich tijdens de
levensloop van het individu?
o Fylogenie – hoe is het gedrag ontwikkeld in de evolutie?
o Cognitieve ethologie
Vanaf 1970
Onderzoek naar subjectieve ervaringen en denkprocessen
o Toegepaste ethologie
Kennis en inzichten verworven door observaties van wilde dieren
toegepast bij gedomesticeerde diersoorten
Welzijn van landbouwhuisdieren, dieren in dierentuinen en proefdieren
Onderzoek naar effect mens-dier interacties
1.3 Grondleggers van de ethologie
- Niko Tinbergen
o Experimentele ethologie
o Sleutelprikkels
Welbepaald gedrag als reactie op heel specifieke stimulus
Sign-stimulus of signaal-stimulus
1
, SAMENVATTING DIERENGEDRAG
Voorbeeld - zilvermeeuwkuiken
Kuiken pikt met bek naar de rode vlek op de bek van het ouderdier → ouderdier braakt
voedsel uit.
- Reactie: pikgedrag van kuiken
- Onderzoeksvraag: welke prikkel lokt pikgedrag uit?
- Onderzoek:
o Kunstmatige modellen – verschillende vormen, kleuren en contrasten
- Resultaat:
o Rode vlek – hevigste reactie
o Toename contrast en smallere snavel – verhoogde pikreactie
o Rode vlek, smal oppervlak en horizontale beweging – van groot belang
Andere voorbeelden:
1. Roodborstmannetje valt ander mannetje aan – sleutelprikkel: rode borstvlek
2. Stekelbaarsmannetje valt ander mannetje aan – sleutelprikkel: rode kleur
- Supranormale stimuli of supernormale prikkels
o Intensiteit in de natuur niet te vinden ten opzichte van de normale
sleutelprikkel
o Bij zilvermeeuwen meer pikgedrag naar smal staafje met rode strepen dat
heen en weer beweegt dan echte snavel van ouders
o Bij mensen
Reclame (supranormaal lange benen, supranormaal dikke lippen, …)
Karikaturen
- Konrad Lorenz
o Inprenting voor bepaalde sociale leerprocessen
Volgreactie: inprenten en volgen van een ouderbeeld
Aanwezigheid van sociale partners tijdens de gevoelige of sensitieve
periode
Sociale gedragspatronen zijn aangeboren en soortspecifiek
o Gedrag via inprenting aanpassen aan sociaal samenleven met soortgenoten
= socialisatie
o Irreversibiliteit
o Seksuele partnerkeuze
2
, SAMENVATTING DIERENGEDRAG
Voorbeeld – volggedrag van eendenkuikens
Kuikentjes volgen bewegende voorwerpen die ze waarnemen na het uitkippen.
- Meest sensitieve periode: 14-16u na uitkippen
- Als men een ander voorwerp gebruikt, volgen de kuikens dit
- Karl von Frisch
o Gedrag van bijen
Complex en uitgebreid communicatiesysteem
Rondedans en kwispeldans – informatie
Richting voedselbron
Afstand bijenkast tot voedselbron
2. Communicatie
2.1 Wat is communicatie?
- Definitie: communicatie treedt op wanneer een dier reageert op de signalen die
worden uitgezonden door een ander dier
Voorbeeld – mannelijke wenkkrabben
Een van de scharen van de krab is in verhouding tot de andere zeer groot
- Groter dan nodig om voedsel te vergaren → signaalfunctie
- Ritmische beweging in de lucht
o Signaal naar vrouwelijke krabben tijdens de balts
o Signaal naar mannelijke krabben tijdens agonistische interacties
- Bovenstaande definitie onvoldoende
o Interspecifieke communicatie
Soms geen voordeel voor een van beide partijen
Communicatie levert wederzijds voordeel op
Ook niet volledig correct
o Mimicry
Communicatie?
Geen voordeel voor de ontvanger
- Verschil in definitie van communicatie levert soms andere data op
o Onderzoek bij rhesusapen
Altmann
50 signalen
Acties die effect hadden op gedrag van anderen
3
, SAMENVATTING DIERENGEDRAG
Hinde en Rowell
22 signalen
Acties die speciaal lijken te zijn ontstaan om gedrag van
anderen te beïnvloeden
- Voorwaarden communicatie
o Zender produceert een signaal (fuctie-doel)
o Ontvanger vangt signaal op met zintuigen
o Reactor reageert met respons
o Respons heeft biologische betekenis voor actor en reactor = wederzijds
voordeel
- Metacommunicatie
o Signaal zegt iets over de signalen die volgen
o Verduidelijkt
o Geeft andere betekenis aan een ander signaal
o Voorbeelden
Speelboog bij honden
Alles na boog bedoeld als spel
Vaak gepaard gaand met een zwiepende staart
Speelgezicht bij apen
Gelaatsuitdrukking met open mond
Zowel bij jonge dieren als volwassen dieren
Beantwoord door dier met eveneens een
speelgezicht
- Types signalen
o Digitale signalen
Alles-of-nietssignalen
Eenvoudige boodschappen
Steeds op dezelfde manier
o Graduele signalen
Variatie in complexiteit en intensiteit
Gradaties
4
, SAMENVATTING DIERENGEDRAG
2.2 Soorten communicatie
Olfactorische of chemische communicatie
Olfactorische signalen
Chemische signalen
Geursignalen
Akoestische of auditieve communicatie
Akoestische signalen
Vocale signalen
Auditieve signalen
Visuele communicatie
Visuele signalen
Tactiele communicatie
Tactiele signalen
2.2.1 Chemische communicatie
- Zender: productie van chemische stoffen → ontvanger: opvangen stoffen door
reukorganen
o Voordeel:
Gemakkelijke verspreiding – ver dragend (lucht, water)
Vrij eenvoudige zintuigen
o Nadeel:
Trage fade-out
- Deel van geursignalen bevatten feromonen
o Stoffen die door dier worden geproduceerd om bij een soortgenoot reactie te
veroorzaken
o Elk feromoon heeft bij alle individuen dezelfde betekenis
o Uitsluiten voor dit doel gevormd
o Detectie door vomeronasaal orgaan
- Feromonen
o Bijen
Koning produceert koninginnenstof
Verhindert dat werksters eitjes leggen
o Feromoon over heel de kolonie verspreid door hofdames
o Bij sterfte koningin, geen hormoon
Werksters leveren langer koninginnengelei aan
larve in koninginnencel
Verhindert dat werksters koninginnencellen bouwen
Werksters
o Nectarrijke bloemen markeren
5
, SAMENVATTING DIERENGEDRAG
o Nectararme bloemen markeren
o Termieten
Arbeiders, soldaten, geslachtsdieren: elke kaste, eigen feromoon
Mengeling bij larven
Uitgroeien binnen nodige kaste
o Naakte molrat
Eusociaal
Kastensysteem
Gemeenschappelijke broedzorg
Overlappende generaties
Koningin, werksters, soldaten
Nakomelingen koningin zijn onvruchtbaar
Dominant gedrag
Stof in urine
o Geursignalen hond
Anaalklieren, glandulae circumanales, staartklierm klieren in
uitwendige gehoorgang, klieren in voetzoolkussentjes (tastballen),
gebied tussen melkklieren (intermammair gebied)
Urine, feces, vaginale secreties
o Geursignalen kat
Huidklieren
Voetzoolkussentjes, kin,
perioraal, oren, temporaal, staart,
(peri)anaal, intermammair
Urine
Sproeien
Gehurkt
- Geursignalen
o Flemen
Opname van moleculen van feromonen in het vomeronasaal orgaan
Orgaan van Jacobson
Kop hoog – optrekken bovenlip
Schaap, paard, geit, kat, …
Detectie oestrus
o Bang dier op behandeltafel
Achterlaten van alarmferomoon
Effect op volgend dier op tafel
Tafel dus altijd goed reinigen
2.2.2 Akoestische communicatie
- Zender: productie van geluidssignalen → ontvanger: ontvangen signalen met het oor
o Voordeel:
Ver dragend
Snelle fade-out
6
, SAMENVATTING DIERENGEDRAG
Op korte tijd veel informatie overdragen
2.2.3 Tactiele communicatie
- Rechtstreeks lichamelijk contact informatie overbrengen van zender naar ontvanger
o Voordeel:
Snelle fade-out
o Nadeel:
Niet ver dragend
Enkel tussen 2 individuen die vlak bij elkaar vertoeven
- Voorbeelden
o Vlooien of grooming
Vachtverzorging
Sociale banden verstevigen – onderwerping tonen
o Allogrooming
Poetsen bij paarden
Wederzijds likken bij katten
o Allorubbing
Wederzijds wrijven bij katten
o Uiermassage door biggen
Zeug gaat liggen, ritmisch knorren
Knorfrequentie stijgt rond
oxytocinevrijstelling door hypofyse
Zuigen van biggen
20 sec later melkejectie
o Chimpansee, bonobo en mens
Handen schudden
Kussen
2.2.4 Visuele communicatie
- Visuele signalen worden opgevangen door het oog
o Voordeel:
Snelle fade-out
Veel variatie
Gradatie
o Nadeel:
Licht nodig
Signalen moeten op fotoreceptoren vallen = niet ver dragend
- Kleursignalen
o Fregatvogel
Rode borst
o Pauw
Staart
o Cichliden
Uiterlijk kan zeer snel veranderen
Naargelang de stemming
- Houdingen
o Gradueel signaal
o Faciale expressie
o Dreiggedrag
7